Engels | Nederlands |
|
Eindelijk: we zien de Grote Trap | |
Ourique (Portugal) tot Alhaurin el Grande (Spanje), april 2016 |
|
|
|
Begin april rijden we Portugal binnen. Direct aan de grens brengen we een bezoek aan het toeristeninformatiecentrum om te achterhalen wat nu precies de regels zijn rondom de dure tolwegen in Portugal. Zoals zoveel in Portugal, zijn ook de wegen onder druk van de Europese Unie geprivatiseerd. Het gevolg is dat de dure tolwegen zo goed als leeg zijn, terwijl de verouderde lokale wegen druk zijn en door alle kleine dorpjes en stadjes lopen, met lange files als gevolg. Toen het economisch slecht ging met Portugal, hebben ze onder druk van Europa veel van hun publieke goederen moeten privatiseren. Dat is onder andere gebeurd met hun beste wegen en nutsbedrijven. Het gevolg is dat de prijzen van deze diensten zijn geëxplodeerd, waardoor het tegenwoordig de realiteit is dat de armere gezinnen in Portugal, en dat zijn er nogal wat, meer dan een derde van hun besteedbaar inkomen kwijt zijn aan gas, water en licht. Het is slecht weer als we in Portugal arriveren. Het regent regelmatig en het is koud. We rijden naar Ourique waar we in een vakantiehuisje van vrienden kunnen logeren. Een vast dak boven het hoofd is bij dit type weer comfortabelere dan het kamperen in een tent. We laten ons door Portugezen vertellen dat de winter extreem droog en warm is geweest, en dat de regen dit jaar later op gang is gekomen. Nu dus. Voor ons niet zo fijn, maar voor de bewoners van dit gebied is de regen letterlijk een geschenk uit de hemel. De dagen dat het wel mooi weer is genieten we van de prachtige regio. Het zuidelijke deel van de Alentejo regio waar we verblijven, is slechts een uurtje rijden van de Algarve, maar een wereld van verschil. Daar waar de Algarve tegenwoordig een populaire vakantiebestemming is, is de Alentejo een rustig plattelandsgebied waar de tijd vijftig jaar stil lijkt te hebben gestaan. |
|
Aan de tapas in Cadiz |
|
De belangrijkste reden voor ons om in deze periode van het jaar naar de Alentejo te komen, zijn de Kleine en Grote Trap. Deze inmiddels zeldzaam geworden vogels, zijn relatief gemakkelijk te zien op de pseudosteppen rondom het stadje Castro Verde. En de bonus van een bezoek aan het einde van maart, of begin april is, dat je de vogels tijdens de baltstijd kunt bewonderen. En dat is een spektakel, want vooral de Grote Trap heeft een paringsdans die niet zou misstaan in het rijk van de Paradijsvogels. Het mannetje keert zich bijna letterlijk binnenstebuiten, waardoor het een schuimbad op poten wordt, die ook nog eens begint te schudden om extra aantrekkelijk te zijn voor de vrouwtjes. Dit alles gebeurt op kale pseudosteppen waardoor je met een goede verrekijker dit spektakel prima vanaf een afstandje kunt ervaren. Een zeer bijzondere wildlife-ervaring aan de randen van Europa. Na het zuidelijke deel van de Alentejo te hebben verkend rijden we naar de Algarve, en kamperen we in Olhão, onder de rook van Faro. Het weer is nog steeds wisselvallig, maar we kunnen toch wat van de omgeving zien. We hebben inmiddels ook een probleempje met onze Toyota jeep. Eén van de steekassen aan de achterzijde van de auto is versleten en dient vervangen te worden. We hebben het geluk dat de ouders van Edwin eind april een bezoek aan Malaga in Spanje hebben gepland, waardoor we ze vragen een tweedehands steekas uit Nederland mee te brengen. Vanaf nu willen niet meer kilometers rijden dan noodzakelijk is, om te voorkomen dat we Malaga niet gaan halen. We rijden Spanje weer in en strijken voor een weekje neer in het Doñana National Park, ten zuidwesten van Sevilla. Ook nu is het weer nog steeds erg wisselachtig, en regelmatig brengen we een dagje in de tent door. Toch zien we ook in de verschillende lagunes van het nationale park prachtige watervogels. | |
Ivonne's presentatie in haar dagboek van de balts van een Grote Trap |
|
Het bezoek aan Sevilla valt enigszins tegen. We hadden er veel van verwacht, maar wat ons betreft zijn dit soort bestemmingen toch echt te druk geworden. Uren in de rij staan voor een bezoekje aan een kathedraal, bijna doodgereden worden door één van de vele citytour-bussen die de stad doorkruisen, geïnflateerde bedragen voor een simpel toeristenmenu en bedelende zigeuners bij de toeristenbezienswaardigheden, zijn niet echt de bestemmingen voor ons merken we steeds vaker. We wandelen wat door de stad en brengen vooral veel tijd door op terrasjes op strategische punten, om met open mond te aanschouwen hoe de toeristenindustrie op volle toeren draait. Langzaam maar zeker komen we in de buurt van Malaga. We gaan nog voor een paar dagen naar een camping bij Marbella om deze fameuze, of is het inmiddels beruchte, stad te bezoeken. Ooit een magneet voor de rijken van Europa om er een tweede huis of een jacht te hebben, tegenwoordig is het sinds de economische crisis van 2008 een stad in een schizofrene positie. Wordt het ooit weer die glamourbestemming van weleer, of wordt het een bestemming waar vooral snel en waarschijnlijk oneerlijk rijk geworden Russen neerstrijken, die eerder een afstotende dan aantrekkende werking hebben. Wij ervaren het stadje vooral als een verouderd badplaatsje dat waarschijnlijk zijn beste tijd heeft gehad. De glamour spat er niet echt meer vanaf. In Malaga ontmoeten we de ouders van Edwin die de steekas zonder problemen mee hebben kunnen nemen met het vliegtuig vanuit Brussel. Door de aanslagen van vorige maand was er veel controle op het vliegveld van de Belgische hoofdstad, maar de enigszins op een bazooka lijkende steekas, werd zonder problemen geaccepteerd. We verblijven een paar dagen op het vakantieadres van de ouders van Edwin, waar we in een paar uurtjes tijd de steekas vervangen (zie ook het artikel over de steekas), waardoor we weer met een gerust hart op pad kunnen. |
|
Een lagune in Doñana National Park |
|
Kamperen op de stadscamping van Sevilla |
|
De kathedraal van Sevilla |
|
Moderne architectuur in Sevilla |
|
Zicht op de haven (Puerto José Banus) in Marbella |
|
<Vorige weblog> | |