Engels | Nederlands
Vogelspotten bij Tante Mien
Sinsingon (Indonesië), 24 april 2012

Tante Mien is een begrip onder vogelaars die ooit een bezoek hebben gebracht aan het noorden van het Indonesische eiland Sulawesi (het vroegere Celebes). Tante Mien is een home stay (een soort van Bed & Breakfast) in het kleine dorpje Duloduo, gelegen tussen de grotere steden Manado (op 6 uur rijden) en Gorontalo (op 8 uur rijden). Duloduo is gelokaliseerd aan de rand van het immense Banani Nani Wartabone Nationale Park en is daarom een prima basis om het park te bezoeken. Het is een typische bestemming voor vogelaars vanwege het grote aantal endemische soorten die je hier kunt vinden. ‘Normale’ reizigers zie je hier zelden. Home stay Tante Mien wordt gerund door Tante Mien en haar echtgenoot en het verblijf bij dit wat oudere echtpaar is een feest te noemen. De kamers zijn comfortabel, het eten is grandioos en de gastvrouw en –heer zijn supervriendelijk.

Tijdens de middag van de dag van aankomst zijn we wat gaan wandelen in de omgeving van het dorp. De lokale bevolking ziet heel weinig buitenlanders in hun dorp en ons verblijf is zichtbaar een grote happening. Er verschijnen brede glimlachen op de gezichten als we langs lopen en voorbij rijdende motorrijders rijden bijna in de sloot al ze al rijdende om proberen te kijken om te zien wat er gaande is. Kinderen worden opgewonden en al wijzend roepen ze ‘boelé’ wat een algemene uitdrukking is voor ‘buitenlander’, terwijl jonge meiden al giechelend ‘I love you’ en “I miss you” naar Edwin roepen; het ultieme bewijs dat het dorp enigszins overstuur is. We lopen naar een deel van het nationale park waar we in 2008 ook al eens zijn geweest en komen al snel tot de conclusie dat er veel is veranderd. Grote delen van het bos zijn verdwenen en omgezet in akkers waarop vogelverschrikkers staan die de voormalige bewoners op afstand moeten houden. De verhalen in de media dat de ontbossing in Indonesië nog steeds in volle gang is hebben we nu met eigen ogen kunnen aanschouwen.

Edwin met een 1-dags Temperatuurvogel-kuiken
 

De volgende ochtend zijn we heel vroeg per ‘ojek’ (motortaxi) naar Toraut gereden, een deel van het nationale park dat op 12 kilometer van Duloduo is gelegen. Dit is het gebied waar het huidige boswachterstation ligt en dat één van de meest toegankelijke delen van het park is. Een smal riviertje scheidt het nationale park van de akkers die tot aan de grenzen van het park zijn opgerukt. Het lijkt een kwestie van tijd totdat de akkers ook de bosgebieden van Toraut gaan opslokken. We hebben afgesproken met Hendrik, de hoofdboswachter, die ons zou gidsen die ochtend. Echt fanatiek is Hendrik echter niet en met heel veel moeite zien we 21 verschillende soorten die ochtend, waaronder de Bonte Rupsvogel, de Sulawesi Specht en de met uitsterven bedreigde Zwartkinjufferduif. Het is echter verboden om alleen het park in te gaan en dus ziet Hendrik zijn klandizie automatisch komen aanwaaien. Echt uitsloven is dus niet nodig zal hij denken.

De volgende ochtend nemen we om 05.00 uur een ojek naar het op ongeveer 20 kilometer gelegen Tambun. Ook Tambun is ‘wereldberoemd’ onder vogelaars omdat dit één van de weinige plekken is waar je de Hamerhoen, of ook wel Temperatuurvogel genoemd, nog kunt zien. Officieel behoren de bossen van Tambun tot het Banani Nani Wartabone Nationale Park, maar er is echter nog maar vijf hectaren van het bos bewaard gebleven. De rest is ten prooi gevallen aan de landbouw. De resterende hectaren hebben alleen nog bestaansrecht vanwege het verblijf van de ongeveer 50 Temperatuurvogels in dit gebied. De Temperatuurvogel is een kipachtige vogel die zijn eieren niet zelf uitbroedt, maar die taak over laat aan de aarde. Hij gebruikt de geothermische warmte van de aarde om te broeden en moet daarom een plek zien te vinden waar de aarde precies warm genoeg is (tussen de 30 en 35 graden Celsius). De vogel heeft de unieke capaciteit om die plek te kunnen lokaliseren en de juiste diepte in de grond te bepalen. De bossen van Tambun hebben enkele warmwaterbronnen waarvan de omgeving een ideale broedplaats vormt. Na ongeveer 60 dagen komt het kuiken uit en graaft hij zelf een weg naar boven om vervolgens uit de aarde te herrijzen. Het kuiken kan direct vliegen en is voor zijn overleving volledig op zichzelf aangewezen.

Ivonne met ultra-enthousiaste dorpsbewoners nabij Duloduo
 
We gaan met boswachter Max het park in om op zoek te gaan naar de Temperatuurvogel. Het duurt niet lang voordat we drie individuen in de bomen zien zitten. Het is werkelijk een prachtige vogel en we zijn uitermate blij de vogel te zien. Max vertelt ons dat een boswachtercollega (voormalige stroper) elke dag op zoek gaat naar pas gelegde eieren om ze uit te graven en opnieuw in te graven in een door een kooi beschermd gebied. Er zijn namelijk kapers op de kust, wilde honden en monitorhagedissen, die de eieren uitgraven en opeten. En dat kan de met uitsterven bedreigde Temperatuurvogel niet hebben. Max vertelt echter niet het gehele verhaal. Het grootste probleem is namelijk de ontbossing en het feit dat stropers de eieren uitgraven om ze op de markt te verkopen. Hoe het ook zij, de Temperatuurvogel heeft nu de hulp van de mensheid nodig om te kunnen overleven. Zoals zo vaak moet eerst iets bijna uitgestorven zijn voordat actie wordt ondernomen. Ons bezoek aan Tambun kreeg overigens nog een mooi staartje voor ons. Max gaf ons de mogelijkheid één van de pas uitgekomen Temperatuurvogelkuikens vast te houden en vervolgens los te laten. Na enige aarzeling vloog de pasgeboren Temperatuurvogel vanaf Ivonne’s hand de vrijheid tegemoet.

De derde dag en tevens de laatste dag van ons verblijf in Duloduo hebben we ons in alle vroegte laten afzetten op de zogenaamde ‘Malibagu Road’, op vijftien kilometer van Duloduo. Deze weg, die Duloduo verbindt met Malibagu, snijdt door een deel van het Banani Nani Wartabone Nationale Park heen en is om die reden een prima plek om vogels te zien. De weg loopt door een heuvelachtig gebied waardoor we vaak mooie vergezichten over de boomtoppen van de jungle hebben. Daarnaast kun je lekker vogelen zonder gids, waardoor je alle tijd hebt om rustig te genieten van de mooie omgeving. Het blijkt een superdag te zijn met onder andere uitgebreide waarnemingen van de Sulawesi Jaarvogel, Witnekmaina, Vlekstaartsperwer, Groene Vleermuisparkiet, Celebes-slangearend, Witrug-spitsvogel, twee soorten endemische honingvogels en vier soorten honingzuigers.

Ondanks dat het gebied rondom Duloduo enorm onder druk staat van de oprukkende landbouw is het nog steeds een interessante plek om vogels te zien. Het is hard werken, maar het resultaat is bevredigend. Vooral Malibagu Road is wat ons betreft een aanrader omdat je er in alle rust en zonder gids rustig kunt vogelen. De weg is niet heel rustig waardoor je regelmatig voor het verkeer aan de kant moet. Passerende voertuigen zullen bij het zien van ‘Boelé’s’ regelmatig toeteren en ‘hello mister’ is ongetwijfeld de kreet die je het meest zult horen die dag, of je nu man of vrouw bent.

 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us