Engels | Nederlands
Myanmar?
Nagthali (Nepal) naar Kathamndu (Nepal), 27-Dec-07 / 08-Jan-08
Tweede kerstdag waren we nog in de Himalaya. Daarna hebben we nog enkele dagen kunnen genieten van de prachtige vergezichten en de frisse, schone lucht. De overgang kan bijna niet groter zijn wanneer we met een acht uur durende autorit terug rijden naar Kathmandu. Wanneer we de Nepalese hoofdstad in de verte zien, valt de dikke laag geelbruine smog die over de stad hangt direct op. Het is daarom niet vreemd dat vele lokale mensen in Kathmandu mondkapjes dragen om te voorkomen dat ze de vieze lucht inademen. Schijnbaar is 12% van de kindersterfte toe te wijzen aan de vervuilde lucht. Wij blijven ruim een week in Kathmandu en voor ons blijven de klachten door de vervuilde lucht beperkt tot een verstopte neus en gevoelige ogen. Deze kleine ongemakken worden ruimschoots gecompenseerd door wat Kathmandu te bieden heeft aan haar bezoekers.

Kathmandu is een stad die overvol is met prachtige monumenten en gebouwen. Het is vooral leuk dat deze gebouwen nog echt onderdeel zijn van het dagelijkse leven. In de tempels wordt nog volop gebeden en geofferd, maar er wordt ook gewoon een potje geschaakt. Het voormalige koninkrijkje Patan is prachtig, met een enorme dichtheid aan tempels. Alles is op loopafstand en wanneer je door de oude steegjes loopt dan is het net alsof je in een openluchtmuseum bent. Veel van het leven speelt zich op straat af. Zo worden er beesten op straat geslacht en kleding wordt gedroogd op de hekjes die om de tempels staan. Ook het bezoek aan Pashupatinath was indrukwekkend. Pashupatinath is een tempelcomplex aan de voor Hindoes heilige rivier de Bagmati, waar op grote schaal openluchtcrematies plaatsvinden (zie het artikel over Pashupatinath).

Een zicht op de vele prachtige tempels van Patan
 
Ons verblijf in Kathmandu was ook om een andere reden spannend. We hebben namelijk in Kathmandu een poging gewaagd om een visum voor Myanmar (Birma) te krijgen. We achtten de kans daarop klein gezien de onrust in Myanmar het afgelopen halve jaar. De inwoners van Myanmar worden sinds 1962 onderdrukt door een militair regime en zo af en toe leidt dat tot een grote opstand onder de bevolking. In 2007 waren het vooral de monniken die het niet langer pikten en daarom de straat opgingen. De militaire junta sloeg echter hard terug, wat resulteerde in mensonterende taferelen en vele arrestaties. Myanmar was enkele maanden wereldnieuws, maar nu de militaire junta de rust heeft ‘hersteld’ lijkt Myanmar voorlopig weer van de voorpagina’s te zijn verdwenen. We hebben een aanvraag voor een visum ingediend bij de ambassade van Myanmar in Kathmandu en tot onze verbazing werd het visum zonder problemen afgegeven na twee dagen. Uiteraard hebben we wel moeten tekenen voor het feit dat we begrijpen dat de situatie in Myanmar een binnenlandse aangelegenheid is. Als we ons tijdens ons verblijf toch inmengen in de binnenlandse situatie, dan kunnen we worden vervolgd. We kunnen dus wederom naar Myanmar vertrekken, nadat we er in 2002 ook al eens een maand zijn geweest.

De meningen zijn verdeeld of het wel of niet verstandig is om als reiziger naar Myanmar te gaan. Kortweg zijn er twee meningen. De eerste groep, de pro-boycot groep, vindt dat Myanmar zowel op toeristisch als zakelijk vlak geboycot moet worden. Zij stellen dat elke internationale interactie met Myanmar een legitimatie is voor het repressieve beleid van het militaristische regime in Myanmar. Daarnaast is veel toeristische infrastructuur in het verleden aangelegd door middel van dwangarbeid. Een derde belangrijk argument van de pro-boycot groep is, dat toeristen door hun bezoek geld in het laatje brengen van de junta. Dit geld wordt vervolgens weer gebruikt om de inwoners van Myanmar te onderdrukken. Uiteraard is er ook een keerzijde aan deze medaille. De andere groep, de antiboycot groep, vindt juist dat er wel toeristen moeten afreizen naar Myanmar. Ook zij dragen een aantal argumenten aan. Eén van de belangrijkste argumenten is dat de inwoners van Myanmar graag willen dat er internationale reizigers naar hun land komen. Zij zijn van mening dat een verdere afzonderingen van de rest van de wereld, zeker niet zal leiden tot een verandering van het regime in Myanmar. Sterker nog, vroegere boycots van landen als Irak, Noord-Korea en Cuba hebben bewezen dat een boycot niet helpt. Dit is ook het signaal wat we zelf van Birmezen hebben gehoord tijdens ons bezoek in 2002. Een tweede argument is dat van elke Euro die je besteed in Myanmar, het overgrote deel (meer dan 80%) terechtkomt in de private sector, dus bij de Birmezen die het echt nodig hebben. Een derde belangrijk argument is dat door de aanwezigheid van toeristen, het regime minder gemakkelijk haar inwoners kan onderdrukken. Dit gaat natuurlijk alleen op voor de gebieden die voor reizigers toegankelijk zijn.

De avond valt over Kathmandu
 

Uiteindelijk hebben we besloten om toch te gaan. De belangrijkste reden voor ons om te gaan is dat we weten dat het overgrote deel van de Birmezen echt wil dat je komt. Ze willen niet het “vergeten volk” worden en daarnaast geloven ze niet dat een boycot hen zal helpen een democratie te worden. Ook van inwoners van andere landen die onder boycots leven of hebben geleefd, zoals de inwoners van Iran en Libië destijds, weten we dat het “gewone volk” de boycots vaak niet begrijpt en dat het wellicht eerder averechts werkt, zoals in Iran het geval is. De uiteindelijke slachtoffers van de boycot is namelijk altijd het gewone volk. De Iraanse regering gebruikt de boycot om haar eigen volk te laten zien hoe slecht de westerse wereld is. Hierdoor wordt een gezamenlijke vijand gecreëerd waardoor de Iraniërs zelfs sterker achter de regering gaan staan! Daarnaast is het natuurlijk uitermate hypocriet van de westerse wereld om wel een boycot uit te vaardigen tegen een land als Myanmar en niet tegen even dictatoriale regimes in Tibet, Cuba, Vietnam en vooral China. Ten slotte is het zo dat een boycot nooit zal werken als slechts een deel van de wereld er aan mee doet. De huidige boycot is afgevaardigd door de EU en de VS, maar niet door grootmachten als China, Japan en India. Zij handelen vrolijk met Myanmar door, wat onder andere tot gevolg heeft dat de economie van Myanmar op dit moment voor meer dan 60% wordt bepaald door China.

Met het visum voor Myanmar op zak, hebben we de afgelopen dagen gebruikt om de komende maanden van onze reis te plannen. Het visum voor Myanmar is namelijk slechts 28 dagen geldig, en daarnaast is het zo dat alle landsgrenzen met Myanmar gesloten zijn, zodat vliegen de enige optie is. Voordat we naar Myanmar afreizen willen we echter eerst nog een bezoek brengen aan Noordoost India en Bangladesh. Helaas is het zo dat de nationale vliegmaatschappij van Bangladesh, Biman, geen rechtstreekse vluchten meer heeft naar Yangon, de hoofdstad van Myanmar. Daarnaast is het zo dat Biman een klasse 2 maatschappij is (volgens de Amerikaanse luchtverkeer veiligheidsdienst) waardoor we waarschijnlijk toch niet met Biman zouden willen vliegen. Klasse twee betekent namelijk dat ze niet aan alle noodzakelijk geachte veiligheidseisen voldoen. Na flink wat uren op Internet te hebben doorgebracht en alle puzzelstukjes te hebben geanalyseerd, zijn we tot grofweg het volgende schema gekomen. We verwachten Nepal half januari te verlaten waarna we drie tot vier weken zullen doorbrengen in Noordoost India. Uiterlijk 8 februari dienen we India te verlaten voor Bangladesh, aangezien ons Indiaas visum op 8 februari afloopt. Vervolgens zullen we half maart van Dhaka (Bangladesh) per GMG Airlines (tweede vliegmaatschappij van Bangladesh) vliegen naar Bangkok in Thailand. Daar hebben we vervolgens een buffer van een week, voordat we met Air Asia vliegen naar Yangon in Myanmar. Daar blijven we vervolgens precies vier weken (28 dagen) waarna we weer terugvliegen naar Bangkok. Na terugkomst in Bangkok blijven we daar nog een weekje om ons Indonesisch visum (hopelijk) te regelen waarna we met een Air Asia vlucht eind april doorvliegen naar Kuala Lumpur in Maleisië. Deze Air Asia naar vlucht Kuala Lumpur hebben we nodig om te voorkomen dat we ook een Thai visum moeten regelen. Als je namelijk bij aankomst in Thailand kunt laten zien dat je een zogenaamd “onward” ticket hebt (bewijs dat je het land ook weer verlaat), word je vrijgesteld van een visum en kun je 30 dagen in Thailand verblijven zonder een visum aan te schaffen. En omdat een Air Asia vlucht ongeveer even duur is als een visum, hebben we voor de vlucht gekozen. We waren namelijk toch al van plan kort in Thailand te blijven aangezien we dit land voor verderop in de reis hebben gepland. Zo, nu hebben we voldoende gepuzzeld en is het tijd om naar onze laatste highlight van Nepal te gaan: Chitwan Nationaal Park.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us