Engels | Nederlands
Reggae, rum en criminaliteit
Cienfuegos (Cuba) naar Long Road (Jamaica), februari 2015

Na precies 30 dagen komt er een einde aan ons bezoek aan Cuba. Vooral de steden Havana en Matanzas hebben indruk op ons gemaakt. Deze steden voldeden namelijk het meeste aan onze verwachtingen die we hadden van Cuba: kleurrijke wijken met oude koloniale gebouwen die op instorten staan, en waarin oude rokende Amerikaanse auto’s voor het vervoer van alle dag zorgen. De andere steden van Cuba die we hebben bezocht waren ook mooi, maar eigenlijk was het een soort herhaling van wat we in Havana en Matanzas hebben gezien. Het landschap is ons het meest tegengevallen. We moeten wel toegeven dat we alleen de westelijke helft van het land hebben bezocht, en daar heeft het landschap ons niet kunnen bekoren. Na een maand waren we dan ook klaar om naar de volgende bestemming te gaan: Jamaica.

Maar voordat het zover was, verbleven we eerst nog vier dagen op de Kaaiman Eilanden. De vlucht van Cuba naar Jamaica hadden we namelijk geboekt bij Cayman Airways, waarbij de mogelijkheid werd geboden om een tussenstop van enkele dagen te maken. Die klein Caraïbische eilandgroepje is vooral bekend geworden als belastingparadijs. Veel bedrijven hebben hier hun ‘hoofdkantoor’ gevestigd waarmee ze op een slimme manier belastbare winsten in andere landen proberen af te romen en naar de Kaaimaneilanden te schuiven, waar een belastingtarief van 0% is. Maar ook veel toeristen weten de Kaaimaneilanden tegenwoordig te vinden. Het gaat hier vooral om zonaanbidders en cruiseschiptoeristen. Daarnaast zie je er een enkele duiker, omdat de Kaaimaneilanden een aantal hele mooie duikplekken heeft (zie ook ons artikel over de Kaaimaneilanden).

Een bus om door een tunnel te gaan voor brommerrijders in Havana
 

Op vrijdag 13 maart vlogen we uiteindelijk naar Jamaica. In tegenstelling tot Cuba is Jamaica een klein eiland en dus gemakkelijk te overzien. In een maand kun je de meest interessante delen van het eiland bezoeken. Wat we vooraf van Jamaica wisten was eigenlijk niet veel. Natuurlijk kenden we de stereotypen zoals Reggae muziek, de Jamaicaanse rum en het feit dat het land een slechte reputatie heeft voor wat betreft criminaliteit. In Cuba werden we nog door een paar Amerikanen gewaarschuwd die zeiden dat er een grote kans was dat we in Jamaica zou worden vermoord. “That country is totally fucked up” is wat hij ons verzekerde. We lieten ons natuurlijk niet van de wijs brengen en waren ervan overtuigd dat het wel zou meevallen als je een aantal basisregels in acht zou nemen. Gezond verstand gebruiken en je intuïtie volgen brengt je een heel eind is onze ervaring.

Ons bezoek aan Jamaica begon in Montego Bay, een stad die we vooral kennen van de Kokomo hit van de Beach Boys. Veel bezoekers aan Jamaica ontwijken de twee grote steden van het land, Montego Bay en Kingston, waar de criminaliteitsproblemen zich concentreren. Toch wilden wij ook deze twee bestemmingen bezoeken; al is het maar voor een paar dagen. Montego Bay heeft twee compleet verschillende gezichten; alsof de stad schizofreen is. Het centrum van de stad is grimmig met een iets wat intimiderende sfeer. Daarom heen liggen een paar arme wijken waarvan je precies moet weten welke wijken voor reizigers veilig genoeg zijn om te bezoeken. Buiten het centrum wordt het anders. De meeste reizigers verblijven in één van de hotels aan Gloucester Avenue. Hier liggen ook de stranden van Montego Bay. Dit gebied is weliswaar grotendeels veilig, maar door de grote hoeveelheid ‘hustlers’, mannen die iets aan reizigers willen verdienen, is het geen plek waar je heen gaat om rustig te relaxen. Vandaar dat veel toeristen die in de Montego Bay area verblijven, voor een all-inclusive optie kiezen.

Het typisch Jamaicaanse strand van Treasure Beach
 

Na onze Jamaicaanse introductie in het kolkende Montego Bay zijn we naar de zuidkust van het eiland overgestoken om de rust van het strandleven te ervaren. We verbleven eerst een paar dagen in een dorpje met de naam Black River, waarna we iets westelijker zijn gereisd naar Treasure Beach. Dit is ongetwijfeld de meest relaxte plek van Jamaica. Hier gebeurt helemaal niks. Ondanks dat het dorpje al decennia lang wordt bezocht door buitenlandse toeristen, is alles er stil blijven staan. Er is geen grootschalige ontwikkeling en de handvol hostels die er zijn richten zich vooral op individuele reizigers die hier vaak voor wat langere tijd verblijven. Dit is het Jamaica zoals we dat voor ogen hadden: een rustig zandstand met wat vissersbootjes en bouwvallige keetjes van waaruit Rastafari’s bier en rum verkopen. Het bestellen gaat niet altijd even gemakkelijk omdat de Reggae songs die uit de gettoblasters schallen communicatie bijna onmogelijk maakt. Treasure Beach is ook een populaire bestemming voor westerse vrouwen van middelbare leeftijd die op zoek zijn naar wat Jamaicaanse liefde. Daar waar je in zuidoost Azië vaak oudere westerse mannen ziet die op zoek zijn naar jonge blaadjes, is dat hier in Treasure Beach precies andersom.

Na Treasure Beach zijn we naar Mandeville gegaan. Mandeville is nog een echt Jamaicaans stadje zonder de problemen en hectiek van zijn grotere broers. Wij kwamen hier vooral voor het landgoed met de naam Marshalls Pen, één van de beste plekken in Jamaica om de lokale vogels te zien (zie ook ons artikel over vogel spotten in Jamaica). Het stadje heeft ook nog een prachtige oude groentemarkt waar alle lokale fruit en groente kan worden aanschouwd. Via Kingston zijn we vervolgens naar Port Antonio gegaan, eveneens een klein leuk stadje, maar ditmaal aan de noordkust. Ook dit is een prima bestemming voor mensen die een echt Jamaicaans stadje willen verkennen zonder rekening te houden met de gevaren die in de grote steden op de loer liggen. Daarnaast is Port Antonio een prima uitvalsbasis voor het bezoek aan één van de prachtige stranden die ten westen van de stad liggen. Vooral Winnifred beach is bijzonder, omdat het één van de laatste publieke stranden is van de regio. In Jamaica is het helaas zo dat de mooiste stranden onderdeel worden van ontwikkelingsprojecten waardoor ze uiteindelijk private stranden van resorts worden.

Nu zijn we aanbeland in een kleine dorpje met de naam Long Road. Hier is een klein ‘low key’ hostelletje (Zion Country resort) met simpele kamertjes (gedeelde badkamer) die uitkijken op de baai van Manchioneal. Dit is de perfecte plek om de hectiek van de Jamaicaanse steden even achter ons te laten en te genieten van de rust. We gebruiken deze plek ook als uitvalsbasis voor ons bezoek aan Ecclesdown Road, één van de andere goede plekken van Jamaica om vogels te zien, waaronder de twee endemische papegaaien van het land, de Jamaica Amazone en de Geelsnavel Amazone. Hier gaan we het nog wel even uithouden.

Ivonne geniet van een Red Stripe biertje op haar verjaardag
Het hectische centrum van Montego Bay
In dit type openbaar vervoer busjes passen ruim 20 passagiers
Het Marshalls Pen Landgoed vroeg in de ochtend
Relaxen op het Winnifred strand in de Portland provincie
 
<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us