Engels | Nederlands
Oost Mongolië: het domein van nomaden en een dronken monnik
Ulaan Baatar (Mongolië), 8 juli 2010

Oost Mongolië is voor veel toeristen onontgonnen gebied. Daar waar de meeste reizigers zich richten op de Gobi woestijn en het Noorden en het Westen van het land, willen wij graag een indruk krijgen van het Oostelijk deel van het land. Hiervoor vertrekken we vanuit Ulaan Bataar in Noordoostelijke richting. We reizen met onze Furgon (Russisch vierwiel aangedreven minibusje), die we Vladimir hebben genoemd. Het landschap is prachtig. Het is een soort teletubbie landschap, maar dan wat ruiger en vol met veldbloemen. De eerste avond slapen we in een soort blokhut op de plaats waar Chinggis Khaan de rol als leider van de Mongolen op zich nam. Vervolgens zakken we wat meer af richting het Zuiden. Onderweg bezoeken we diverse bezienswaardigheden, zoals kloosters. Die bezienswaardigheden zijn allemaal de moeite waard, maar wat ons betreft zijn het toch vooral het landschap en de nomadencultuur die je van dichtbij meemaakt die het meest aansprekend zijn. Mongolië is het dunst bevolkte land ter wereld en heeft slechts 2,8 miljoen inwoners, waarvan er een miljoen in Ulaan Bataar wonen. De rest van het landschap is wijds en uitgestrekt. Hekken blijkt men buiten de dorpen en stadjes niet te kennen. Het gebied buiten de overwegend kleine en stoffige nederzettingen is het domein van de nomaden. De nomaden gaan gemiddeld drie keer per jaar met hun ger (traditionele nomadentent) naar een andere plaats waar dan genoeg eten groeit voor hun vee. Men houdt hier overwegend schapen, geiten, kamelen en paarden. Omdat de chauffeur van Vladimir nog nooit eerder in dit deel van het land is geweest, gaat hij regelmatig naar een willekeurige ger om de weg te vragen. Eenmaal bij de ger worden we uitgenodigd om Mongoolse thee (warme melk, water, theeblaadjes en zout) te drinken en gedroogde yoghurt te eten. Ook kunnen we bekijken hoe men bijvoorbeeld de schapen scheert en de racepaarden traint. De nomaden leven een eenvoudig leven, maar zijn zeker niet van alle luxe verstoken. Men heeft veelal een jeep of truck en als het kamp in de buurt van een nederzetting staat, dan is er vaak mobiel telefoon bereik. Met behulp van zonnepanelen heeft men elektriciteit en zo kan men middels de satelliet zelf het WK voetbal op hun flatscreen zien.

Vragen naar de weg bij een nomade familie
 

Terwijl we richting Onderkhaan rijden, houdt Vladimir ermee op. We besluiten de tenten op te zetten, terwijl het begint te schemeren. Onze gids bereidt het eten en de chauffeur probeert de carburateur weer aan de praat te krijgen. Omdat wodka heilig blijkt te zijn in dit land, besprenkelen we Vladimir ermee in de hoop dat hij morgen weer topfit is. Baat het niet dan schaadt het niet! De volgende dag houdt Vladimir er al binnen een kilometer mee op. Het spuitstukje van de carburateur is echt kapot en op korte termijn is dit onderdeel niet te vervangen. Er zit dus niets anders op dan een andere Furgon te regelen. Samen met Hogi (onze gids) lopen we naar een nomadenkamp enkele kilometers verderop, waar ze mobiel telefoonbereik blijken te hebben. Terwijl een nieuw minibusje wordt geregeld, worden wij voorzien van Mongoolse thee, gedroogde yoghurt en vers gefrituurde koekjes. Daarna wordt een grote schaal met flinke stukken schaapsvlees voor ons op de grond gezet. We kluiven de botten zo goed mogelijk af. Door dit goede gebruik laat je merken dat het dier niet voor niets is gestorven. Een gecharterd busje brengt ons vervolgens naar Onderkhaan terwijl een Furgon in Ulaan Baatar vertrekt om ons morgen aldaar op te pikken voor het vervolg van onze route.

Dit nieuwe minibusje dopen we Alexander de Grote, aangezien de naam Vladimir niet echt geluk heeft gebracht. Onze nieuwe chauffeur (Ganzuk) vindt het geweldig om te kletsen met de nomaden en soms weten we niet of hij nu echt te richting wil vragen of gewoon wil weten hoe het is met de racepaarden van een bepaald gerkamp. Door al dat kletsen zien we veel nomadengers van binnen en maken we het nomadenleven van dichtbij mee. We bezoeken een paardenrace ter voorbereiding van het Nadaam Festival dat aanstaande is. Als paarden het daar goed doen, kunnen ze later voor veel geld aan mensen uit Ulaan Baatar worden verkocht. De paarden worden bereden door kinderen van tussen de 6 en 12 jaar oud. In de stad is de leeftijdsgrens hoger, maar hier maalt men daar niet om. Hoe lichter de berijder, hoe sneller het paard. Kinderen van drie jaar oud gaan al met hun vader op het paard en als ze vier zijn kunnen ze een paard al zelfstandig berijden.

Kamperen in Mongolië is grandioos
 
We rijden verder richting Sainshand en iedere dag is het weer genieten. We beklimmen heilige bergen en zien een heuse ijsgrot terwijl het buiten 40 graden heet is. Bij gebrek aan toeristen gers en grotere plaatsjes waar hotelletjes te vinden zijn, kamperen we veelal in de vrije natuur. Ganzuk moet ook regelmatig aan zijn auto sleutelen, maar bij hem lijkt het alsof hij begint met sleutelen voordat er iets echt kapot is in plaats van te wachten totdat de schade moeilijk repareerbaar is. Bij nomadenfamilies helpt Ganzuk om hun trucks of jeeps te repareren en wij krijgen daar eten en vooral veel plezier voor terug.

Nabij Sainshand willen we een klooster bezoeken dat bekend is omdat je daar heel veel “energie” kunt krijgen. Je moet bepaalde rituelen doen, waarna je als het ware herboren wordt. De monnik die ons een dag later zal rondleiden komt ’s avonds kennismaken. Het is de vreemdste monnik die we ooit hebben gezien. Hij werkt van 05:00 tot 17:00 en trekt daarna zijn gewone kloffie weer aan om naar vrouw en kinderen te gaan. Hij drinkt ons met gemak onder tafel en als hij ons de volgende ochtend komt ophalen zijn we helemaal verbaasd. Zonder het vooraf te vragen gaat hij onze ger binnen en als we naderhand onze tassen gaan pakken zien we dat de fles wodka, die nog voor een kwart vol was, helemaal leeg is. Tijdens de rondleiding zorgen de kegel uit zijn mond en zijn waggelende tred ervoor dat duidelijk is wie er deze ochtend flinke nadorst had! Het klooster dat hij laat zien is bijzonder, maar wij zullen Sainshand blijven herinneren als de plaats van de dronken monnik. In Sainshand zullen ze ons waarschijnlijk blijven herinneren als de ongetalenteerde zangers die de Karaoke Ger hadden ontdekt. Helaas voor de omwonenden zijn gers niet gezegend met een goede geluidsisolatie, waardoor onze valse versie van Beat It van Michael Jackson in de wijde omtrek te horen was. Het is maar goed dat er in gers geen ramen zitten, want waarschijnlijk had ons stemgeluid door de krachtige microfoons er anders voor gezorgd dat de ramen in de verre omtrek gesneuveld zouden zijn. Desondanks bleven we zelfs daarna bij iedereen nog welkom voor thee en wat lekkers. De gastvrijheid houdt hier zelfs niet op na geluidsterreur!


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us