Engels | Nederlands
Sao Tome & Principe, parels van rust in Afrika
Sao Tome stad (Sao Tome & Principe), 23 mei 2005
De kleine vruchtbare eilanden ter hoogte van de evenaar, zijn een perfecte bestemming als je even wilt bijkomen van het reizen op het vaste land van Afrika of wanneer je enkele weken wilt doorbrengen in een weinig bezocht Afrikaans land.

Tot 1975 was Sao Tome & Principe een Portugese kolonie die men met name gebruikte voor het verbouwen van koffie en cacao. Verspreid over het land werden grote koloniale gebouwen neer gezet, die het centrum van de koffie/cacao productie waren. Deze zogenaamde Roça’s werden bewoond door blanke Portugezen en in kleine arbeidershuisjes rondom de Roça woonde de slaven die het feitelijke werk verrichtte. De slaven werden met name uit Angola, Mozambique en de Kaapverdische eilanden gehaald. Aan het einde van de 19e eeuw begon de druk op Portugal toe te nemen om de slavernij af te schaffen. In reactie daarop introduceerde de Portugezen het begrip “contracted worker”. Dit hield in dat “de geïmporteerde arbeidskrachten” werden gedwongen om een niet begrijpbaar contract te tekenen. Op basis van de dat contract kon men de werklieden “legaal” behandelen en misbruiken alsof het slaven waren. Indien een contracted worker bijvoorbeeld wegliep, werd dit gezien als contractbreuk en dat werd op een verschrikkelijke wijze bestraft (zelfs tot marteling toe). Deze gang van zaken met de contracten was een façade die ervoor zorgde dat Portugal nog tientallen jaren de slavernij kon voortzetten. In 1975 verkreeg Sao Tome als één van de laatste Portugese kolonies de onafhankelijkheid.

De recente geschiedenis van kolonialisatie en slavernij is nog steeds erg zichtbaar op de eilanden. In fort São Sebastião in Sao Tome stad is een museum ingericht voor degene die hierin is geïnteresseerd. Hier wordt op een duidelijke wijze, met foto’s, schilderijen, nagebouwde vertrekken en bijbehorende gebruiksvoorwerpen/meubilair de verhoudingen tussen slaven en slavendrijvers geschetst. De slaven levend in kleine hokken, de slavendrijvers levend in luxueuze suites met prachtig serviesgoed bedrukt met het wapen van de betreffende Roça. De slavendrijvers zittend aan een mooi gedekte tafel, terwijl de slaven met bespannen doeken moesten wuiven om enige verkoeling te brengen in de verzengende hitte voor hen.

Overal zie je nog prachtige koloniale gebouwen, die veelal in een slechte staat verkeren. Het lijkt erop dat de meeste panden niet meer zijn onderhouden sinds 1975, omdat de prioriteiten elders werden gelegd. Enkele oude Roça’s (o.a. Roça Bombai Roça de São João dos Angolares, Chamiço) zijn nu omgebouwd tot hotels en zijn een sfeervolle plaats om de nacht door te brengen. Vaak kun je er een maaltijd gebruiken, al moet je dat soms wel vooraf aangeven. Het eten is er eenvoudig maar lekker en vers. Een standaard maaltijd in een goedkoop restaurantje bestaat uit lekker gekruide, gegrilde, verse vis met gefrituurde bananen, salade en wat fruit. Dit alles spoelt men weg met een koel biertje. Na het eten verzamelen velen zich om de televisie van één van restaurantjes of cafés om daar naar het Portugese voetbal te kijken.

een man repareert zijn vissers-kano
 
Sao Tome & Principe heeft echter nog veel meer te bieden. De eilanden zijn bedekt met een prachtige dichte jungle, rondom opmerkelijke zwarte hoge rotsformaties die uit het niets om hoog rijzen. De eilanden hebben steile heuvels tot ruim 2000 meter hoog, waardoor je prachtige wandelingen kunt maken. De jungle loopt bijna door tot aan de zee, en wordt enkel van de zee gescheiden door het strand. Er zijn stranden in alle soorten: zwarte fijne zandstranden, witte zandstranden, rotsige stranden et cetera. Alle stranden hebben echter met elkaar gemeen dat ze worden omzoomd door de jungle of plantages. Dus, wanneer je zin hebt om af te koelen, dan pak je een pad dat richting de zee loopt en je laat je verrassen waar je uitkomt. Bijna altijd zul je een verlaten strand vinden om daar lekker van de rust te kunnen genieten. De stranden zijn veelal rustig en worden met name gebruikt door de vissers en de mensen die daar even willen bijkomen van hun werk op de plantage. Men zoekt dan een kokosnoot, en slaat met hun manchet (die nagenoeg iedere man bij zich draagt) een stuk eraf en rust even lekker uit. Echter, de belangrijkste bezoekers zijn de kinderen. Ook al ben je ergens op een afgelegen strand, na enige tijd komt er altijd wel een groepje kinderen die vol interesse komen kijken. Zij willen graag met je praten. Daarnaast vinden ze het leuk om voor te doen hoe je kokosnoten plukt en welke bessen je uit het oerwoud kunt halen. Ze zijn nieuwsgierig naar de bezoekers van hun eiland, en vinden het fantastisch om een tijdje met je op te trekken.

Kinderen kom je overigens overal tegen. Wanneer je bijvoorbeeld voor enkele dagen een auto huurt om het eiland te verkennen, dan springen er soms enkele achter op de bumper om een stukje mee te liften. Wanneer je de Roça’s bezoekt vindt men het leuk om je rond te leiden, en je ziet ze overal spelen met geïmproviseerd zelfgemaakt speelgoed. Met enkele plankjes en zelf gemaakte wieltjes worden karretjes gemaakt waarmee ze van de heuvels afscheuren. Een oude afgedankte schoen is van levensbelang om tijdig te kunnen remmen en men heeft te grootste lol.

Jongens rijden van een heuvel af op eigen gemaakte karretjes
 
Sao Tome & Principe zijn heerlijk relaxte eilanden. Wanneer je bijvoorbeeld van Sao Tome naar Principe wilt vliegen dan ga je naar het nationale vliegveld (naast het internationale vliegveld). Dit is een gammel gebouwtje met enkel een balie en een weegschaal om te bepalen of het totale gewicht van de bagage wel gedragen kan worden door de Twin Otters. Je geeft je kaartje af en gaat lekker naast de start- en landingsbaan zitten om te wachten tot je kunt vertrekken. Tot je stomme verbazing lopen de schoolkinderen in hun uniformpje en met de schoolboeken onder de arm over die zelfde baan naar school. Ook de kippen en varkens steken regelmatig over. Na een mooie vlucht van zo’n 150 kilometer, land je daarna op Principe. Een nog kleiner eilandje waar nog minder mensen komen (de meeste die er komen gaan naar Bom Bom island resort) en ook op dit eiland kun je lekker fietsen en wandelen.

Wat zo leuk is aan beide eilanden, is dat je op een kleine afstand alles kunt regelen wat je maar wilt. Wanneer je een wandeling naar de top van een van de pico’s (bergtop) wilt maken dan vraag je iemand die toch in die richting loopt om je daarbij te helpen. Je kunt dat wel alleen proberen, maar aangezien de jungle erg dicht is, en de meeste paden of wegen overgroeid en vergaan zijn is dat vaak moeilijk. Mensen zijn erg behulpzaam en vinden het leuk om je te leren kennen. Wanneer je hen wilt danken voor een dag gidswerk, het vrijmaken van de paden met hun manchet, en hun uitleg over de jungle dan vind men het gezellig gezamenlijk wat te gaan drinken en na enig aandringen is men blij met een kleine vergoeding. Hetzelfde geldt als je een tochtje wilt maken op zee, met één van de vissers in hun kano. Gewoon vragen, en je krijgt het geregeld.

Sao Tome & Principe zijn prachtige eilanden, en ondanks de geringe afmetingen heeft het voor ieders wat wils. Mensen zijn erg vriendelijk en behulpzaam, en men vind het leuk om dingen uit te leggen. Ondanks de armoede, is er voor iedereen voldoende uit de jungle en uit de zee te halen om de honger te verdrijven en men is trots om te laten zien hoe ze met de natuur om gaan. Sao Tome & Principe zijn eilanden die het verdienen om ontdekt te worden.


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us