Engels | Nederlands
Aan al het goede komt een einde
Tenom (Maleisie) naar Kuala Lumpur (Maleisie), 5-Jul-09 / 5-Aug-09
We zijn zojuist neergestreken op het terrasje van de Amerikaanse koffietoko Starsucks in het hartje van Kuala Lumpur, door ons zo genoemd vanwege de belabberde kwaliteit koffie die ze leveren. Maar goed, je zit hier zo lekker, dus we maken onszelf dan maar wijs dat we vooral betalen voor de prima locatie. We zijn aan het aftellen voor ons vertrek naar Hanoi in noord Vietnam. Ons bezoek aan Maleisië loopt dus ten einde. En dat is jammer, omdat het een mooi en vriendelijk land is waar we goede herinneringen aan hebben. Maar aan de andere kant opent het weer de weg naar een nieuw en onbekend land voor ons: Vietnam.

Wat we precies van Vietnam moeten verwachten weten we nog niet. We horen gemixte verhalen. Veel reizigers die ooit naar Vietnam zijn geweest vinden het een prachtig land, maar aan de andere kant is er ook een hele groep reizigers die de Vietnamezen minder ‘prettige’ mensen vindt. Het gaat dan natuurlijk om de Vietnamezen die hun geld in de toeristenindustrie verdienen. We zullen zien, maar beseffen ons terdege dat het moeilijk voor de Vietnamezen zal worden om de Maleisiërs, Bruneiers en Singaporezen te overtreffen. De mensen van deze landen zijn immers ongekend vriendelijk. En eigenlijk zonder uitzondering.

Wachten op de bus naar Singapore in Johor Bahru in Maleisie
 

Zoals eerder ooit beschreven vinden we Maleisië een mooi en vriendelijk land, maar valt het natuurschoon ons enigszins tegen. Wellicht heeft het te maken met de verwachtingen die we hadden voordat we ons eerste bezoek aan Maleisië brachten, maar van de fameuze regenwouden is weinig meer over. Wat dat betreft begint Maleisië heel veel op bijvoorbeeld Europa te lijken. De uitgestrekte wouden hebben moeten plaatsmaken voor landbouwgronden (in het geval van Maleisië vooral palmolieplantages) en steeds verder uitdijende steden en dorpen. In de meeste delen van Maleisië wordt hevig gebouwd. Overal verschijnen grote woonwijken en winkelcomplexen, die overigens voor een aanzienlijk deel nog leeg staan. Natuurlijk zijn er een aantal nationale parken die van ongekende schoonheid zijn, maar van uitgestrekte wouden is dus geen sprake meer. Ook niet op Maleisisch Borneo, waar de oprukkende palmolieplantages ronduit schokkend zijn.

Voor wat betreft het eten waren Maleisië, Brunei en Singapore, hemel op aarde voor ons. We kwamen uit Indonesië waar de kwaliteit van het eten in de goedkopere restaurants en straatstalletjes twijfelachtig is. Veel van de gerechten worden namelijk gefrituurd en het aanbod van groente was beperkt. In het westen is het vaak niet anders; de meeste mensen willen in een restaurant niet betalen voor een groentegerecht, waardoor het aanbod van groentegerechten beperkt is. In Indonesië viel het dus niet mee om de noodzakelijke vitaminen en mineralen tot ons te krijgen, in tegenstelling tot de calorieën. Die zaten er genoeg in de gefrituurde gerechten. In Maleisië, Brunei en Singapore was het gelukkig heel anders. Mensen houden hier van groente zodat je in elk restaurant een ruime keuze uit groentegerechten hebt. De goedkopere restaurants zijn overigens van het ‘buffet’ type. Je krijgt een bord witte rijst waarna je langs eens rij van bakken loopt waarin de verschillende vlees- en groentegerechten liggen. De herkomst van de meeste gerechten is wel herkenbaar, maar van sommige ook niet. Je schept de gerechten op die je lekker vindt (of lijkt) en aan het einde van de rij reken je af, waarbij de prijs afhankelijk is van het aantal gerechten dat je hebt opgeschept.

De was doen in een openbare wasserette in Little India (Singapore)
 

Daarnaast zijn de landen Maleisië, Brunei en Singapore gezegend met grote Indische gemeenschappen. En dat betekent een ruime keuze uit Indische restaurants. En als er iets is wat de Indiërs erg goed kunnen, naast natuurlijk programmeren, dan is het vegetarisch koken. Het is werkelijk inspirerend om te zien wat Indiërs aan smaakvolle gerechten kunnen maken zonder gebruik te maken van vlees. We begrijpen dan ook nog steeds niet waarom er in bijvoorbeeld Nederland zo weinig Indische restaurants zijn. De potentie is wat ons betreft zeker zo groot als die van Chinese restaurants. Het Maleisisch eten is dus iets wat we zeker zullen gaan missen de komende periode.

Langzaam maar zeker zijn we dus klaar voor het nieuwe avontuur. We hebben ons zojuist via het internet ingecheckt voor de vlucht naar Hanoi, de bankrekening waarvan we pinnen is weer bijgevuld, we weten wat de koers van de Vietnamese Dong is, hebben een noodzakelijke uitnodigingsbrief voor Vietnam geregeld, en gekeken of er een pinautomaat is op het vliegveld van Hanoi. En oh ja, we hebben via het internet ook achterhaald dat we met bus 7 of 17 vanuit het vliegveld van Hanoi naar het centrum van de stad kunnen, zodat we de taxiboeven kunnen ontwijken. Toegang tot het internet maakt het voor ons als moderne reizigers heel veel makkelijker. We zijn er dus klaar voor. Nog lekker even wegzakken op het terrasje van Starsucks en genieten van het heerlijke weer, de diversiteit aan voorbij lopende mensen en natuurlijk de slappe bak koffie.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us