Engels | Nederlands
Grensovergang: Iran – Turkmenistan
Ashgabat (Turkmenistan), 17 maart 2013

Grensovergangen kunnen best spannend zijn. Zeker als het een grensovergang betreft tussen Iran en één van ’s werelds meest afgezonderde landen: Turkmenistan. Daar komt nog eens bij dat ze in Turkmenistan niet heel erg tuk zijn op buitenlandse reizigers, wat wel blijkt uit hun visumbeleid. Een toeristenvisum krijg je namelijk alleen als je bereid bent met een lokale gids aan je zijde te reizen, terwijl een transitvisum alleen doorgang door het land biedt. Wij hebben geluk dat we een 5-daags transitvisum toegekend hebben gekregen, waardoor we toch iets van het land kunnen gaan zien. En dat gelukkig zonder gids.

Vanuit de Iraanse heilige stad Mashad nemen we in eerste instantie de intercity bus vanuit het Meraj busstation naar de stad Quchan, op ruim honderd kilometer van Mashad. Het Meraj busstation in Mashad is overigens gemakkelijk per openbaar vervoer te bereiken. In eerste instantie dien je de BRT-bus (€ 0,04) te nemen vanuit het heilige schrijn in het centrum van de stad naar het ‘municipality’ busstation van waaruit je stadbus 85 kunt nemen (€ 0,02) naar het Meraj busstation. Bussen naar Quchan vertrekken elk uur en voor het luttele bedrag van 30.000 Rials (€ 0,65) wordt je anderhalf uur later in het centrum van Quchan afgezet. Vanuit hier vertrekken gedeelde taxi’s naar het grensplaatsje Bajgiran. Je moet echter geluk hebben als je een taxi met anderen kunt delen, aangezien de grensovergang niet heel erg druk is. Mocht je een taxi moeten afhuren, dan kost dat ongeveer 230.000 Rials (€ 4,80) voor de 95 kilometer lange trip. Je moet wel afdingen, want de taxichauffeurs starten de onderhandeling op een bedrag van ongeveer een miljoen Rials.

Het heilige schrijn in Mashad
 

De rit naar Bajgiran is schitterend en voert ons door de bergen langzaam maar zeker omhoog. Het is maart als we de rit ondernemen, en her en der ligt nog sneeuw. De Kia Pride waarmee we reizen heeft af en toe wat moeite om omhoog te komen. Dat komt niet zozeer door de steile weg, maar meer door het beperkte aantal paardenkrachten van dit kleine autootje. Voordat we Bajgiran binnenrijden, moeten we onze paspoorten laten zien bij een militaire controlepost. Bajgiran is overigens maar een heel klein stoffig dorpje, op 2 kilometer van de grens. Aangezien ons visum voor Turkmenistan de dag erop pas ingaat, overnachten we in Bajgiran. De militairen vertellen onze taxichauffeur dat hij ons eerst naar het lokale overheidsgebouw moet brengen waar men dient te weten dat we in het dorp verblijven. We worden hartelijk ontvangen en met handen en voeten wordt ons uitgelegd dat er slechts één hotelletje in het dorp is, waar een kamer 500.000 Rials kost (ruim 10 Euro). Er is geen alternatief dus de beslissing is snel genomen. We worden vergezeld naar het hotelletje en al snel blijkt dat we enige gasten zijn. Het hotel is niet bemand, dus we krijgen niet alleen de sleutel van de kamer, maar ook van het hotel.

De petroleumkachel op de kamer wordt voor ons aangestoken en als we vragen of er een restaurant in het dorp is, wordt daarop nee geschud. Er is wel een ‘magazien’ (Russisch voor winkeltje) waar we inkopen kunnen doen, vertelt hij ons. Bij de bakker halen we brood voor de lunch, het avondeten en het ontbijt van morgen. Er is niet veel keuze voor wat betreft het beleg. Feta kaas en yoghurt met sjalotjes moeten de klus klaren. De volgende ochtend om 8 uur staat onze ‘gastheer’ weer voor het hotel om de sleutel in ontvangst te nemen. We vragen hem of we wat geld kunnen wisselen van Rials naar Turkmeense Manats. Hij belt iemand op en binnen 5 minuten staat er een geldwisselaar met een zak geld op de stoep. Hij heeft gelukkig ook een auto en wil ons en onze rugzakken voor € 0,90 naar de grens brengen.

Zicht op het Circus van Ashgabat vanuit het Ak Altyn Hotel
 

Bij de grens verlopen de Iraanse formaliteiten uitermate soepel. Binnen vijf minuten zijn we het land uit en lopen we via een groot hek Turkmenistan in, waar onze paspoorten in eerste instantie door militairen worden gecontroleerd. Daarna begint de ellende pas echt. In de immigratiehal is het een chaos. Er is slechts een handjevol reizigers die de grens willen passeren, maar daarnaast is er een heel leger van handelaren met een ontelbaar aantal Perzische tapijten die ze Turkmenistan willen invoeren. Zij moeten door dezelfde procedure heen als ons, en aangezien het bikkelharde ‘grenstijgers’ zijn moeten we alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat er constant wordt voorgedrongen. Achter ons in de rij leidt het zelfs even tot geduw en getrek als één van de voornamelijk vrouwelijke Turkmeense handelaren, die overigens vaak in prachtige lokale klederdracht zijn gekleed, iemand anders het bloed onder de nagels heeft uitgehaald. De gehele procedure duurt twee-en-een-half uur, en dat had zo maar nog wat langer kunnen zijn. We hadden namelijk geluk dat de douane besloot om onze rugzakken niet te doorzoeken, iets wat een zeldzaamheid schijnt te zijn. Volledig uitgeblust lopen we de grenspost weer uit, de chaos achter ons latend.

De grens ligt in de bergen (op ongeveer 1500 meter hoogte), en aan de Turkmeense zijde mag geen openbaar vervoer komen. De reizigers worden in Volkswagen busjes van de overheid via een spectaculaire weg naar beneden gereden. Deze rit van ongeveer een half uur kost 10 US$, en nadat de paspoorten nogmaals zijn gecontroleerd bij een militaire controlepost, kom je in het woud van de taxichauffeurs terecht, die je voor een geïnflateerd bedrag de resterende 20 kilometer naar Ashgabad, de hoofdstad van Turkmenistan, willen brengen. We kunnen de taxi gelukkig met een Turkmeense reiziger delen waardoor de kosten worden beperkt. Het vinden van een hotel viel overigens niet mee in Ashgabad. Enkele hotels waren vol, anderen waren inmiddels verdwenen, maar uiteindelijk ploften we neer op het bed van het Ak Altyn hotel. Wat een ochtend!

Winkelen in Mashad na zonsondergang
Het stoffige grensdorpje Bajgiran aan de Iraans-Turkmeense grens
Het Bajgiran Camping en Toeristen Complex, tegenwoordig vergane glorie
Lunch in Bajgiran: brood, kaas en yoghurt
Het petroleumkacheltje dat de kamer in Bajgiran warm hield
 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us