Engels | Nederlands
Het jaar van de tijger
Liǔzhōu (China) naar Hong Kong (China), 23-Jan-10 / 14-Feb-10
Als je aan een Chinees verteld dat je van plan bent Guìlín te gaan bezoeken, dan zul je met een jaloerse blik worden aangekeken. Voor de meeste Chinezen, maar ook voor heel veel westerse reizigers, is Guìlín een droombestemming. Het spectaculaire karstgebergte dat in deze streek zijn hoogtepunt schijnt te beleven, spreekt bij iedereen tot de verbeelding. Wie aan het meest spectaculaire landschap van China denkt, denkt ongetwijfeld aan het karstgebergte in de omgeving van Guìlín. Vandaar dat we ook met heel hoge verwachtingen zijn afgereisd naar deze stad in de provincie Guăngxī.

Een lange en koude treinreis heeft ons in eerst instantie van Guìyáng naar Liŭzhōu gebracht. Na er een nachtje te hebben geslapen, hebben we de bus genomen voor de laatste twee uur naar Guìlín. De stad maakte echter weinig indruk op ons. Deels kwam dat ongetwijfeld door het weer. Het was koud en regenachtig waardoor het zicht beperkt was. De schrijver van ons reisboek was schijnbaar in een poëtische bui toen hij over Guìlín schreef: “De karsttopografie die van een andere planeet lijkt te komen dient als achtergrond van de stad die is gelegen aan de serene Li Rivier, en die wordt gekenmerkt door kleine meertjes en straten waaraan Osmanthus bomen staan die de straten vullen met een geur die je normaal niet associeert met Chinese steden”. Wij hebben Guìlín echter leren kennen als een drukke en miezerige stad met weinig spectaculaire bezienswaardigheden, waarvoor je overigens wel fors in de buidel moet tasten. Het duurde dan ook niet lang voordat we besloten verder te reizen naar het stadje Yángshuò, wat uiteindelijk een veel prettiger stadje is om te gebruiken als basis voor het verkennen van het karstgebergte in de omgeving. De meeste toeristen boeken een toer om met de boot vanuit Guìlín naar Yángshuò te reizen over de beroemde Li Rivier; zo ook wij. Aangezien deze toer zeer populair is, moet je er rekening mee houden dat je de rivier met tientallen andere boten deelt. De folder van de lokale toeristenautoriteit vermeldt zelfs trots dat het haventje vanwaar uit de boten vertrekken, een capaciteit heeft van drie miljoen bezoekers per jaar. Gelukkig bezochten wij het gebied in het laagseizoen waardoor het aantal toeristen meeviel. Maar desondanks dat, voeren ook wij in een colonne van meerdere boten van Guìlín naar Yángshuò.

Eén van de uitzichten tijdens de boottocht op de Li Rivier
 

Het is overigens leuk om te zien hoe de Chinezen dit soort uitstapjes beleven. Zoals zo vaak reizen ze in een groep die wordt geleid door een toerleider die de groep te woord staat met een megafoon. Het grootste deel van de drie uur durende toer zaten ze echter binnen in de boot om te kaarten, te bellen of te genieten van de lunch die werd geserveerd. Af en toe werd de groep door de toerleider naar het buitendek gemaand, als er een speciale bezienswaardigheid was. Zo hebben veel karstpieken die je langs de route kunt zien poëtische namen, zoals de “negen paarden wandschildering piek”, “Draakkop piek” en “Leeuw rijdend op een karper piek”. Uiteraard wordt er bij het zien van een dergelijke ‘speciale’ piek geposeerd waarbij men tijdens het poseren probeert uit te beelden om wat voor piek het gaat; bijvoorbeeld door een leeuw of draak na te doen. Het werd ook even hectisch op het dek toen we bij de plek arriveerden die op de achterkant van het 20 Yuan bankbiljet staat weergegeven. Mensen begonnen massaal te poseren, uiteraard met een biljet van 20 Yuan in hun hand (zie ook de video impressie van Guìlín naar Yángshuò).

We zijn uiteindelijk een week in Yángshuò gebleven waarbij we door middel van verschillende dagwandelingen het karstgebergte in de buurt hebben verkend. Als je enigszins de drukte wil ontwijken, zou je een wandeling moeten maken langs de Yulong Rivier. Het is een heerlijke dagwandeling om vanuit Yángshuò naar de Yulong Rivier te lopen, en vervolgens stroomopwaarts door de landbouwgebieden te wandelen naar de niet zo spectaculaire, maar meer dan 600 jaar oude Drakenbrug. Vandaar uit kun je één van de frequente bussen nemen terug naar Yángshuò. Verder is Yángshuò een prima plek om lekker te relaxen en te genieten van het heerlijke eten. Het is er echter wel zeer toeristisch, met als gevolg dat er heel veel mensen zijn die iets aan je willen verkopen. We hebben overigens een enkele dag zon gehad, maar helaas was het overwegend bewolkt en heiig waardoor we het karstgebergte niet in volle glorie hebben kunnen zien. Dat is jammer, maar onvermijdelijk. We kunnen immers niet altijd de bezienswaardigheden in het juiste jaargetijde zien.

Eindelijk na vele weken weer een lekker biertje op een terras in Yángshuò.
 

Het karstgebergte rondom Guìlín en Yángshuò was eigenlijk onze echte laatste bezienswaardigheid die we wilden zien in China tijdens dit eerste bezoek. De dagen daarna stonden vooral in het teken van de rit naar Hong Kong. We zijn in eerste instantie vanuit Guìlín naar Guăngzhōu (het voormalige Canton) gereisd. Deze megastad is typisch Chinees en heeft de bezoeker weinig te bieden. Na er een dag te hebben rondgekeken zijn we verder getrokken naar de stad Shēnzhèn. Deze rijkste stad van China, mede vanwege het feit dat de stad als Speciaal Economische Zone is aangewezen, heeft nog minder te bieden dan Guăngzhōu. De stad is ook één van de minder veilige steden van China aangezien het een magneet is voor vaak laag opgeleide en daardoor kansloze migranten die hier een beter leven proberen te vinden. Shēnzhèn ligt echter tegen Hong Kong aan en is om die reden een prima springplank naar die stad. Hong Kong is tegenwoordig onderdeel van China, maar geniet voorlopig nog een speciale administratieve status (SAR). Dat betekent dat Hong Kong zichzelf op alle vlakken bestuurt, met uitzondering van defensie en buitenlandse zaken. Hong Kong kent om die reden dan ook een beperkte vorm van democratie en ruimere persvrijheid (in tegenstelling tot de rest van China).

We zijn inmiddels enkele dagen in Hong Kong en hebben de stad als een mooie, prettige en vriendelijke stad leren kennen. Het is er wel duur, maar dan hadden we ook kunnen verwachten als je weet dat het gemiddelde bruto inkomen van een inwoner van Hong Kong 10% hoger is dan bijvoorbeeld die van een gemiddelde Nederlander of Canadees. Hong Kong is echter niet meer die typische Aziatische stad die bijvoorbeeld Bangkok, Kuala Lumpur of Jakarta nog wel is, door de vele westerse invloeden waaraan de stad onderhevig is. We maken ons nu op voor de festiviteiten van het Chinese nieuw jaar. Het is vandaag 14 februari, de eerste dag van het jaar van de tijger. Het is nu nog rustig op straat, maar dat schijnt later op de dag te veranderen als de Hong Kongers na de familiebezoekjes massaal de straat opkomen om onder andere de avondparade te gaan bekijken.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us