Engels | Nederlands |
|
De kruideneilanden | |
Kei Eilanden (Indonesië) naar Bangkok (Thailand), juni 2012 |
|
De dagen dat een Pelni schip een havenplaats aandoet op een afgelegen eiland, zijn anders dan een gemiddelde dag. Pelni-schepen herenigen niet alleen familieleden, maar zorgen ook in belangrijke mate voor de bevoorrading van winkels in de meest afgelegen delen van Indonesië. Op de dag waarop wij met Pelni’s K.M. Ciremai de Kei-eilanden verlaten, is het dan ook een drukte van belang. Wij hebben voor deze elf uur durende tocht een eerste klas cabine geboekt, waardoor we geen plekje op het dek hoeven te zoeken. Het overgrote deel van de passagiers bevindt zich niet in deze luxe positie. Zodra de Ciremai aanmeert, verdringen mensen elkaar op als eerste aan boord te komen. Velen zullen dagen op het schip blijven om gigantische afstanden te overbruggen. Vijf dagen op zee om een grootmoeder in Jakarta te bezoeken, is hier heel gewoon. Als men met wat duwen en trekken een betere plek kan bemachtigen, dan maakt dat het verblijf aan boord een stuk comfortabeler. Omdat wij de zekerheid hebben dat wij vannacht in een bed kunnen slapen, hoeven wij ons niet te haasten. Zo kunnen we alle activiteiten uitgebreid bekijken. Met de hand worden koelkasten uit het schip geladen en passagiers die vaak al dagen op de boot bivakkeren, maken van deze tussenstop gebruik om even van boord te gaan. Een Pelni-schip dat aanmeert is een ware attractie in deze delen van Indonesië. |
|
Poseren voor een mooie zonsondergang op de Kei Eilanden |
|
We hebben al vaker met de eerste klasse van Pelni gereisd (zie ook Cruising in Indonesië) en ook deze tocht verloopt zeer comfortabel. Een perfecte manier om ons bezoek aan de Kei-eilanden af te sluiten en ons bezoek aan de Banda-eilanden te beginnen. Na elf uur arriveren we in Bandaneira, het belangrijkste plaatsje van de Banda-eilanden. De Banda-eilanden hebben grote historische relevantie, omdat dit vroeger de enige plaats was waar nootmuskaat groeide. Dit kruid lokte de Europeanen naar deze afgelegen eilanden. De Nederlanders kolonisten zorgde met harde hand dat zij een monopolie op de verhandeling van nootmuskaat in handen kregen. Bijna alle oorspronkelijke bewoners van de Banda-eilanden werden op brute wijze omgebracht, om ze te vervangen met meer coöperatieve Javaanse slaven. Gelukkig zijn Nederlandse reizigers tegenwoordig net zo welkom als alle anderen. Het zou een groot gemis zijn, als we door de wandaden van onze voorouders deze eilanden niet zouden kunnen bezoeken. Met koloniale bouwwerken en kanonnen die letterlijk langs de straten van Bandaneira liggen, zijn de Banda-eilanden een sfeervolle bestemming voor geschiedenis liefhebbers. Daarnaast worden de eilanden omgeven door kleurrijke koraaltuinen, met een overdaad aan exotische vissen, Actievelingen kunnen zich uitleven op de beklimming van Gunung Api. Deze 666 meter hoge vulkaan ligt op enkele minuutjes varen van Bandaneira en na ongeveer 2 uurtjes klauteren kun je genieten van formidabele uitzichten over de Banda archipel en kun je eveneens een blik werpen in de krater. Helaas waren wij op de verkeerde dag in een actieve bui, waardoor we meer wolken hebben gezien dan dat we hebben kunnen genieten van de uitzichten. Wij hebben deze twee weken op Banda tijdens het regenseizoen doorgebracht. Veel last hebben we daar niet van gehad, al zijn enkele spectaculaire snorkelplaatsen niet bereikbaar vanwege de hoge golven. Ook zorgt de bewolking voor minder sprekende kleuren bij het snorkelen, maar daar staat tegenover dat een beetje extra schaduw tijdens het wandelen wel fijn is. Banda Besar (het Grote Banda Eiland) is zeer aantrekkelijk voor wandeltochten. De mensen in de kleine dorpjes zwaaien hun armen uit de kom en de eeuwenouden nootmuskaatplantages zijn ronduit prachtig. (zie ook de foto-impressie over Banda) Al met al hebben we ons tijdens deze twee weken geen moment verveeld en iedere dag eindigde met een culinaire uitspatting van Dilla van het Mutiara Guesthouse. Hier hebben we de lekkerste tonijn op die we ooit hebben geproefd en gerechten als pompoensoep en aubergine met amandelsaus deden daar niet voor onder. | |
Onze groep Ambonese vrienden na een dagje zwemmen |
|
Veertien dagen Banda komen tot een einde als we met de Ciremai in 8 uurtjes naar Ambon varen. Deze tocht is overdag, waardoor we voor de goedkoopste klasse hebben gekozen. We bemachtigen een leuk plekje in de cafetaria op het dek, om onder het genot van koffie in onze boeken te lezen. Als buitenlander heb je hier de nodige aanspraak van mensen die hun Engels willen oefenen, waardoor de tijd lijkt te vliegen. Na een aangename boottocht, arriveren we in Ambon. Dit is voor ons altijd een fijne stad om weer terug te komen. De mensen zijn uitermate vriendelijk en doordat we hier al vaker zijn geweest kennen we verschillende mensen waar we graag enkele dagen mee doorbrengen. Vijf dagen later is het echter tijd om afscheid te nemen van Ambon. We gaan onze vrienden weer missen; hopelijk komt er nog een volgende keer! Via Makassar vliegen we naar Bali, waar we gemakshalve in het super toeristische stadje Kuta verblijven. In een half dagje vliegen gaan we van een plek waar weinig toeristen komen naar het Costa Brava van Indonesië. Kuta is op loopafstand van het vliegveld en aangezien we hier slechts enkele dagen blijven voordat we naar Bangkok vliegen, is dat het handigst. Het verschil tussen Kuta en de Molukken is echter enorm. Kuta heeft alle faciliteiten die een moderne reiziger maar kan wensen, maar de warmte van de Indonesiërs die we elders ervaren kunnen we hier moeilijker ontdekken. We worden omringd door vol getatoeëerde Engelsen, sletterige Russinnen en grofgebekte Nederlanders en de lokale bevolking weet dat iedere buitenlander een lopende geld automaat is. Enkele dagen Kuta is een prima manier om onszelf maar weer te beseffen dat wij liever wat verder van de toeristische trekpleisters verblijven. Het is echter wel een perfecte plek om mensen te kijken en met z’n tweetjes te roddelen over wat er voorbij komt lopen. Met een goede kop koffie onder handbereik gaan de dagen toch snel voorbij. Inmiddels zijn we alweer gearriveerd in Bangkok, waar een spannende tijd voor ons gaat aanbreken. Begin volgende maand komen Jorn en Robin uit Nederland over, om voor zes weken met ons mee te reizen. Deze zoon van vrienden van ons en zijn kameraad willen graag het leven als backpacker ervaren en we kijken ernaar uit om deze periode met hen op te trekken. We combineren een weekje Bangkok met een verblijf van vijf weken in het altijd tropische Filippijnen. Het visum is inmiddels geregeld, dus het avontuur kan beginnen!
|
|
<Vorige weblog> | |