Engels | Nederlands |
|
De veiligheid van Chennai’s vliegveld: kinderlijk eenvoudig te omzeilen? | |
Colombo (Sri Lanka), 31 januari 2011 |
|
India is helemaal in de ban van het terrorisme. Sterker nog, net zoals in de VS zijn ze hier in India geobsedeerd door alles wat met terrorisme te maken heeft. Alles heeft natuurlijk te maken met het feit dat ook India regelmatig het doelwit is van terroristen; islamitische organisaties van buiten de landsgrenzen en vrijheidsstrijders en maoïsten vanuit hun eigen bevolkingsgroepen. Mede daardoor worden de vliegvelden van India als een fort bewaakt. Het vliegveld van de metropool Chennai, de op drie na grootste stad van India, is daar geen uitzondering op. Chennai is de stad van waaruit wij van India naar Sri Lanka vliegen. Onze vlucht vertrekt pas rond middernacht, maar omdat we al om twaalf uur in de middag ons hotel moeten verlaten, denken we de resterende tijd door te brengen op het vliegveld. Moderne vliegvelden van tegenwoordig zijn namelijk prima plekken om de tijd te doden. Veelal zijn het halve winkelcentra geworden met prima restaurantjes, comfortabele koffietentjes en uiteraard Wifi, om nog even de email te kunnen checken. Maar niet in Chennai. Nog voordat we de vertrekhal in kunnen lopen, worden we tegengehouden door een bewapende militair. Na een blik op ons ticket te hebben geworpen is zijn boodschap duidelijk: passagiers mogen pas drie uur voor vertrek de vertrekhal in. We zijn echter niet voor één gat te vangen. Met een zielige blik in ons ogen zeggen we dat het voor ons veel te warm is om in de buitenlucht te moeten wachten, waarna we al snel toestemming krijgen om door te lopen. Maar heel veel nut heeft het niet. Faciliteiten, waaronder bijvoorbeeld stoelen, zijn er namelijk niet, althans niet voordat je kunt inchecken. Er rest ons niets anders dan het vliegveld weer te verlaten en per trein naar het centrum van Chennai te reizen om daar onze tijd door te brengen. Onze bagage laten we achter bij de ‘left luggage’ faciliteit van het vliegveld. Ook deze faciliteit krijgt niet de schoonheidsprijs, want als we terug komen blijkt Ivonne’s tas door het personeel te zijn doorzocht op waardevolle spullen. Die hebben ze echter niet kunnen vinden. We zijn nu binnen drie uur voor vertrek van onze vlucht. We kunnen dus inchecken. In de chaotische vertrekhal is het moeilijk te achterhalen wat het proces is. We vliegen met de prijsvechter Spicejet en omdat de tickets zo goedkoop zijn, hebben ze schijnbaar geen geld voor voldoende en goed opgeleid personeel. De jonge medewerkers spreken slecht Engels en zijn gemakkelijk te beïnvloeden door voordringende Indiërs die nog van alles aan de balie denken te kunnen ritselen. Nadat we op een gescheiden plek onze bagage hebben laten scannen, kunnen we op een andere plek in de hal inchecken. Twee maal het plezier dus van lange en ongeorganiseerde wachtrijen. Na het inchecken schuiven we aan in de rij van de immigratie. Na de stempel te hebben ontvangen, hebben we nog één stap te overbruggen, namelijk de veiligheidscontrole waar je, samen met je handbagage, wordt gecontroleerd. Ook hier staat uiteraard een forse rij. Als we bijna aan de beurt zijn om onze tassen op de lopende band van het röntgenapparaat te zetten en door de metaaldetector te lopen, kruipt er een kindje over de vloer langs ons af. Ze is het wachten ongetwijfeld beu geworden en is op zoek naar afleiding. Al snel ziet ze een stopcontact in de vloer zitten waarop de metaaldetector is aangesloten. En zoals zo vaak in Azië, zijn de meeste stopcontacten voorzien van een aan-uit-knop, om het stopcontact in en uit te kunnen schakelen. Het duurt dan ook niet lang voordat het kindje vol overgave het stopcontact aan het in en uitschakelen is door met haar vingertje het knopje te beroeren. Aan de lampjes op de metaaldetector is te zien dat het apparaat met hoge frequentie wordt in- en uitgeschakeld. Al snel heeft haar vader in de gaten dat dit niet de bedoeling is en haalt het kind op. Het kind heeft echter precies voldoende keren gedrukt om het apparaat uit te schakelen, waardoor er geen zoemer meer afgaat als passagiers door de metaaldetector lopen. Het uitschakelen van het apparaat is de veiligheidsmensen overigens ontgaan. En dat is ook niet verwonderlijk omdat het personeel niet echt de indruk maakt gedreven met hun taak bezig te zijn. Met elkaar kletsen is de belangrijkste bezigheid en de man achter het scherm van het röntgenapparaat heeft zichtbaar moeite zijn ogen open te houden. Maar als hij zijn ogen open heeft, heeft hij ze niet in zijn zak zitten. Hij geeft een collega de opdracht een tas van een familie te doorzoeken en na een tiental seconden is de vis gevangen. Een half litertje Fanta wordt uit een tas gehaald en de familie wordt verteld dat dit dus niet mag. Bij de meeste vliegvelden verdwijnen dit soort flesjes linea recta in de vuilnisbak, maar deze veiligheidsman vindt dat echter overdreven. Hij zal denken: “als de familie een slok uit de fles neemt en niet ter plekke neervalt, zal het geen gevaarlijke bom zijn”. Het vervolg is voorspelbaar. Eerst neemt het kind van de familie een paar slokken uit het flesje en wanneer zijn buik vol is, is oma aan de beurt. Terwijl de veiligheidsman dit alles tevreden staat te aanschouwen loopt een volgende passagier met een volle fles water, althans dat hopen we, door de beveiliging heen zonder terug te worden gefloten. Schijnbaar heeft de man achter het röntgenapparaat toch weer even zitten dutten en heeft deze vis de mazen van het net weten te vinden. Maar de man achter het röntgenapparaat slaapt gelukkig niet altijd. Kort daarna wordt de veiligheidsbeambte die zijn ogen strak op het Fanta flesje had gehouden, toch weer even aangeschopt. Hij duikt wederom een tas in en haalt er een echt ‘moordwapen’ uit. Jawel, een gekleurd springtouw waarvan de handvaten uit Disney-figuren bestaan. Het kind van de betreffende familie kijkt dan ook beteuterd als de strenge veiligheidsman het springtouw in beslag neemt. Ivonne en ik kijken elkaar verbaast aan terwijl we de veters van onze wandelschoenen weer vastmaken nadat ze grondig zijn gecontroleerd. Zijn de sterke veters van onze schoenen een minder gevaarlijk moordwapen dan het kleurrijke springtouw van de kleuter? Wij denken van niet. De conclusie is snel gemaakt. Echt heel moeilijk is het in India niet om iets in het vliegtuig te krijgen wat er niet thuishoort. Maar goed, we hebben ons in India al vaker verbaasd over hoe hun veiligheidssysteem in elkaar zit. Ze zijn bijvoorbeeld uitermate verbaasd dat terroristische groepringen het land binnen kunnen komen om aanslagen te plegen, zoals laatst nog op het super-de-luxe hotel in Mumbai. Mede als gevolg daarvan werd de grens met Pakistan, het land waarvan men denkt dat de terroristen afkomstig zijn, hermetisch afgesloten. Ook het visumsysteem werd versoberd waarvoor het voor goedwillende toeristen moeilijker is geworden om een bezoek aan India te brengen. Dat de terroristen vervolgens via Nepal binnenkomen, een buurland waarmee de grens volledig open is en waarop geen enkele manier controle plaatsvindt, heeft men echter nog niet kunnen bedenken. Onbegrijpelijk! Maar goed, er zijn wel wat meer zaken in India die onbegrijpelijk zijn. Incredible India!, zeggen we maar weer eens op een cynische manier, refererend naar de slagzin van het Indiase Bureau van Toerisme om het land als vakantiebestemming op de kaart te zetten. |