Engels | Nederlands
De tweede helft van de reis met Jorn en Robin
Tacloban (Filippijnen) naar Kuala Lumpur (Maleisië), augustus 2012

Als we van het ene Filippijnse eiland Leyte naar het andere (Samar) reizen worden we getrakteerd op veranderend weer. We reizen aan het begin van het orkaanseizoen en de tekenen van de eerste orkaan zijn zichtbaar. Een dreigend bewolkte hemel hangt boven ons hoofd en de wind is krachtig. Onze bestemming is Calbayog om daar vervolgens over te stappen op een jeepney die ons naar het kleine dorpje Victoria moet brengen, van waaruit we met een klein bootje de oversteek willen maken naar het tropische eilandje San Antonio. Als we echter in Calbayog uit de bus stappen is de wind zo krachtig dat we besluiten de nacht in Calbayog door te brengen. Door de woeste zee is het onmogelijk per boot de oversteek naar San Antonio te maken.

De volgende ochtend waait het nog steeds waardoor we besluiten om San Antonio te laten voor wat het is en verder naar het noorden te reizen. De hoofdstad Manilla wordt inmiddels geteisterd door zware regenval waardoor een groot deel van de stad onder water staat. Wij hebben nog relatief goed weer (alleen wind) waardoor we geen hinder ondervinden. We steken per ferry de straat van San Bernardino over naar het grote noordelijke eiland Luzon en strijken neer in Legazpi, de stad van de perfect conische vulkaan Mayon. Door het bewolkte weer zien we de vulkaan echter geen enkele keer in volle glorie. We doen wat dagtochten in de buurt van de stad en nemen vervolgens de bus naar het iets noordelijker gelegen Naga. Naga is een typische studentenstad waar een prettige sfeer hangt. De belangrijkste reden voor ons om hier een stop te maken in de wakeboard-baan van Naga. Volgens een gerenommeerd surfmagazine is dit één van de mooiste wakeboard-banen van de wereld.

Jorn en Robin in aktiekleding
 

Wij hadden eerlijk gezegd nog nooit van wakeboarden gehoord, maar de jongens die voor zes weken met ons meereizen wel. Wakeboarden is eigenlijk een soort van waterskien op een snowboard. Je wordt echter niet voortgetrokken door een speedboot, maar door een soort van kabelbaan. In het water liggen allerlei schansen die je kunt gebruiken om spectaculaire sprongen te maken. De jongens brengen twee dagen in het wakeboard-centrum door en hebben een prima tijd. Ons volgende reisdoel was het schiereiland Caramoan, bekend om zijn karstformaties die in de zee liggen. Het is een beetje vergelijkbaar met de karstformaties die je kunt zien in het noorden van Palawan en is daarom een prima alternatief voor reizigers die niet de lange reis naar Palawan willen of kunnen maken. Het eerste stuk gaat per bus en jeepney naar het kleine vissersdorpje Sabang. Vanuit hier vertrekken regelmatig kleine banka’s (bootjes met houten stabilisatoren) naar Caramoan. Het laden en ontladen van de banka is een genot om te zien. Een vaste steiger is er niet, en om te voorkomen dat de passagiers natte voeten krijgen is er een soort van drijvende steiger gemaakt. De bagage wordt door dragers van en naar de boot gebracht, door al wadende door het water de rugzakken boven hun hoofd te houden.

Het Caramoan schiereiland is een leuke bestemming. Er komen nog weinig toeristen waardoor het plaatsje een afgelegen indruk maakt. Dit wordt mede veroorzaakt door de slechte weg die Caramoan verbindt met de rest van de Filippijnen waardoor het gebied alleen per boot comfortabel te bereiken is. De bootrit zelf is echter niet comfortabel. De vaart van 2,5 uur in een krappe boot waar regelmatig een golf inslaat is de investering die je moet maken om dit gebied te bereiken. Vanuit de boot heb je met een beetje geluk wel zicht op een aantal prachtige vulkanen, waaronder Mount Mayon. Vanuit het dorpje Caramoan maken we een aantal dagtochten per boot langs verschillende karsteilandjes. Dit is ‘island hopping’ in optima forma. Enkele eilandjes hebben prachtige zandstandjes met poederzand die we volledig voor onszelf hebben. Dat we niet de eersten zijn die dit prachtige gebied ontdekken blijkt wel uit het feit dat verschillende landen hier hun Robinson Crusoe en Survivor tv-programma’s hebben opgenomen. Het is een schitterend gebied.

Een prachtig eiland bij het Caramoan schiereiland
 
Eenmaal terug in Naga boeken we bustickets voor de monsterrit van elf uren naar de hoofdstad Manilla. Inmiddels schijnt 80% van Manilla onder water te staan, zijn er 85 doden gevallen en zijn meer dan achthonderdduizend mensen ontheemd. Via internet begrijpen we echter dat de wijk in Manilla waarin wij verblijven (Malate / Ermita) niet is overstroomt en dat het vliegveld al die tijd open is geweest. Dat is goed nieuws. We lezen echter ook dat een vliegtuig van Cebu Pacific Air (de maatschappij waarmee wij naar Bangkok terugvliegen) bijna verongelukt is op het vliegveld van Manilla. Eén van de motoren was uitgevallen en de piloot heeft met moeite 180 mensen van de dood weten te redden, schrijft een Filippijnse krant. De busrit naar Manilla verloopt soepel. Als we de buitenwijken van de megastad binnenrijden zien we eigenlijk helemaal niets van de overstromingen. We worden in de wijk Pasay uit de bus gezet en nemen voor de laatste kilometers een taxi. De stad maakt een heel normale indruk; alsof er niets aan de hand is.

We brengen nog een volle dag in de stad door waarna we terugvliegen naar Bangkok. Ook deze reis voorloopt voorspoedig en net na twaalven in de nacht arriveren we weer in ons hotelletje in hartje Bangkok. De laatste dagen van het bezoek van Jorn en Robin aan Azië doen we het rustig aan. Er moeten nog wat souvenirs gekocht worden en we brengen regelmatig wat tijd door in een koffietent om na te genieten van een superleuke reis. Ook gaan we nog een avondje stappen in de hoerenbuurt van Bangkok om een indruk te krijgen van deze beruchte business van de Thaise hoofdstad. Op 16 augustus vliegen de jongens vervolgens terug naar Nederland.

Vanaf dat moment staat het leven voor ons in het teken van het bezoek aan Papoea, de meest oostelijke provincie van Indonesië. We vragen het visum aan en brengen een bezoek aan het Thaise tropeninstituut om anti malariapillen te kopen. Dat gaat overigens met moeite omdat de Thaise overheid niet wil dat de pillen in Thailand gebruikt worden, omdat ze bang zijn dat door het veelvuldige gebruik van deze medicijnen, er een resistentie in Thailand ontstaat. Als we echter aantonen dat we de pillen gebruiken in het door malaria geteisterde Papoea, krijgen we ze toch mee. Op 27 augustus vliegen we nog voor een dagje naar Kuala Lumpur in Maleisië waar we een nieuws paspoort aanvragen. Daarmee zijn alle acties voorlopig afgerond en kunnen we met een gerust hart de lange reis naar Papoea gaan ondernemen.

Robin in actie
... en uiteraard Jorn ook
Passagiers worden middels een drijvende steiger van de bangka gehaald
Prachtige zandstranden in Caramoan
Genieten van een welverdiende kokosnoot
 
<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us