Engels | Nederlands
Zuid India
Aurangabad (India) naar Colombo (Sri Lanka), januari 2011
Op 3 januari vinden we het weer veilig om op pad te gaan. We hebben de feestdagen afgewacht in Aurangabad, omdat in deze tijd van het jaar ook veel Indiërs op pad gaan, met als gevolg dat het moeilijk kan zijn een hotelkamer te vinden. Zeker in de meer toeristische plaatsen. Vanuit Aurangabad nemen we de bus naar de stad Pune. Pune ligt op drie uur rijden van de Indiase metropool Mumbai (het vroegere Bombay) die we bewust overslaan. Mumbai is zoals veel andere steden in India druk en ongezond. De luchtkwaliteit is zeer beroerd. Het schijnt zo te zijn dat een dag in Mumbai equivalent is met het roken van 22 sigaretten. Mumbai slaan we dus maar even over, zeker omdat we ook nog twee andere Indiase metropolen op de agenda hebben staan: Bangalore en Chennai.

We blijven twee nachten in de oninspirerende stad Pune, waarna we met een lange busrit van 10 uur naar Goa reizen. Goa is de kleinste provincie van India, en ongetwijfeld ook de meest bekende. Alhoewel Goa als vakantiebestemming zijn hoogtijdagen heeft gehad, zijn de stranden van deze provincie nog vooral populair bij Engelsen en de nieuwe rijken uit Rusland. We hebben lang getwijfeld of we Goa zouden bezoeken. We zijn namelijk geen echte strandmensen en ook het imago van Goa staat ons niet aan. Regelmatig lazen we in de Indiase kranten over het hoge criminaliteitsgehalte van de staat. Verkrachtingen van en moorden op buitenlandse toeristen is helaas geen zeldzaamheid. We arriveren in Panaji, de hoofdstad van Goa. De eerste indruk is goed. Het is in tegenstelling tot de meeste steden in India een mooi stadje. Er zijn nog behoorlijk wat koloniale gebouwen uit de Portugese tijd bewaard gebleven en de mensen zijn vriendelijk. We bezoeken onder andere Oud Goa, de voormalige hoofdstad van de provincie waar nog een aantal spectaculaire kerken bewaard zijn gebleven. Ook boeken we een vierdaags verblijf op het Backwoods Camp.

Het strand van Palolem in het zuiden van Goa
 

Het Backwoods Camp is een simpel resort aan de rand van één van de nationale parken van Goa. Goa is nog verbazingwekkend groen gebleven in tegenstelling tot veel andere delen van het land. Vandaar dat het in Goa ook mogelijk is veel vogels te zien, waaronder een behoorlijk aantal endemische soorten. Ons verblijf in het Backwoods Camp blijkt uiteindelijk een groot succes te zijn (zie ook het artikel over het Backwoods Camp). Absoluut hoogtepunt was het zien van een paar Ceylon Kikkerbekken (Ceylon Frogmouths), een vogelsoort die we nog nooit hadden gezien. Na ons bezoek aan het Backwoods Camp besloten we toch om een paar dagen aan het strand te gaan doorbrengen. We kozen wel bewust voor een rustiger strand. De stranden in het noorden van Goa worden massaal bezocht door bierdrinkende Engelsen waardoor er een onrustig nachtleven is ontstaan. In dit gebied staan ook de meeste luxe resorts waar pakketreizigers massaal in verblijven. Vandaar dat wij besloten naar het relatief rustige Palolem Beach te gaan, op ongeveer drie uur reizen met de openbare bus ten zuiden van Panaji. Uiteindelijk blijkt het een prachtige plek te zijn. Het strand is een strand zoals je ze vaak op ansichtkaarten ziet; prachtig wit met wuivende palmbomen er langs. Ook de drukte valt ons mee. Natuurlijk is het zo dat langs de gehele lengte van het strand hotelletjes en restaurants zijn gevestigd, maar de ontwikkeling is wel op een sfeervolle manier gerealiseerd. Er zijn nog geen grote resorts aan dit strand, waardoor de vakantiegangers aan dit strand vooral individuele reizigers zijn.

We blijven uiteindelijk zes dagen in Palolem Beach. We doen niet veel meer dan lekker ontbijten, lunchen en dineren op het prachtige zandstrand. Af en toe natuurlijk onder het genot van een koud biertje. Na zes dagen nemen we dan ook weer deels met pijn in ons hart afscheid van Goa. En dat is verassend, omdat ons beeld vooraf niet echt rooskleurig was van deze provincie. De volgende bestemming is Hampi in de provincie Karnataka. Hampi is één van de meest beroemde archeologische bezienswaardigheden van India. Een absolute ‘must see’ volgens de meeste mensen die er geweest zijn. We nemen vroeg in de ochtend een bus in Palolem Beach naar Margao, waar we overstappen op een bus naar Hubli. Daar arriveren om drie uur in de middag waarna we besluiten om ook de resterende vier uur via Hospet naar Hampi die dag nog af te leggen. Na een lange busdag arriveren we in het inmiddels donker geworden Hampi. We vinden een klein en zeer simpel hotelletje voor een ook niet al te hoge prijs (€ 6 euro per nacht). We spenderen drie dagen in Hampi en vinden Hampi en de omgeving mooi maar niet heel bijzonder. In de omgeving zijn een aantal oude tempels te bezoeken die nog goed bewaard zijn gebleven. Een mooie sfeer hangt er niet meer, omdat deze tempels ook voor de Indiërs toeristische attracties zijn geworden. In India zijn vele mooiere tempels te vinden die nog wel een authentieke sfeer uitademen.

Oude tempels in Hampi
 

Vanuit Hospet, nabij Hampi, nemen we de lokale bus naar Bangalore, een stad zonder echter bezienswaardigheden, maar wel de stad die het meest geassocieerd wordt met de Indiase IT-sector. Veel mensen in deze stad verdienen tegenwoordig hun geld in de Informatie Technologie waardoor er een behoorlijke middenklasse is ontstaan. Dat wil echter niet zeggen dat er geen armoede meer is in Bangalore. We verblijven in het gebied rondom Mahatma Gandhi Road, het gebied in de stad waar de nieuw verworven rijkdom het beste zichtbaar is. De Indische jeugd die werkzaam is bij één van de vele IT-bedrijven in de stad paradeert er rond in westerse kleding terwijl luxe restaurantjes en koffietenten druk worden bezocht. Ook bezoeken we in Bangalore een winkelcentrum waar onder andere Louis Vuitton en een aantal dure horlogemerken zich als aasgieren hebben gevestigd op zoek naar het nieuwe geld.

Na Bangalore zit ons bezoek aan India er bijna op. We nemen de bus naar Chennai, waar we overstappen op een bus naar Mammalapuram. Net zoals Hampi is ook Mammalapuram een archeologische toeristenbestemming omdat een aantal oude tempels goed bewaard zijn gebleven. Wellicht hebben we de laatste maanden iets teveel tempels gezien, maar ook deze tempels doen ons hart niet echt sneller kloppen. Maar Mammalapuram is desondanks een prettig dorpje en een prima alternatief voor een verblijf in de vieze en hectische stad Chennai. Na een aantal dagen in Mammalapuram te hebben doorgebracht nemen we de bus naar het vliegveld van Chennai vanwaar we op 30 januari naar Sri Lanka vliegen (zie ook de column: De veiligheid van Chennai's vliegveld: kinderlijk eenvoudig te omzeilen?):. De eerste indruk die Sri Lanka op ons achter laat is erg positief. We zijn in Colombo en de stad maakt een schone en prettige indruk op ons. Het land lijkt ook veel rijker te zijn dan India. Of deze eerste indruk ook juist blijkt te zijn, zullen we de komende zes weken gaan merken.

 

<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us