Engels | Nederlands
Wachten op het Indonesische visum
Kanyakumari (India) naar Kuala Lumpur (Maleisië), maart 2012
Na het bereiken van het meest zuidelijke puntje van India zijn we langzaam maar zeker langs de westkust van India weer omhoog gereisd. Ons eerste reisdoel was de stad Thiruvananthapuram, in de volksmond gelukkig Trivandrum genoemd. De stad heeft voor de gemiddelde reiziger eigenlijk heel weinig te bieden. De reisboeken proberen nog wel een positieve draai aan de stad te geven door te melden dat er nog veel koloniale gebouwen te vinden zijn, maar eigenlijk is dat overdreven. We verblijven er een paar dagen om er de sfeer te proeven, maar heel veel meer bezienswaardigheden dan de mooi aangelegde dierentuin zijn er eigenlijk niet. Daarnaast is een bezoek aan de Café Coffee Day (De Indiase Starbucks) ook altijd de moeite waard.

Vanuit Trivandrum nemen we de trein naar het super toeristisch badplaatsje Varkala. Dit plaatsje, dat naast zonaanbidders ook heel veel spirituele reizigers in idem dito kleding en Yoga beoefenaars aantrekt, is een niet-Indiase enclave binnen India. Negenennegentig percent van de reizigers gaat naar de zogenaamde ‘klif’, een pad op een klif waarlangs alle hotelletjes en restaurants liggen, en van waaraf je een prachtig zich hebt op het lager gelegen strand. De locatie is fabelachtig en dit is een prima plek om je even aan India te onttrekken en lekker te genieten van een schone omgeving, een betrouwbare yoghurtfruitsalade en een goede bak koffie. Het is ook een prima plek om mensen te kijken. Hier zie je westerse toeristen in alle soorten en maten.

Ivonne assisteert een boswachter die wil fotograferen via onze verrekijker
 

Na een dag of vijf van de luxe van Varkala te hebben genoten, duiken we weer de Indiase chaos in. We nemen de trein naar Alleppey, onder reizigers vooral bekend vanwege het feit dat Alleppey het vertrekpunt is van de meeste ‘huisboottoertjes’ die heel veel reizigers doen en die vaak als een hoogtepunt van een bezoek aan de provincie Kerala worden gezien. De toer houdt in dat je een zogenaamde huisboot huurt waarmee je 24 uur over de pittoreske waterwegen rondom de stad vaart. Je eet en slaapt ook op de boot, die gebaseerd is op een oude rijstboot, waarmee rijst vroeger over de waterwegen werd vervoerd. Uiteraard zijn op de toeristenboten complete woningen gebouwd met slaapkamers, een zitgedeelte en een keuken. Wij zien af van een dergelijke toer omdat we de sterke indruk hebben dat de toer vooral een commerciële inslag heeft. De meeste uitbaters proberen je tijdens de tocht langs allerlei nederzettingen te varen waar handwerkwinkeltjes allerlei prullaria aan de man (lees: toerist) te brengen en waarvan de kapitein van je huisboot natuurlijk weer een commissie krijgt. Wij houden niet van dit soort ervaringen en lieten deze attractie dus graag aan ons voorbij gaan. Wij namen daarentegen de publieke ferry van Alleppey naar Kottayam, die voor een groot deel over dezelfde kanaaltjes vaart. En deze 2,5 uur durende ferry kost maar 10 Rupees per persoon (Euro 0,12).

In Kottayam beginnen we voor het eerst te ervaren dat de hete maanden in aantocht zijn. Het is half maart en we zijn gewaarschuwd dat het vanaf april zinderend heet gaat worden. We zijn zelfs Indiërs tegengekomen die zeiden dat het in die tijd te heet is om buiten over straat te lopen. We namen aan dat hij iets overdreef. De hitte zou de komende weken echter een minder belangrijke rol voor ons spelen. We reisden namelijk naar Kumily, dat op ongeveer 1000 meter hoogte ligt en het startpunt is voor een bezoek aan het Periyar Natuurreservaat. Periyar is erg populair bij zowel buitenlandse als binnenlandse toeristen omdat je een hoge mate van zekerheid hebt dat je wilde olifanten ziet. En wij zagen ze. Op één van de ochtenden tijdens ons verblijf in Kumily zijn we met een ongemotiveerde parkwachter een loopsafari gaan doen waarbij we tot tweemaal toe een groepje wilde olifanten hebben gezien. Ook zagen we veel mooie vogels, dus wat ons betreft was deze ervaring het bezoek al meer dan waard. Laat in de middag deden we nog een bootsafari op het meer van het reservaat, maar dit had meer weg van een Disneyland-ervaring dan van een bezoek aan een natuurreservaat.

Traditionele Chinese vissersnetten in Fort Kochi
 

Vanuit Kumily reden we in een prachtige rit naar Munnar, dat zelfs op ruim1600 meter ligt. Het weer was perfect; een graadje of 25 met een strak blauwe hemel. Munnar staat vooral bekend om zijn prachtige theevelden die in dit gebied liggen. We hebben er heerlijk gewandeld en ook het vogels spotten was er meer dan de moeite waard. We verbleven er een weekje en met een beetje tegenzin zijn we weer afgedaald naar de hete laaglanden. Het volgende doel was de bekendste stad van de provincie Kerala, Kochi. Kochi is een oud en sfeervol koloniaal stadje dat een belangrijke handelspost was in de koloniale tijd. Enkele kerken en gebouwen zijn bewaard gebleven en het stadje is wederom een toevluchtsoort voor de reizigers die de hectiek van India even willen verlaten. Wij echter niet, want wij verblijven in de chaotische, maar veel goedkopere zusterstad Ernakulam, twintig minuten per ferry van Kochi gelegen. Overdag waren we echter in Kochi te vinden omdat de schaduw die de oude bomen van Kochi boden en de zeewind een verblijf daar dragelijk maakte. In de avond reisden we terug naar Ernakulam, waar we tenminste authentiek Indiaas eten konden krijgen en waarna we probeerden te gaan slapen in onze kamer, waar het kwik overigens nooit onder de dertig graden Celsius kwam.

Ernakulam was trouwens ook de stad waar we een nare ervaring hebben gehad. We werden op straat aangesproken door iemand die het liefst onze schedels zou willen inslaan omdat hij ons (westerse toeristen) als schuldigen zag voor de stijgende voedselprijzen in zijn stad (zie ook de column: Het liefst zou ik jullie schedels willen inslaan). Zover is het gelukkig niet gekomen. De hitte nam met de dag toe en tijdens een heerlijke koffie bij de airconditioned Caffé Coffee Day, besloten we om India te gaan verlaten. We hebben in zuid India alles gezien wat we wilden zien en de vooruitzichten op nog warmer weer gaf ons geen lekker gevoel. Op de BBC zagen we dat het kwik in Mumbai al 43 graden Celsius aangaf en dat wij in Ernakulam met 36 graden dus nog goed wegkwamen. Op internet lazen we dat de vliegtickets van Kochi naar Kuala Lumpur goed geprijsd waren, dus de beslissing was snel gemaakt. Ruim 24 uur laten stegen we op om diep in de nacht in Kuala Lumpur te arriveren. We verbleven de rest van de nacht bij de McDonald’s van het vliegveld waar we enkele bekers koffie hebben gedronken om ons wakker te houden, en waar de eerste plannen werden gesmeed om terug te gaan naar Indonesië. De aanvraagformulieren zijn inmiddels bij de Indonesische ambassade ingediend. Nu maar afwachten of onze aanvraag wordt gehonoreerd.

 

<Vorige weblog>
   
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us