Engels | Nederlands
We komen binnenkort weer terug
Sentani (Indonesië) naar (Kuala Lumpur) Maleisië, oktober 2012

Tot op heden is ons bezoek aan Indonesisch Papoea al een prachtige ervaring geweest. Wasur National Park, de paradijsvogels van Nimbokrang en het tropische verblijf op het eiland Biak waren grandioos. Een aantal jaren eerder waren we ook al in het Arfak gebergte nabij Manokwari waardoor we inmiddels een goed beeld van dit fantastisch deel van Indonesië hebben kunnen vormen. Lang hebben we getwijfeld of we ook een bezoek zouden brengen aan de Baliem Vallei, de meest bekende bestemming van Papoea. Onze twijfels waren vooral gebaseerd op de verhalen die we eerder van andere reizigers hadden gehoord. De Baliem Vallei zou tegenwoordig een toeristenval zijn. De authenticiteit van de regio zou zijn verdwenen door de grote aantallen bezoekers en door de invloed van de migranten uit andere delen van Indonesië, en bezoekers zouden constant worden lastiggevallen door mensen die zich als gids aan je opdringen.

Traditionele man in de Baliem Vallei
 

We besloten echter om toch te gaan. We zijn nu zo dicht in de buurt, waardoor we later wel eens spijt zouden kunnen krijgen als we niet zouden gaan. En hoe erg kan het zijn? Daarnaast zijn de vliegtickets naar en van Wamena vanuit Jayapura niet zo duur. We boekten dus een retourticket waarbij we een volle week in de Baliem Vallei konden doorbrengen. En achteraf zijn we blij dat we gegaan zijn. De lokale mensen waren vriendelijk en absoluut niet opdringerig, en daarnaast hebben we slechts een paar andere buitenlandse bezoekers gezien. Een aantal lokale mensen vertelden ons dat vooral de maand augustus erg druk is vanwege het Baliem Vallei Festival wat dan wordt georganiseerd, ten behoeve van toeristen. Dit is de tijd dat de meeste toergroepen het gebied bezoeken. Buiten deze periode is de vallei een oase van rust waarin het heerlijk wandelen is. We houden uiteindelijk een super goed gevoel over aan ons bezoek (zie ook de foto-impressie over de Baliem Vallei).

Op elf oktober vliegen we na een verblijf van zes weken in Papoea terug naar de ‘bewoonde wereld’ die Java heet. We arriveren in het hectische Jakarta, maar besluiten om direct per bus naar het nabij gelegen Bogor te reizen. Bogor is het stadje waar we bij voorkeur verblijven als we in de Jakarta-regio zijn. We brengen er nog een bezoek aan het kantoor van de Indonesische vogelbescherming om wat vogelboeken te kopen en hebben wederom een leuke tijd in Tom’s guesthouse, een traditionele oude Nederlandse villa nabij het paleis van Bogor. Dit is een leuke home stay voor rugzaktoeristen om te verblijven, omdat de eigenaar Tom een super aardige man is (mobiel nummer voor reserveringen: +62 (0) 8777 046 7818). Na een aantal dagen in Bogor te zijn verbleven reizen we naar Bandung, ooit het Parijs van het Oosten genoemd. Daar is niets meer van over. We hebben zelden een stad in Indonesië gezien die zo oninteressant is en waarin de lucht zo vervuild is door uitlaatgassen. We verblijven uiteindelijk toch een volle dag in de stad om er wat rond te kijken, maar we zijn blij als we weer de bus kunnen pakken, nu richting Cirebon aan de noordkust van Java.

Een sfeervolle markt in Surabaya
 
Cirebon is een rustige stad met uitermate vriendelijke mensen. Er komen maar weinig toeristen in de stad, dus voor veel inwoners ben je nog steeds een rariteit. We brengen ook een bezoek aan het lokale ‘Kraton’ (paleis van de Sultan), maar dit complex is geen reden om naar deze stad af te reizen. Omdat Cirebon op de drukke spoorlijn tussen Jakarta en Surabaya ligt, zijn er veel treinverbindingen met andere steden aan de noordkust van Java. Wij nemen de trein van Cirebon naar Semarang, de meest Chinese stad van Java. Het is een drukke, maar sfeervolle stad waarvan het oude gedeelte nog steeds wel de moeite waard is. De meeste koloniale gebouwen liggen in puin, maar je krijgt wel een indruk van hoe mooi de stad vroeger moet zijn geweest. We verblijven er twee dagen en nemen tenslotte de trein naar de laatste bestemming van dit bezoek aan Indonesië, Surabaya. Deze tweede stad van Indonesië is een prettige stad te noemen. Het oude Chinese en Arabische deel van de stad zijn nog steeds hectisch en sfeervol. De markten in dit gebied behoren tot de mooiste die wij gezien hebben in Indonesië. Surabaya is daarmee een prima alternatief (voor Jakarta) om je bezoek aan Indonesië te starten of te eindigen. Daarbij heeft Surabaya ook nog eens het voordeel dat het in een interessanter deel van Java ligt, namelijk in het oosten waar o.a. ook de Bromo Vulkaan liggen, evenals de traditionele steden Solo en Yogjakarta.

Vanuit Surabaya zijn we terug gevlogen naar Kuala Lumpur. We hebben ons nieuwe paspoort opgehaald en zijn in afwachting van de ouders van Edwin die voor vijf weken naar Azië komen. We gaan met hen terug maar Indonesië, en wel naar de Molukken om precies te zijn. Na verschillende bezoeken aan dit land waarbij we inmiddels bijna 11 maanden door het land hebben getrokken, hebben de Molukken toch wel een speciale indruk op ons achtergelaten. We komen binnenkort dus graag weer terug!

Met Trigana Air terug van Wamena naar Sentani
Het prachtige Sentani meer
Straatbeeld in Semarang
Trein van Semarang naar Surabaya
Locals in Surabaya
 
<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us