Engels | Nederlands
St Vincent en de Grenadines: Caraïbisch eilandhoppen
Carriacou (Grenada), 6 april 2015

Bij het plannen van onze reis door het Caraïbisch gebied, sprak de naam St Vincent en de Grenadines (SVG) ons direct aan. Een land waar we nog nooit van hadden gehoord en dat bestaat uit 32 eilanden in het Zuidelijke deel van de Kleine Antillen. Het bleek ook één van de landen waar je met publieke boten van het ene eiland naar het andere eiland kan hoppen. Vooraf hadden we ons dus al veel van SVG voorgesteld en gelukkig heeft het land ons niet teleurgesteld.

St Vincent en de Grenadines bestaat uit het hoofdeiland St Vincent en een lange sliert kleinere eilanden richting het zuiden, die de Grenadines worden genoemd. St Vincent is het economische hart van deze eilandennatie, maar ziet relatief weinig toeristen. Veel mensen vliegen naar St Vincent om meteen daarna per boot of klein propellertoestel naar één van de paradijselijke Grenadines te gaan, om daar hun vakantie door te brengen. Dit is jammer, omdat St Vincent veel te bieden heeft. Het eiland is voor ruim 30 procent bedekt met regenwoud en heeft de 1200 meter hoge Soufrière vulkaan die in enkele uren te beklimmen is. Helaas hebben wij deze laatste beklimming niet kunnen maken vanwege het regenachtige weer, maar de wandelingen in het Vermont Nature Reserve, waren ook zeer de moeite waard. Kingstown, de hoofdstad van het land, is wat ons betreft één van de leukste stadjes in het Caraïbisch gebied. Kleurrijke, koloniale huisjes sieren de straten die gevuld zijn met marktstalletjes. Kleine hutjes fungeren als barretjes. In krakkemikkige houten bouwwerken met een plastic zijl als dak, hangen mensen vanaf tien uur ’s ochtends rond met een fles bier in hun hand. Dit zijn waarschijnlijk de plaatsen waar de gemiddelde cruiseboottoerist zich niet op zijn gemak voelt. Het ziet er allemaal wat armoedig uit en hier heb je niet het gepolijste beeld dat veel mensen hebben van een droomvakantie in het Caraïbisch gebied. De mensen zijn er echter vriendelijk en altijd in voor een praatje. Velen hebben tijdelijk in Canada, de Verenigde Staten of Engeland gewoond en kunnen daarom meepraten over de barre winters in die landen. Lachend vertellen ze over de eerste keer dat ze door de vrieskou hadden gelopen en hoe zeer het deed toen ze hun handen hadden proberen te warmen onder stromend heet water. “Ye have to learn that kind of thing, men”, zeggen ze met een brede glimlach. De meesten zijn blij om weer terug te zijn in de tropen.

Het kleurrijke centrum van Kingstown, de hoofdstad van St. Vincent & The Grenadines
 

Vanuit St Vincent gaan er dagelijks publieke boten naar Bequia, een Grenadine eiland dat slechts tien kilometer van St Vincent verwijderd is. Ondanks de kleine afstand, is er een groot verschil tussen de eilanden. Bequia is een heuse toeristenbestemming en is vooral bij de “yachties” in trek. Yachties zijn reizigers die met een gehuurde of eigen jacht van eiland naar eiland trekken en daar aanleggen in pittoreske baaien. Pittoreske baaien zijn er genoeg in deze gebieden en aangezien SVG uit veel verschillende eilanden bestaat is het een perfecte bestemming om van eiland naar eiland te hoppen, zonder dat je te maken hebt met douane perikelen. Port Elizabeth is het voornaamste stadje van het eiland en hier vind je alles wat een yachtie nodig heeft: aanlegsteigers, supermarkten, brandstof en heel veel terrasjes en restaurantjes waar je kunt socializen met andere yachties. Voor de gewone reiziger is het leuk om het allemaal af te kijken. De ene boot is nog imposanter dan de andere en op de terrassen hoor je mensen vertellen wat hun reisroute tot nu toe is geweest. St Vincent hoort daar zelden bij en één yachtie zegt dat dit komt doordat het gevaarlijk zou zijn. “Daar zijn alleen maar lokale mensen” zegt hij met een angstig gezicht. Zijn gesprekspartner knikt instemmend en dan weten we dat we niet in de juiste kroeg zitten. Reizen in een land en dan alle mogelijke moeite doen om de lokale bevolking te omzeilen, is niet onze manier. Wij spenderen onze dagen op Bequia met enkele wandelingen. Het kleine eiland is eenvoudig te voet te verkennen. Tijdens de wandeling richting de zuidkust kom je langs gewone dorpjes en kleine vissershavens. Bij de noordoostkust liggen enkele mooie resorts en vakantiehuizen. De uitzichten over de kust zijn overal de moeite waard.

Vanuit Bequia, zijn we nog voor enkele dagen teruggegaan naar St Vincent om van daar uit naar Union Island te gaan. Op de meeste dagen gaat er een zogenaamde fast ferry, die de afstand van ongeveer 65 kilometer in een paar uurtjes aflegt. Op dinsdagen ben je echter afhankelijk van de Gem Star. De overtocht met de Gem Star is een belevenis op zich. Het is een heel lokale aangelegenheid. Het schip is meer een vrachtboot dan een passagiersboot, maar passagiers zijn meer dan welkom en kunnen op de bovendekken en in de kleine binnenruimtes comfortabel zitten. Dat komt goed uit, aangezien de reisduur lang is. Een dag voor vertrek hadden we nog geïnformeerd naar de verwachte vertrek- en aankomsttijd en toen hoorden we dat we om 12 uur ’s middags zouden vertrekken en dat we tussen de zeven en acht uur onderweg zouden zijn. Uiteindelijk vertrekken we met twee en een half uur vertraging, vanwege de grote hoeveelheid vracht die mee moet. Het schip wordt gebruikt om frisdrank naar de eilanden te brengen, maar er zijn ook bouwmaterialen aan boord. Wellicht zijn de mensen die kleine pakketjes aan boord dragen en die in het ruim neerzetten, het meest tijdrovend. Er staat wel een naam en adres op van de ontvanger op de pakketjes, maar niets is gesorteerd. De boot gaat via de eilanden Canouan en Mayreau naar Union, en bij iedere tussenstop moet er worden gezocht welke pakketten er van boord moeten. Hier kan nog wel wat logistieke verbetering plaatsvinden. Het is leuk om het schouwspel van een afstandje te bekijken, maar we waren wel blij dat we ons mentaal op een forse reisduur en vertraging hadden voorbereid. Twee Canadese dames hadden het officiële schema van de toeristeninformatie in hun hoofd en dachten dat ze binnen vier uur na vertrek in Union zouden arriveren. Om tien uur ’s avonds varen we uiteindelijk de haven van Union binnen.

Busjongen van routetaxi in Kingstown is nog op zoek naar passagiers
 

Op Union hebben we één volle dag doorgebracht. Het hoofdstadje Clifton is het epicentrum voor de yachties die willen genieten van Nespresso koffie (EUR 4) en Franse wijnen. Het stadje lijkt op een Caraïbische filmset met perfecte gekleurde huisjes, perfecte marktstalletjes en muziek van Bob Marley uit iedere geluidsbox. De rolverdeling is duidelijk: alle klanten in de restaurantjes zijn toeristen en al het bedienend personeel is lokaal. Aan de rand van het stadje zie je lokale taxichauffeurs bij een onooglijk barretje een pilsje pakken. Het voelt alsof we hier niet echt gewenst zijn. Men denkt waarschijnlijk: “we zitten al heel de dag tussen de toeristen; we willen onze vrije tijd liever met vrienden doorbrengen”. Daar is best wat voor te zeggen.

Een paar kilometer van Clifton, is het plaatsje Ashton. Hier ben je weer de enige toerist en dat merk je meteen aan de reactie van de mensen. Vanuit Ashton vertrekt er iedere maandag en donderdag een boot naar Carriacou, een eiland dat bij Grenada hoort. Mensen zijn erg hulpvaardig om ons uit te leggen hoe het allemaal werkt. We moeten om zeven uur ’s ochtends bij de steiger staan en dan gewoon afwachten totdat er genoeg vracht en passagiers zijn. Aangezien er geen immigratiekantoor in Ashton is en aangezien de immigratie in Clifton pas om negen uur in de ochtend open gaat, moeten we een dag eerder onze paspoorten laten afstempelen. Zo gezegd, zo gedaan. Met de juiste stempels in onze paspoorten, arriveren we een dag later om kwart voor zeven bij de steiger. De kleine zeilboot ligt al klaar, maar de knecht die op de boot werkt wijst ons waar we koffie kunnen halen. Het zal nog wel even duren. Bij een klein houten hutje maakt men twee grote tempexkoppen koffie (EUR 0,70). Om kwaliteit en warmte te waarborgen wordt er nog wat zilverfolie over de koppen gespannen. Een oma vraagt belangstellend of we met de boot naar Carriacou gaan en ze wens ons een gezegende vaart. Op de steiger, horen we enkele medepassagiers klagen over de vertraging die wordt veroorzaakt door twee mensen uit Grenada die hun immigratie niet goed hebben geregeld. Zij hebben hun stempels gisteren niet gehaald. Refererend aan ons zeggen ze “die twee Witten daar, die komen helemaal uit Europa en die weten wel hoe ze de regels moeten volgen”. Na een paar uurtjes kan de zeiltocht beginnen. Een uurtje zeilen over zee, een mooiere vorm van openbaar vervoer is er niet. Dit is zoals eiland hoppen in het Caraïbisch gebied volgens ons zou moeten zijn!

Selfie op de ferry van St. Vincent naar Bequia
Droomstrand op Bequia
Caraïbische architectuur in Port Elizabeth op Bequia
De ferry naar Canouan en Union Island wordt veelal nog met de hand geladen
Het piepkleine publieke bootje dat ons van Union Island naar Carriacou (Grenada) bracht
 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us