Engels | Nederlands |
|
Op zoek naar de zon | |
Dubrovnik (Kroatië) naar Epidavros (Griekenland), november 2011 |
|
Na een mooi verblijf in Dubrovnik (Kroatië) is het tijd om weer verder te gaan. Een dag rijden scheidt ons van Albanië; één van de landen in Europa waar we ons vooraf het minste van konden voorstellen. Het is een lange dag rijden, waarbij onze Toyota ons over de slechte wegen van Montenegro naar het stadje Elbasan in Albanië brengt. Vooral de bergachtige rit van de hoofdstad Tirana naar Elbasan is prachtig. Ruim een week verblijven we in Albanië. In Elbasan overnachten we op een soort truckstop, waar we gebruik mogen maken van de sanitaire voorzieningen van de eigenaar die op het stuk land woont. Het stuk grond die men gebruikt als truckstop, wordt tevens gebruikt als kippenren en voor het verbouwen van groenten en fruit. De kinderen roosteren maïskolven voor ons en de verse eitjes zijn ook meer dan welkom. Middels dagtochten verkennen we het noordelijke deel van Albanië en bezoeken we de hoofdstad Tirana. Daarna schuiven we op naar het pittoreske Berat, waar we het oude centrum en het kasteel bezoeken. De omgeving van Berat leent zich er ook prima voor om onze Toyota een keer goed te testen op zijn off-road capaciteiten. Deze test doorstaat hij glansrijk, waardoor we zonder problemen over de slechte, rotsachtige paden door een afgelegen gebied kunnen rijden. Albanië is een prachtig en interessant land om te bezoeken. Het is een wereld van verschil met West Europa. De Albanezen hebben het ultieme concept ontdekt om in de mooiste auto’s te kunnen rijden zonder daarvoor echt te werken (zie ook: Wij stelen hier geen auto’s en Albanië, een land met twee gezichten) waardoor ze uitgebreid te tijd hebben om te relaxen in één van de vele koffiehuizen. Albanië is echter ook erg bergachtig en mooi (zie ook de foto impressie), waardoor je in dit land genoeg te bekijken en te beleven hebt. |
|
Athene gezien vanuit de Acropolis |
|
Via de prachtige kustroute langs de Adriatische zee, rijden we Griekenland binnen. Een grensbeambte bezorgt ons geen al te warm welkom (zie ook: Niet zo welkom meer), maar verder bereiken we zonder problemen het kustplaatsje Parga. In Griekenland is het laagseizoen al echt begonnen, waardoor er slechts weinig campings geopend zijn. Om enigszins binnen ons budget te blijven, is het voor ons wel van belang om te kunnen kamperen. Op die manier zijn de kosten voor overnachten laag en kunnen we, door zelf te koken, ook vermijden dat we altijd in restaurants moeten eten. Griekenland is immers al lang niet meer het goedkope land van enkele decennia geleden. Sinds de invoering van de euro zijn de prijzen flink opgelopen en ondanks dat het gemiddelde inkomen van de Grieken het laagste uit de Europese Unie is, zijn de prijzen in de supermarkten hoger dan in Nederland. Op internet hebben we daarom uitgezocht welke campings er allemaal open zijn en met die plaatsnamen in gedachten hebben we een route uitgestippeld. Parga is onze eerste bestemming. We kamperen pal op het strand en het weer is deze dagen prachtig. Overdag een stralend blauwe hemel en de temperatuur bereikt de 23 graden wel. Gedurende de avond koelt het flink af, maar in onze slaapzakken is het ’s avonds in de auto goed te doen. Vanuit Parga rijden we via het mooie Pindos gebergte naar Meteora. Meteora is een plaats die ons altijd zal bij blijven. Een fabelachtig gebied waar bergpieken uit het niets opdoemen. Op enkele van deze pieken zijn eeuwenoude kloosters te gebouwd. Voor wandelaars een geweldig gebied, maar ook voor mensen die slecht ter been zijn, is er genoeg te genieten. Een goede weg verbindt de diverse kloosters met elkaar en vanaf die weg zijn er ook prachtige vergezichten. Het is vreemd dat we voorheen zelden van dit gebied hadden gehoord, want de schoonheid rechtvaardigt meer naamsbekendheid. De meeste West-Europese toeristen gaan alleen naar Griekenland voor een typische strandvakantie op één van de eilanden, maar Meteora is toch ook zeker een bezoek waard. James Bond wist dat overigens in 1981 al; de climax van “For Your Eyes Only” speelt zich hier af; dus als je overweegt om Meteora te gaan bezoeken kun je die film bekijken, maar moet je zeker ook even door onze foto-impressie klikken. Vanuit Meteora trekken we verder zuidoostwaarts om in het relatief ontoeristische Stylida te belanden. Het weer slaat volledig om en het is deze dagen koud, regenachtig en bewolkt. Zelfs gedurende de dag komt de temperatuur niet boven de tien graden uit; absoluut geen goed kampeerweer. We overnachten op een nagenoeg uitgestorven camping, waar de eigenaar het gelukkig geen probleem vindt dat we met auto en al kamperen op het uitgestorven overdekte terras. We zitten dus in ieder geval droog. De tijd wordt nuttig besteed door aan de website te werken en de auto van wat onderhoud te voorzien. We peilen olie (verbruik van olie is nagenoeg nul) en de smeernippels moeten worden gevet. Verder spenderen we een maandagochtend in een lokaal koffietentje. Het is opvallend hoeveel jonge mensen hier zitten, die je eigenlijk aan het werk zou verwachten. De financiële crisis is hier duidelijk nog niet toegeslagen! | |
Griekenland's antwoord op de St. Mont Michel van Frankrijk: Monemvasia |
|
Bij de wereldberoemde archeologische site Delphi, slapen we uiteindelijk twee nachten in een klein pension. Het weer is wat opgeklaard, maar op 600 meter hoogte is het ’s avonds met een flinke wind toch echt te koud om te kamperen. Het laagseizoen werkt hier in ons voordeel, met flinke kortingen op hotelovernachtingen. We kietelen ons deze avonden met echt Grieks fast-food als avondeten: Pita broodjes met Giros! Ondanks dat wij een goede hamburger met friet toch ook altijd kunnen waarderen, is dit eigenlijk nog veel lekkerder. We begrijpen wel dat de Griekse jeugd tot de dikste van Europa behoord; je hebt een sterke ruggengraat nodig om dit lekkers dat op iedere straathoek voor een redelijke prijs te koop is, te laten liggen. Als er weer eens een Griek met een dikke kont voorbij komt lopen, dan denken we direct aan alle pitabroodjes die naar die billen zijn gezakt. Vanuit Delphi reizen we verder naar Athene, de Griekse hoofdstad waar we ons zo veel van hadden voorgesteld. Athene viel ons echter wat tegen; wellicht omdat het ultieme hoogtepunt van de stad, de Acropolis, volledig in de steigers staat. Het is allemaal wel mooi, maar niet echt bijzonder. Uiteindelijk vinden we het uitzicht vanaf de Acropolis over de stad en het Archeologisch museum het meest bijzondere van de stad. We blijven hier uiteindelijk niet te lang en gaan na enkele dagen verder naar Epidavros, de plaats waar het best bewaarde theater van de Griekse oudheid staat. Het is prachtig weer en we besluiten op een grasveldje voor het theater te kamperen op een zogenaamde gedoogplaats. Met bordjes wordt duidelijk gemaakt dat kamperen verboden is, maar van deze plaats is bekend dat het uiteindelijk wel gedoogd wordt. Het toeval wil dat we deze avond worden vergezeld door zowel een Belgisch als een Sloveens gezin. Beide gezinnen hadden we al eens vluchtig eerder gespoken en dit is een prima gelegenheid om met elkaar door te kletsen. Het Belgische gezin rijdt in een 30 jaar oude Mercedes camper en de Slovenen hebben een 30 jaar oude Hymer-Mercedes camper. Zeer aardige mensen, die uiteindelijk hebben besloten datgene te gaan doen waar veel mensen alleen maar van dromen: met het gezin voor een langere tijd op reis gaan. De Belgische kinderen vinden het duidelijk leuk om iemand te zien waarmee ze “Belgisch” kunnen praten en dat vinden wij natuurlijk ook gezellig. Als de kinderen eenmaal te bed liggen komt de drankvoorraad van de verschillende auto’s te voorschijn. Wijn, Raki en alles in dusdanige hoeveelheden dat we die avond allemaal prima slapen. De volgende ochtend nemen we afscheid van de Belgen en de Slovenen. Zij reizen de komende week samen verder, terwijl wij eerst het mooie agrarische Argolis gebied willen verkennen. Griekenland heeft voorlopig nog voldoende te bieden; hier houden we het nog wel enkele weken vol.
|
|
<Vorige weblog> | |