Engels | Nederlands |
|
Onze tweede reis naar Papoea | |
Kuala Lumpur (Maleisië) naar Sentani (Indonesië), september 2012 |
|
|
|
Onze tweede reis naar Papoea begint met de vlucht van Kuala Lumpur in Maleisië naar de Indonesische hoofdstad Jakarta. We arriveren halverwege de middag en hebben voor dezelfde avond al de binnenlandse vlucht geboekt met Lion Air naar Jayapura. De nachtvlucht vertrekt op tijd en na een tussenstop van een uurtje in Makassar arriveren we om zes uur in de ochtend in Jayapura, de belangrijkste stad van de Indonesische provincie Papoea. Voor de meeste gebieden in Papoea heb je als buitenlandse reiziger een reisvergunning (surat jalan) nodig, maar die is gemakkelijk te verkrijgen voor de meest gangbare bestemmingen. Papoea is en blijft immers een probleemgebied voor de Indonesische autoriteiten omdat het overgrote deel van de autochtone Papoease bevolking nog steeds de voorkeur heeft voor onafhankelijkheid voor hun provincie. De Indonesische overheid houdt dus alles goed in de gaten, en de reisvergunningen voor buitenlanders is daar een onderdeel van. Nadat we zijn ingecheckt in een klein hotelletje, nemen we direct de ojek (motorfietstaxi) naar Polres, de lokale politie die de vergunningen afgeeft. We worden netjes geholpen en na nog geen half uurtje hebben we een reisvergunning voor alle bestemmingen die we in Papoea in gedachte hebben. |
|
Wachten op het vliegveld van Jakarta voor de vlucht naar Papoea |
|
De middag besteden we in het stoffige stadje Sentani, op ongeveer 30 kilometer ten westen van Jayapura. Sentani is de plaats waar het vliegveld van Jayapura ligt, en is om die reden een veel praktischere verblijfplaats dan Jayapura. Wat ons direct opvalt, is dat de autochtone Papoease bevolking in de minderheid is in Sentani. Later blijkt dat dit eigenlijk voor alle grotere nederzettingen in Papoea geldt. De Indonesische overheid heeft decennia lang de zogenaamde transmigratiepolitiek gevoerd waarbij Indonesiërs uit de meer bevolkte gebieden (Java en het gebied rondom Makassar) werden gestimuleerd om te migreren naar de minder bevolkte gebieden van deze enorme archipel. Om deze mensen te stimuleren om te migreren werden allerlei stimuleringsregelingen in het leven geroepen. Reiskosten werden vergoed, migranten konden tegen gunstige voorwaarden leningen afsluiten en vestigingsvergunningen voor winkels en bedrijven werden voor hen gemakkelijker gemaakt. Het resultaat is dat in Papoea bijna de gehele middenstand uit Indonesiërs bestaat en dat de Papoease bevolking inmiddels in hun eigen provincie economisch gezien de tweede viool spelen. Je zou eigenlijk wel kunnen stellen dat de Papoeanen op alle fronten aan het afzakken zijn tot tweederangs burgers. Een mooie bijkomstigheid voor de Indonesische centrale regering is dat daarmee een mogelijke onafhankelijkheid van Indonesisch Papoea eigenlijk onmogelijk wordt. We beginnen ons eigenlijke bezoek aan Papoea in Merauke, in het zuiden van de provincie. Het is een uur vliegen van Jayapura naar Merauke en de vlucht gaat voor het overgrote deel over onaangetast regenwoud. Alleen de gebieden rondom de steden zijn ontgonnen. Papoea is daarmee nog de enige provincie in Indonesië waar de mens nog niet desastreus heeft toegeslagen. En dat is een trieste conclusie. Of Papoea de komende decennia niet hetzelfde lot zal ondergaan als alle andere eilanden is de grote vraag. Papoea is tot op heden ontkomen aan de hebzucht van de mensheid omdat het gebied voor het grootste gedeelte ontoegankelijk is. Er zijn geen wegen waardoor het onmogelijk is de het land te beroven van zijn bossen en grondstoffen. Maar de mens laat zich niet zomaar verslaan. Papoea heeft inmiddels één van de grootste mijnen ter wereld en de kustgebieden worden in een hoog tempo ontbost. Hiermee verliest de wereld uiteindelijk één van zijn laatste uitgestrekte bosgebieden. Helaas maar waar! | |
Ons vogelspot team in Yakiu (Wasur National Park) |
|
De reden om naar Merauke af te reizen is om het nationale park Wasur te bezoeken. Dit park bevindt zich in de zogenaamde Trans-Fly zone, een zone in het zuiden van Papoea (zowel Indonesisch Papoea als Papoea Nieuw Guinea) dat veel gelijkenis vertoont met het landschap en de flora en fauna van Noord Australië. Het park wordt zelden door reizigers bezocht en is daarom niet alleen een prachtige natuurbestemming, maar ook een culturele belevenis. Het park ligt vol met kleine nederzettingen waar mensen al eeuwenlang hetzelfde leven leiden. Twee boswachters van het nationale park nemen ons vijf dagen mee op sleeptouw door het park en de ervaring is ongekend. We zien niet alleen veel vogels (waaronder twee soorten Paradijsvogels en de schuwe Helmkasuaris) en een aantal Wallabies (een soort kangoeroe), maar slapen ook een aantal nachten in een kleine nederzetting aan de grens met Papoea Nieuw Guinea waarbij we de gasten zijn van een traditionele en autochtone familie (zie ook het artikel en de foto-impressie over Wasur NP).
Een uur vliegen bracht ons terug naar Jayapura, van waaruit het een twee uur durende rit per gedeelde taxi is naar de kleine nederzetting Nimbokrang, zo’n 90 kilometer ten westen van Sentani. Nimbokrang is een ‘beroemde’ bestemming geworden in Papoea omdat het je de mogelijkheid biedt om relatief gemakkelijk en goedkoop een aantal soorten paradijsvogels te zien. De bossen (secundair bos) rondom het dorpje herbergt vier soorten paradijsvogels die met een beetje geluk allemaal kunnen worden gezien. En voor hen wiens interesse in vogels iets verder gaat dan de paradijsvogels alleen, zullen opgewonden worden van het feit dat de bossen ook een behoorlijke kans geven op waarnemingen van de Reuzenuilnachtzwaluw, de Victoria Kroonduif en de gigantische Oranjehalskasuaris (zie ook het artikel over Nimbokrang). Na een paar weken van weinig comfort, extreme hitte, blubber en muggen, vonden we dat we toe waren aan een weekje rust en iets meer comfort. We kozen het Papoease eiland Biak in de toepasselijk genaamde paradijsvogelbaai. Het eilandje, ooit zwaar bevochten tijdens de tweede wereldoorlog, is nu een paradijs van rust en vrede. Het is een prima bestemming om een aantal dagen tot rust te komen. We hebben een aantal dagen een motorfiets gehuurd om het eiland te verkennen en hebben vooral ook veel gelezen en niets gedaan (zie ook het artikel over Biak). En dat allemaal ter voorbereiding op onze laatste bestemming in Papoea, de afgelegen Baliem vallei. | |
Motoren voorbereiden op de tocht door Wasur NP |
|
.Boarding in Merauke voor de vlucht naar Jayapura |
|
Wachten op de gedeelde taxi van Sentani naar Nimbokrang |
|
Martinus, onze vogelgids in Nimbokrang |
|
Arriveren op tropisch Biak |
|
<Vorige weblog> | |