Engels | Nederlands
Lange busritten
Bagan (Myanmar) naar Mandalay (Myanmar), 04-Apr-08 / 14-Apr-08
Het is 03.15 uur als de wekker gaat. Het moet niet nog gekker worden. Vandaag staat de 10-12 uur busrit van Bagan naar het Inle Meer (het stadje Nyangshwe) op het programma. Zoals al eens eerder gemeld, reizen wij bij sterke voorkeur niet ’s nachts, iets wat veel andere reizigers overigens wel doen. Maar het reizen in Myanmar is wat dat betreft complex. Door de slechte staat van de wegen zijn de busritten vaak erg lang. Naar welke plaats je ook wilt reizen, je zit minimaal 6-8 uur in de bus of trein.

Maar goed, om 03.45 uur zitten we met onze slaperige ogen in de bus richting Nyangshwe. De bus is nog niet vol, en dat is een slecht teken. Dat betekent dat de bus nog vele malen zal stoppen om de lege plaatsten en uiteraard het gangpad op te vullen. Als de bus na anderhalf uur rijden en vooral veel stoppen vol is, is het tijd voor een ontbijt. De chauffeur heeft honger en daarom wordt de bus aan de kant gezet bij een soort van wegrestaurant. Bij dit soort wegrestaurants kun je meestal een aantal simpele warme gerechten krijgen, of je kunt je keuze maken uit het assortiment wat wordt aangeboden door de veelal kleine stalletjes en verkopers met grote manden op hun hoofd. De snack variëren van droge koekjes, tot fruit en samosa’s (gefrituurde deegdriehoekjes gevuld met een groentemix). Een half uurtje later hobbelen we met gevulde maag verder richting het oosten.

Kinderen zijn een belangrijk onderdeel van het Burmees waterfestival
 

In de stoel voor ons zit een Portugese vrouw van middelbare leeftijd. Ze reist alleen en we hebben al snel door dat ze niet het type is om lange busritten te maken in overvolle en oncomfortabele bussen. Om haar rit zo comfortabel te maken bedient ze ongevraagd zo’n beetje alle ramen aan onze zijde van de bus en probeert ze zoveel mogelijk gebruik te maken van plaats op de stoel naast haar. Nog voordat de stoel naast haar was bezet, had ze er al pontificaal haar tas opgezet, om aan te geven dat ze liever niemand langs zit had. Af en toe ging ze ook op de twee stoelen liggen om een dutje te doen. Maar zo werkt het natuurlijk niet in Myanmar (Birma), waar mensen vaak op het dak van de bus reizen omdat het in de bus gewoonweg te vol is. Een kwartiertje later stapt er een gezette vrouw in, die jawel, uiteraard naast de Portugese vrouw gaat zitten. God straft meteen dachten we. De Portugese heeft nog geprobeerd zoveel mogelijk ruimte voor zichzelf af te dwingen, maar ze was natuurlijk kansloos tegen deze Birmese “zwaargewicht”. Ze trok zich daarna wijselijk terug op haar eigen stoel, achter haar boek en zonnebril.

Op twee uur rijden van onze eindbestemming maken we nog een korte tankstop in Kalaw. Iedereen moet de bus uit. Nog voordat we goed en wel de bus hebben verlaten worden we aangesproken door een oudere grijze westerse man die de bus schijnbaar heeft staan opwachten. Het blijkt al snel dat hij Australiër is en dat hij de langst wonende buitenlander (10 jaar) is, in het gesloten Myanmar. Dit is mogelijk omdat hij getrouwd is met een lokale vrouw en vooral omdat hij iemand kent die een hoge positie heeft één van de Birmese ministeries. De Australiër is regelmatig bij deze busstop te vinden, in de hoop wat gesprekjes te kunnen aanknopen met buitenlanders. Na tien jaar Myanmar spreekt hij namelijk nog steeds geen Birmees. Als de bus is volgetankt springen we weer op de bus voor het laatste stukje van de rit naar het Inle meer. Al wegrijdend horen we de Australiër nog roepen: “Breng wat worst en kaas voor me mee mocht je in de toekomst nog een keer naar Kalaw komen!”.

Ivonne is zojuist "slachtoffer" geworden tijdens het waterfestival
 

Na een rit van elf uur stappen we gebroken uit de bus en delen met twee Franse reizigers een taxi naar onze, op elf kilometer gelegen, eindbestemming. We brachten vijf jaar geleden ook al eens een bezoek aan het Inle meer, zij het toen maar voor drie dagen. We willen er nu een week blijven om lekker uit te rusten. Niet alleen van de lange busreis van vandaag, maar vooral ook voor de volgende lange busreis van tien uur naar Mandalay. In het hotel ontmoeten we een Spaans koppel (Elisa and Hector). Ze zijn iets jonger dan ons en zijn ook voor langere periode op onderweg. We trekken een dag met ze op en ze vertellen ons enthousiast over yoga. Beiden zijn yogafanatici en ze hebben enkele weken geleden een intensieve cursus van een maand gevolgd in Thailand. Ze zijn zelfs zo enthousiast dat ze volgende week naar India reizen om een vervolgcursus te doen van wederom een maand. Wij hebben ook al eens overwogen een yogacursus te doen. De reden voor ons om een dergelijke cursus te doen is puur lichamelijk, en dus niet spiritueel. Wij geloven namelijk best in het feit dat je door lichamelijke oefeningen, uitgebreidere voedselkennis en meditaties een “soepeler” lichaam krijgt, gezonder kunt leven en beter tot rust kunt komen. We haken echter af als dergelijke cursussen spiritueel worden. Als er mannen met baarden, paardenstaarten en gekleed in lange gewaden ten tonele komen met ongefundeerde theorieën over dat je elke dag moet starten met het drinken van een liter water, je even moet springen om het water in je maag te laten klotsen en dat je dat water vervolgens weer direct moet overgeven om te ontgiften, dan zijn wij niet de juiste doelgroep.

Na een week in Nyangshwe te hebben doorgebracht (zie ook de foto-impressie over het Inle Meer), zijn we met de bus doorgereisd naar Mandalay. Ook Mandalay is een plek die we vijf jaar geleden al eens hebben bezocht. Het is niet de meest spectaculaire stad, maar het heeft wel een aantal interessante bezienswaardigheden in de directe omgeving. De laatste jaren heeft het militaire regime schijnbaar ontdekt hoe je op een makkelijke manier harde dollars kunt verdienen aan buitenlandse reizigers. Voor alles dien je tegenwoordig een toegangsprijs te betalen, ook voor plaatsen die vijf jaar geleden nog gratis waren. De belangrijke reden om naar Mandalay te komen was echter het waterfestival. Dit grootste festival in Myanmar duurt vijf dagen en wordt gevierd in aanloop naar het nieuwe Birmese jaar, dat dit jaar start op 17 april 2008. Tijdens deze dagen is het de traditie om iedereen nat te gooien die zich op straat begeeft. In het centrum van Mandalay staan overal mensen met emmers op straat om voorbij komende voetgangers, fietsers en overig verkeer nat te gooien. Op de belangrijkste wegen staan zelfs grote gesponsorde podia opgesteld waarbij het voorbijkomende verkeer met groter watergeschut wordt natgespoten. Sommige mensen hebben zelfs de beschikking over een soort van brandweerslang. Wij hebben helaas niet zo heel veel van het festival meegekregen. Op het einde van de eerste dag werd Ivonne grieperig waardoor we een groot deel van het festival aan ons voorbij hebben moeten laten gaan. Nu is ze weer bijna op de been. En dat is maar goed ook, want morgen staat de elf uur durende busrit naar Yangon op het programma. Ons bezoek aan Myanmar loopt bijna te einde.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us