Engels | Nederlands
Twee hoogtepunten in Iran
Hamadan (Iran) naar Qazvin (Iran), 2-Jul-07 / 16-Jul-07
De afgelopen weken zijn weken geweest met twee absolute hoogtepunten. In de eerste plaats hebben we een bezoek gebracht aan de Iraanse familie die we tijdens ons eerste bezoek aan Iran in 1998 hebben leren kennen, en daarnaast hebben we een poging gedaan om de 5671 meter hoge Mount Damavand te beklimmen. Mount Damavand is de hoogste berg van Iran.

Het bezoek aan de familie was zoals verwacht grandioos. Evenals in 1998 werden we met open armen ontvangen en hebben we de mogelijkheid gekregen om eens een aantal dagen te zien hoe het gezinsleven in Iran is. Uiteraard stond ons bezoek ook in het teken van bijpraten over wat er de afgelopen negen jaar allemaal is gebeurd, en uiteraard bezoekjes brengen aan de familieleden en kennissen die we in 1998 ook hebben ontmoet. In het gezin is de afgelopen jaren wel het een en ander veranderd. De dochter is inmiddels getrouwd en heeft reeds een 6 jarig zoontje. Daarnaast zijn de twee zonen die we destijds al pubers hebben leren kennen, volwassen kerels geworden. De man des huizes (leraar Engels) is inmiddels gepensioneerd, maar houdt er als een soort van bijverdienste nog een aantal landbouwactiviteiten naast. De familie bezit een aantal hectaren grond buiten het dorp waarop onder andere druiven worden verbouwd. Ook wat betreft techniek is er het één en ander veranderd. Iedereen heeft tegenwoordig een mobiele telefoon, en daarnaast beschikt de familie over internet (weliswaar een zeer langzame inbelverbinding) en satteliet-tv. Iets wat negen jaar geleden absoluut ondenkbaar was.

Drukke winkelstraat in het centrum van Hamadan.
 
Het is ongelofelijk hoe leuk het is om een aantal dagen met de Iraanse familie door te brengen. Je wordt als een familielid opgenomen en iedereen stelt alles in het werk om het je naar de zin te maken. Gelukkig zijn er nu iets meer mensen die Engels spreken waardoor het voeren van echte gesprekken gemakkelijker wordt. Uiteraard zijn er ook nog veel familieleden waarmee je alleen wat woordjes kunt uitwisselen. De dagen die we doorbrengen met de familie zijn wel vermoeiend. Je staat namelijk de gehele dag in het middelpunt van de belangstelling en je ontmoet erg veel mensen. Vooral het bezoek aan de Iraanse bruiloft was één van de hoogtepunten van het bezoek aan de familie (zie column: Popster voor een avond). Wie je ook ontmoet, men is altijd even vriendelijk.

Na het bezoek aan de familie zijn we doorgereisd naar de hoofdstad Teheran. Echter niet voordat we met de familie de afspraak hebben gemaakt dat we na ons bezoek aan Mount Damavand opnieuw een bezoek aan hen zullen brengen. Ze vonden namelijk dat we veel te kort zijn geweest (2 dagen) en hadden het liefst dat we een maand zouden blijven. Het compromis is uiteindelijk dat we binnenkort terugkomen voor nogmaals 3 dagen. Langer dan de twee dagen konden we niet blijven gezien onze afspraken rondom de beklimming van Mount Damavand. Evenals in 1998 was het weer een cultuurschok voor wat het verkeer in Teheran betreft. Alle verkeersregels die we ooit hebben geleerd kunnen we voorlopig vergeten aangezien in Teheran het recht van de sterkste geldt. Veel mensen denken dat steden als Parijs, Rome of Londen voor wat betreft het verkeer chaotisch zijn. Vergeet dat maar gerust. In Teheran moet je constant op je hoede zijn om niet aangereden te worden door een bus, auto of vooral motorfiets. De motorfietsen zijn het ergste aangezien je ze overal kunt tegenkomen en vanuit alle richtingen. Motorfietsen rijden tegen het verkeer in, en rijden over het trottoir of door de bazaar om het drukker verkeer op de straat te vermijden. Daarnaast heeft men weinig respect voor verkeerslichten en al helemaal niet voor zebrapaden. Als voetganger moet je je werkelijk tussen het razende verkeer mengen om de straat over te steken.

De bijkomende ergernis is dat het vele verkeer tot enorme overlast van uitlaatgassen leidt. Ten eerste komt dat door het feit dat men oude auto’s gebruikt (voornamelijk Paykans die één op 7 rijden en een constante blauwe/zwarte rook uitblazen) en daarnaast door het bijna agressieve rijgedrag van de Iraniërs. Hoe kort de afstand ook is tot de volgende verkeersophoping, men zal het niet laten zo snel mogelijk te accelereren. Gevolg van dit alles is constant rode ogen, een geïrriteerde keel en een lichte hoofdpijn de eerste dagen dat je in de stad bent.

Een motorfiets in Teheran kan voor alles worden gebruikt.
 
We zijn in totaal 3 dagen in Teheran gebleven. Sowieso om de laatste voorbereidingen te treffen voor de beklimming van Mount Damavand (zoals het kopen van handschoenen) en natuurlijk om een aantal highlights te bekijken zoals o.a. het Golestan Palace en het nationaal museum van Iran.

Op dinsdag 10 juli hebben we de bus genomen naar het plaatsje Pooloor, nabij Mout Damavand. Hier hebben we gids Hamid ontmoet. Hij zal ons de komende dagen op sleeptouw nemen richting de top van de berg. Vanuit Pooloor heb je al een prachtig zicht op deze enorme reus. We kunnen haast niet geloven dat we binnenkort op de top zullen staan. Dat we uiteindelijk de top hebben gehaald is puur dankzij ons doorzettingsvermogen. De laatste honderd meters waren echt een hel waarbij we hebben ervaren dat het hoofd nog wel wil, maar waarbij de benen op slot gaan. Met heel veel moeite hebben we het toch gehaald (zie artikel: Mt. Damavand: de beklimming van een stevige roker). We hebben ons wellicht iets te veel laten opjutten door de zeer ervaren Hamid (lid van het Iraanse Nationaal Mounteneering team). Normaal staat er een klimtijd van 7 uur voor de laatste dag terwijl wij ondanks de moeite na 5 uur op de top stonden. Omdat we tijdens de beklimming onze benen “opgeblazen” hadden was de afdaling ook een hele beproeving. Zeker ook omdat we slechts 5 minuten op de top konden blijven. Door plotselinge sneeuwval en veranderende windrichting (waardoor kans op zwavelvergiftiging toenam) moeten we al snel met de afdaling beginnen. Al met al een hele onderneming waar we met trots op terug kijken.

Het reizen in Iran gaat overigens prima. De meeste steden zijn bereikbaar via een goed bussysteem en de wegen zijn in prima staat. Het kopen van een busticket bij één van de busmaatschappijen heeft wel wat voeten in aarde. Ten eerste vanwege het feit dat bijna niemand Engels spreekt, en ten tweede omdat we het lokale schrift niet kunnen lezen. Als je dan ook nog weet dat ze in Iran een ander datumsysteem hanteren, kun je je voorstellen dat het niet gemakkelijk is een buskaartje te kopen. Gelukkig is er altijd wel iemand in de buurt die wil helpen. In de lange afstand bus is het tegenwoordig geoorloofd om als man en vrouw langs elkaar te mogen zitten. Dit was 9 jaar geleden nog een uitzondering. Gelukkig wordt een lange busrit hierdoor wel wat gezelliger.

Op dit moment zijn we voor de tweede keer op bezoek bij de familie. Na dit bezoek zullen we ze ongetwijfeld lang niet meer zien. Ze doen er wederom alles aan om ons thuis te laten voelen. Gisteren zijn we bijvoorbeeld naar Zanjan geweest waar we inkopen hebben gedaan. Vanmiddag staat een bezoek bergen in de buurt op het programma. Morgen is de laatste dag bij de familie en zal ongetwijfeld in het teken staan van het naderende afscheid. Overmorgen vertrekken we namelijk naar Esfahan. Op dat moment zetten we echt koers naar het zuiden nadat we de afgelopen 4 weken in het noorden en westen zijn blijven hangen.

Komende dagen zullen overigens spannend zijn. We moeten namelijk in Esfahan ons visum gaan verlengen (visum loopt af op 22 juli). Mocht de visumverlenging niet lukken, dan moeten we als de wiedeweerga naar de Pakistaanse grens reizen om Iran te verlaten. Daarnaast moeten we ook op zoek naar een computerdeskundige. De afgelopen dagen hebben we namelijk ergens een computervirus opgelopen (Trojaans paard). We hopen dat het virus zonder problemen kan worden verwijderd. Genoeg om handen dus de komende dagen.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us