Engels | Nederlands
Ecotoerisme in de zuiverste vorm
Manokwari (Indonesie), 9 juni 2009

Indonesië heeft een enorm probleem als het gaat om het behoud van haar Flora en Fauna. De bossen worden nog steeds in een hoog tempo gekapt. Wij in het westen zijn al snel geneigd om met een afkeurend vingertje dat gedrag af te wijzen. Daarbij vergeten wij echter dat wij in de afgelopen eeuwen precies hetzelfde hebben gedaan bij de ontwikkeling van onze gebieden. De ontwikkeling van een land start meestal met landbouwontwikkeling, en voor landbouw heb je grond nodig. Grond waarop voorheen bossen stonden.

De oplossing zal moeten worden gezocht in de hoek waarin de lokale gemeenschappen betaald gaan worden voor het behoud van de bossen. Als we met z’n allen vinden dat de bossen in bijvoorbeeld Indonesië voor toekomstige generaties behouden moeten blijven, dan zullen we daarvoor moeten gaan betalen. Alleen het argument gebruiken dat het ook voor de lokale bevolking beter is de bossen te laten staan, brengt op korte termijn geen brood op tafel, en is daarom ook geen oplossing. Op heel kleine schaal zijn we laatst getuige geweest van ecotoerisme in de meest zuivere vorm. Toen we op zoek waren naar een gebied op het Indonesische Papua waar we nog de paradijsvogel zouden kunnen zien, kwamen we terecht in een heel klein dorpje in het Arfak-gebergte, op ongeveer twee uur rijden van de stad Manokwari. Eén man, genaamd Zeth, heeft het belang ingezien van het behoud van de paradijsvogels in het bosgebied waarin zijn dorpje, waarin nog geen driehonderd mensen wonen, is gelegen. Zeth was voorheen zelf ook stroper die zijn geld verdiende met het vangen en verkopen van paradijsvogels. Nog steeds wordt er in de andere gebieden nabij zijn dorp illegaal gestroopt, maar door de inspanning van Zeth leven er in het kleine bosgebied waarop hij zijn activiteiten richt, nog zeven versschillende soorten paradijsvogels.

Maar zoals gezegd, ergens moet dit voor Zeth en zijn dorpsgenoten geld opleveren, want voor niks gaat immers alleen de zon op. Zeth heeft de oplossing gevonden in het feit dat er wereldwijd veel mensen zijn die de paradijsvogels graag een keer in hun natuurlijke habitat zouden willen zien. Hij heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een extreem goede gids die je met een behoorlijke zekerheid meerdere soorten paradijsvogels kan laten zien. In de drie volle vogelspotdagen dat wij in de bossen zijn geweest, hebben we zes van de zeven beschikbare soorten kunnen zien. De vogelaars brengen voor het dorp geld binnen door gebruik te maken van de diensten die de dorpsbewoners aanbieden. Je betaalt namelijk niet alleen voor de diensten van Zeth als gids, maar je betaalt ook voor het gastenverblijf waarin je verblijft, de kok die je eten prepareert, de dorpsbewoner die hout voor je sprokkelt en de dragers die je bagage naar de kampeerplekken in het bos sjouwen. Daarnaast betaal je een aantal verplichte donaties die ten goede komen aan het dorp. Zo is er een donatie voor de lokale school, de kerk en de dorpsgemeenschap.

De prijzen zijn enigszins geïnflateerd als je ze vergelijkt met de prijzen elders in Indonesië. Maar dat is ook begrijpelijk. De diensten die namelijk door de dorpsbewoners aan de toeristen worden aangeboden gebeuren per toerbeurt, dus die ene keer in de maand dat iemand voor een toerist kan werken moet voldoende geld op leveren. In ieder geval voldoende om ervoor te zorgen dat men niet alsnog gaat jagen in het bos of het bos gaan kappen ten gunste van nieuwe landbouwgrond. Ze zullen met andere woorden gecompenseerd moeten worden voor het feit dat ze inkomsten mislopen door de bossen in tact te laten. En dan nog steeds gaat het om bedragen die voor ons als westerling acceptabel zijn. Een kok of drager kost per dag 100.000 Rupiah’s (= € 7,-) en een nacht verblijven in het uiterst eenvoudige gastenverblijf kost je 70.000 Rupiah’s per persoon (= € 5,-). De extreem goede gidskwaliteiten van Zeth kosten 250.000 Rupiah’s per dag (= € 18,-) en als je gebruik wilt maken van één van de gecamoufleerde observatiehutjes die Zeth her en der in het bos heeft gemaakt, betaal je 100.000 Rupiah’s (= € 7,-) extra. Natuurlijk zijn dit voor Indonesische begrippen enorme bedragen, maar aan de andere kant ook weer niet als je je beseft dat er maar sporadisch vogelaars naar dit dorp komen. En in de tijd dat er geen betalende toeristen in het dorp verblijven, zullen de vogels toch beschermd moeten worden. Daarnaast besteed Zeth veel tijd met het bouwen van gecamoufleerde observatiehutjes, het onderzoeken welke vogels zich waar in het bos bevinden, en het opleiden van een aantal nieuwe gidsen. Als je weet dat zelfs National Geographic gebruik maakt van de diensten van het dorp bij het maken van de spectaculaire documentaires over de paradijsvogels, dan weet je dat het dorp op de goede weg is. Een voorbeeld van ecotoerisme in de zuiverste vorm.

Zie ook de korte film: The Arfakt Mountains - one of the last strongholds for the Birds of Paradise


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us