Engels | Nederlands
De badkamer delen met een Swami
Phu Quoc eiland (Vietnam) naar Hualien (Taiwan), 27-Aug-09 / 18-Sep-09
Na ons bezoek van een maand aan Vietnam zijn we terug gevlogen naar Kuala Lumpur in Maleisië. We hebben daar nog een aantal dagen doorgebracht, waarna we onze tassen weer hebben gepakt voor de volgende reisbestemming: Taiwan. Taiwan is een bestemming die niet door heel veel reizigers wordt aangedaan. Sterker nog, we zijn tot op heden nog niemand tegengekomen die een bezoek aan dit land heeft gebracht. Deels is dat wel te begrijpen. Taiwan is namelijk een land zonder echte grote bezienswaardigheden, en als je dan besluit om een reis naar Azië te maken, dan spreken landen als Thailand, Cambodja, Maleisië of China meer tot de verbeelding. Daarnaast is het prijspeil in Taiwan significant hoger dan in de meeste andere landen in deze regio.

In ruim viereneenhalf uur vliegen we van Kuala Lumpur naar Taipei, de hoofdstad van Taiwan. Een visum hebben we gelukkig vooraf niet hoeven regelen, omdat de Taiwanese immigratie aan veel westerse nationaliteiten een soort van visum bij aankomst afgeeft. De immigratie en douane formaliteiten verlopen soepel, en al snel staan we met onze bagage in de aankomsthal. Uiteraard worden we direct aangesproken door taxichauffeurs die het op een lucratieve rit hebben voorzien, maar bij voorkeur nemen we de bus. En die is er gelukkig. In minder dan een uurtje tijd worden we vanuit het vliegveld naar het hart van de stad gereden.

Wachten op de trein die ons van Taipei naar Jaoisi moet brengen
 

We vinden een heel klein hotelletje in het centrum van de stad, nabij het belangrijkste metrostation. We moeten wel even aan de prijs wennen, want voor een kleine kamer met stapelbed en een gedeelde badkamer vragen ze € 18. Dat is fors, zeker als je het vergelijkt met de prijzen voor hotels in andere landen van de regio. Bij voorkeur nemen we altijd een hotelkamer met eigen badkamer. Dat is een luxe die we ons graag permitteren. Maar helaas is dat hier niet het geval, dus steken we regelmatig met een wc-rolletje onder de arm de gang over naar de gedeelde badkamer. Dat de badkamer ook door anderen wordt gebruikt is direct zichtbaar. Het afvoergootje van de wastafel zit namelijk vol lange grijze haren, waarvan later blijkt dat ze van onze buurman zijn. De buurman die naast ons in een kamer zit is van Indische afkomst, heeft een lange grijze baard en idem dito haar. Voor het gemak noemen wij hem Swami, vanwege zijn sterke gelijkenis met een Indische yogagoeroe.

We verblijven een kleine week in Taipei en maken op die manier voor het eerst kennis met Taiwan. Wat ons direct opvalt, is de vriendelijkheid van de mensen, de sfeer die relaxed is en de georganiseerdheid van de stad. Het bus- en metrosysteem zijn effectief en efficiënt, en mensen gaan netjes in de rij staan in afwachting van de bus of metro. Ook in de restaurants gedragen mensen zich netjes. Het is er zelden luidruchtig, mensen smakken niet en er wordt bijvoorbeeld ook niet op de grond gespuwd. En dat verbaasde ons wel een beetje, omdat we hadden begrepen dat Taiwan in die opzichten erg zou lijken op China. En ondanks het feit dat we nog nooit in China zijn geweest, hebben we begrepen dat de eetgewoonten er schokkend kunnen zijn. Maar niet hier in Taiwan. Het land is schoon, georganiseerd, niet chaotisch, vriendelijk en uitermate prettig.

Een prachtige hangbrug in Taroko Nationaal Park
 

Na ons verblijf in Taipei hebben we de trein genomen naar het kleine stadje Jaoisi. Jaoisi schijnt één van de plaatsen in Taiwan te zijn, die beroemd is geworden vanwege de heetwaterbronnen. Samen met de Japanners, behoren de Taiwanezen tot de volkeren van onze aarde de helemaal maf zijn van heetwaterbronnen (‘hotsprings’). Rondom de belangrijkste bronnen van het land hebben zich stadjes ontwikkeld die voor het overgrote deel bestaan uit kuuroorden. Aangezien we die sfeer graag een keer zouden willen meemaken zijn we naar Jaoisi gereisd. Maar zodra we uit de trein stappen, komen we tot de conclusie dat het niet het type kuuroorden zijn die wij voor ogen hadden. Het is een lelijk betonnen stadje met tientallen hoogbouw hotels die zich allemaal ‘hotel & spa’ noemen. Wij hadden een iets meer pittoreske omgeving voor ogen, maar besluiten desondanks een aantal hotelletjes te bekijken, uiteraard in de lagere prijsklasse; de prijsklasse waar de normale Taiwanees ook naar toe gaat. De opzet van de meeste hotelletjes is hetzelfde. Er zijn kamers in verschillende prijsklassen waarvan de grootte van de badkuip gerelateerd is aan de hoogte van de prijs. Hoe hoger de prijs, hoe groter het bad. In de piepkleine tuin, en soms zelfs op de parkeerplaats van het hotel, is een soort van minizwembadje aangelegd dat als gezamenlijke ‘spa’ wordt aangeduid. Daar maakt echter zelden iemand gebruik van, omdat de meeste Taiwanezen er in dit geval voor kiezen lekker in hun spa (lees: badkuip) op de eigen kamer gaan zitten. Alle hotels zijn aangesloten op het waternetwerk van de heetwaterbron. We blijven een nacht in Jaoisi, maar besluiten wel direct dat we elders in Taiwan, op zoek gaan naar een meer voor de verbeelding sprekend kuuroord.

We reizen met de trein vervolgens verder zuidwaarts langs de oostkust naar het stadje Hualien. Hualien is de uitvalsbasis voor de grootste toeristische attractie van Taiwan: het nationale park Taroko. Het hoogtepunt van het park is een ongeveer tachtig kilometer lange kloof die door een rivier is uitgesleten uit een marmergebergte. De wanden van de kloof zijn vaak ijzingwekkend hoog. Door de kloof is over de gehele lengte een prachtige weg aangelegd, waardoor je tot diep in het park kunt doordringen. We gaan een aantal dagen wandelen in het park en we komen inderdaad tot dezelfde conclusie. Het park is spectaculair en mag terecht als één van de hoogtepunten van Taiwan worden gezien.

Onze volgende bestemming aan de oostkust is het verder zuidelijk gelegen stadje Taitung. Het stadje zelf stelt weinig voor, maar het is wel de springplank naar Green Island (het groene eiland). Dit vakantie-eilandje is razend populair bij de lokale toeristen, en voor ons daarom al een reden er een bezoek aan te gaan brengen. Het eilandje ligt op een uurtje varen uit de kust bij Taitung, en is daarom ook te bezoeken als dagtochtbestemming. Daarnaast heeft Green Island een andere belangrijke reden om er naar toe te gaan. Het eiland beschikt namelijk over één van de drie zout water heetwaterbronnen die de aarde rijk is. En belangrijker nog, het schijnt een publieke hotspring te zijn die prachtig aan de kust is gelegen. En vanwege ons debacle afgelopen week in Jaoisi, kunnen we niet wachten er een kijkje te gaan nemen.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us