Engels | Nederlands
Onder militair escorte naar Agartala
Agartala (India), 4 februari 2008

Om 4:45 uur staan we op om aan een lange reisdag te beginnen. Vandaag willen we de 290 kilometer tussen Silchar (in de staat Assam) en Agartala (in de staat Tripura) overbruggen. Nu is de afstand in kilometers niet zo groot, maar het schijnt dat de rit meer dan 11 duurt. Dit komt onder andere doordat enkele delen van deze route onder militair escorte moeten worden gereden. De staat Tripura heeft namelijk te kampen met enkele gewelddadige groeperingen die meer autonomie voor hun gebied willen. Het aantal aanvallen op voertuigen is gering, maar het komt wel voor en daarom tracht men middels de militaire escortes wat meer veiligheid te geven aan mensen die deze weg bereizen.

We hebben de keuze om met de bus of met de sumo te reizen. De bus is enkele roepies goedkoper en comfortabeler, maar de sumo schijnt sneller te zijn. Een sumo (genoemd naar de Tata Sumo) is een gedeelde jeep waar meerdere banken in zijn gemaakt. Naast de bestuurder nemen twee passagiers plaats en op de twee banken daarachter zitten per bank ook vier passagiers. Voor korte afstanden is een sumo vaak prima, maar we hebben nog niet eerder een langere afstand per sumo afgelegd. Omdat we graag voor het donker in Agartala willen arriveren, hebben we besloten om toch de sumo te nemen. Gewoon omdat die wat sneller schijnt te zijn.

We wachten op meer passagiers voor onze sumo, nabij Silchar
 

Om 05:45 vertrekken we om op zoek te gaan naar onze medepassagiers. Op verschillende plaatsen in de stad kun je kaartjes kopen voor de sumo en daar wordt je dan ook opgehaald. Voor de chauffeur en zijn passagiers is het te hopen dat alle zitplaatsen zijn verkocht. Een lege zitplaats levert geen geld op en daarom zal de chauffeur er alles aan doen om deze lege plaatsen opgevuld te krijgen. Wanneer wij Silchar verlaten zijn er nog vier zitplaatsen vrij. Dat betekent dat we bij ieder gehucht stoppen om nieuwe passagiers te werven. Na in één uur slechts 20 kilometer te hebben afgelegd, hebben we nog 3 plaatsen leeg. Daarom wordt in een wat groter dorp de sumo aan de kant gezet en begint het lange wachten op additionele passagiers. Iedereen berust in deze gang van zaken. Iedereen begrijpt dat de chauffeur het geld niet wil laten liggen. Uiteindelijk vinden we na een uurtje nog drie mensen die naar Agartala moeten en kunnen we echt op pad.

Onderweg zien we een groen, redelijk vlak landschap aan ons voorbij trekken. Mensen zijn aan het werk op het land en waterbuffels kijken in een modderpoel tevreden om zich heen. De Indiase overheid heeft bordjes met spreuken langs de kant van de weg gezet om de verkeersveiligheid te bevorderen. Voor ons zijn deze spreuken wel vermakelijk, maar de gemiddelde Indiër kan deze Engelse spreuken niet eens lezen, laat staan begrijpen. Onze top drie van spreuken is: “With Whiskey, I am Risky”, “Speed thrills, but kills” en “Life is short, don’t make it shorter” (Vrij vertaald: “Met whisky ben ik een gevaar op de weg”, “snelheid geeft een kick maar het kan je om zeep helpen” en “het leven is kort, maak het niet nog korter”). Het is overigens niet vreemd dat de Indiase overheid aandacht besteed aan de verkeersveiligheid. De rijstijl van de Indiërs is namelijk onverschrokken en gevaarlijk. Op de weg geldt het recht van de sterkste, wat betekent dat een fietsrickshaw uitwijkt voor een autorickshaw, de autorickshaw wijkt uit voor auto’s en auto’s wijken voor bussen en vrachtwagens. Bussen en vrachtwagens gaan voor niets of niemand aan de kant, behalve voor de (heilige) koeien die rustig over de wegen wandelen. Het is dus gevaarlijk om een weggebruiker in India te zijn en daarom is het niet zo vreemd dat weggebruikers hulp zoeken bij de goden. Wanneer we tempels passeren remt onze chauffeur regelmatig af om zijn raampje open te doen zodat hij al rijdende wat roepiemuntjes als offer naar de tempel kan gooien om de goden gunstig te stemmen. Nu maar hopen op een goede afloop.
Als er genoeg te zien is vanuit de sumo gaat de tijd best snel. De 45 minuten die we moeten stilstaan om te wachten op een trein duren echter langer, vooral als een bedelaarskind onze sumo heeft ontdekt. Het kind loopt meer dan een kwartier rond de auto om tegen de ramen te kloppen in de hoop dat ze iets krijgt. Zelfs wanneer ze een uitbrander van de chauffeur krijgt blijft ze het tevergeefs proberen. Het is jammer dat zij dit doorzettingsvermogen niet op school kan aanwenden. Terwijl sommige kinderen niet naar school kunnen omdat de ouders de onkosten niet kunnen betalen worden veel kinderen van school gehouden om te kunnen “werken”. Waarschijnlijk is het korte termijn gewin met bedelen belangrijker dan de opbrengsten op langere termijn van een goede scholing.

Edwin samen op de foto met de sumo-chauffeur (links)
 
Tegen de middag stoppen we voor een korte lunchpauze. Onze chauffeur is erg trots op het feit dat hij twee toeristen in zijn sumo heeft. Hij vindt het vooral geweldig dat hij de langste man die hij ooit heeft gezien (Edwin) in zijn auto heeft. Bij de lunchplaats loopt hij opgewonden rond om ervoor te zorgen dat niemand ons over het hoofd ziet (bij Edwin niet zo moeilijk) en dat iedereen weet dat wij bij hem in de auto zitten. Als extra service neemt hij ons mee naar één van de slaapkamers die men hier verhuurt. Hij neemt ten onrechte aan dat we wel even moeten rusten na 6 uurtjes in zijn jeep te hebben gezeten. Het is zonder twijfel goed bedoeld, maar wij houden het ook zonder rusten nog wel een tijdje vol. Terwijl we wat rondslenteren, beginnen we ons wel af te vragen of er nog wel een militair escorte komt. Een medepassagier legt ons uit dat er in het plaatsje Manu om 14:00 een colonne onder militair escorte vertrekt. In totaal zijn er twee vertrektijden in de ochtend en één om 14:00 uur ’s middags. Buiten deze tijden is het onmogelijk om over die delen van de weg te rijden. Vanaf Manu zullen we ongeveer een uur onder escorte rijden, daarna kunnen we een half uurtje “vrij” rijden waarna we om 16:00 bij de volgende colonne aansluiten.

Zodra we in Manu zijn aangekomen zien we dat het daar langzaam maar zeker drukker wordt. Iedereen zet zijn auto langs de kant van de weg om te wachten tot de militairen het teken geven om te vertrekken. Rond deze vertrekplaats van de colonne proberen veel lokale ondernemers wat te verdienen aan de wachtenden. De thee vloeit in overvloed en ook de komkommers met zout vinden gretig aftrek. Wanneer de militairen toeteren gaat iedereen snel terug naar zijn auto om deze laatste colonne van de dag niet te missen. Het is wel een aparte ervaring om in een dergelijke colonne te rijden. Om de paar auto’s rijdt een leger jeep van de Tripura State Riffles (vrij vertaald: de Tripura staatsgeweren). Een stoere naam voor de stoer uitziende militairen van de Indiase staat die in Tripura zijn gestationeerd. De mannen hebben zwarte doeken om hun hoofd gewikkeld tegen het stof en hun geweren zien er indrukwekkend groot uit. We hadden er graag een foto van gemaakt, maar dit lijken ons niet de mannen waar we graag een discussie mee willen voeren over of dat wel of niet mag. Langs de kant van de weg staan ook regelmatig militairen. Het ziet er soms vreemd uit, wanneer je een dorpje passeert waar kinderen langs de kant van de weg aan het spelen zijn met daarnaast een zwaar bewapende militair.

Na het eerste militair escorte is het weer ieder voor zich. Dat betekent dat ieder voertuig alles wat ook maar iets of wat langzamer is probeert in te halen op smalle, bochtige tweerichtingswegen. In India is dat altijd al zo, maar aangezien de vrachtwagens en bussen vooraan in de colonne reden, moeten deze nu allemaal weer worden ingehaald. Men vergeet voor het gemak dat om 16:00 uur het volgende escorte start in een plaatsje verderop, waar dezelfde vrachtwagens en bussen weer voorop moeten gaan rijden. Het tweede militaire escorte gaat op dezelfde manier in zijn werk als de eerste. Gelukkig zijn er ook tijdens dit escorte geen incidenten. Het duurt wel allemaal erg lang omdat we door een heuvelachtig gebied rijden, waar de langzame vrachtwagens de maximale snelheid bepalen. Het is al donker wanneer we de laatste colonne uitrijden. De zestig kilometer die nog moeten worden afgelegd tot Agartala staan voor de sumo’s nog in het teken van zoveel mogelijk bussen en vrachtauto’s inhalen. Dit is de laatste kans voor de sumo’s om waar te maken dat ze sneller zijn dan de bussen. Ons inziens is het verschil in snelheid niet het gemis aan comfort van de bus waard, maar onze blije chauffeur en leuke medepassagiers maken de houten kont en stramme spieren van een dagje krap zitten meer dan goed.


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us