Engels | Nederlands
Love Boat op z’n Bangladesh
Barisal (Bangladesh), 22 februari 2008

Vandaag gaan we iets doen dat op geen enkele reis door Bangladesh mag ontbreken. Vandaag gaan we namelijk een lange boottocht maken met één van de Bangladeshi schepen, die jaarlijks vele mensen vervoeren. Bangladesh is het land van het water en als het water ook maar enigszins bevaarbaar is, zijn er Bangladeshi’s die met allerlei soorten bootjes het water trachten te bedwingen. Het schip dat ons vandaag van Chittagong naar Barisal zal brengen, is schijnbaar de nieuwste aanwinst van de BIWTC (Bangladesh In Water Transport Cooperation). Terwijl de reisgidsen aangeven dat deze tocht 24 uur zal duren, doet dit schip er slechts 17 uur over. Dat komt ons niet zo goed uit, aangezien we daardoor vannacht om 02:00 uur zullen arriveren in Barisal. We hadden dus liever een langzamere boot gehad, maar daar is niets aan te doen. En dit kleine minpunt is niet genoeg om ons van deze boottocht af te houden. Het lijkt ons namelijk erg leuk om zowel over de Bengaalse Golf als over de Meghna Rivier te varen.

Om 09:00 uur zal de boot vertrekken, maar enkele uren daarvoor is er al veel bedrijvigheid de boot. Passagiers zoeken een goed plekje op het dek en dragers brengen goederen naar het bagageruim. De dragers lopen met grote dozen en enorme pakketten op hun hoofd en balanceren over de smalle, houten loopbrug naar het bagageruim. Wij hebben ons verwend met een eerste klas ticket. Denk hierbij niet aan “the Love boat”-achtige taferelen, maar aan een nette cabine met twee bedden. Verder kunnen we gebruik maken van het “eerste klas restaurant”, dat veel lijkt op een bedrijfskantine waar de keuze wordt beperkt tot één simpel dagmenu. Bij diverse schepen is er ook een speciaal dek voor de eerste klasse, waar je het beste uitzicht zou moeten hebben, maar dat is bij deze boot niet het geval. Nadat we de rugzakken in onze cabine hebben gezet gaan we naar het open dek. Daar wachten we met honderden anderen totdat de boot vertrekt. Zodra de hoorn heeft geklonken springen de laatste passagiers aan boord en daarna is het echt tijd om te vertrekken.

Andere pasagiers op het open dek
 

Op dit schip kunnen ongeveer 1.000 passagiers en volgens een bemanningslid zijn er vandaag ook ongeveer zoveel mensen aan boord. Voor je gemoedsrust is het beter om niet over het aantal reddingsvesten na te denken en de grootte van de reddingsboten is ook niet geruststellend. Het is dus niet vreemd dat er bij ieder groot bootongeluk gemiddeld honderd mensen overlijden. Er schijnen gemiddeld vijf van dat soort grote ongelukken per jaar plaats te vinden! Vandaag is het echter een veel te mooie dag om hier over na te denken. Er is een strak blauwe lucht, het is heerlijk warm weer en de frisse zeewind maakt het extra aangenaam. Terwijl we het havengebied van Chittagong aan ons voorbij zien trekken, verzamelen er steeds meer mensen om ons heen. Bangladeshi’s staan er om bekend dat ze nieuwsgierig zijn naar alles wat anders is dan anders. Twee buitenlanders op het open dek zijn in ieder geval opvallend genoeg om een groot aantal toeschouwers te trekken. Nadat we alle vragen hebben beantwoord, over wie we zijn en waar we vandaan komen, kunnen we weer van het uitzicht genieten. We varen de Bengaalse golf op en al gauw kunnen we de kust niet meer zien. De zee is rustig en we voelen bijna geen deining. Iedereen hangt maar wat rond op het dek en de verkopers van snoep, snacks en fruit doen goede zaken. Na drie uur op volle zee komen we aan op het eiland Sandwip. Dit is de eindbestemming voor veel medepassagiers en zij verlaten het schip met behulp van houten motorboten (een soort mini piratenboten) die op en neer tussen het eiland en ons schip varen. De haven van Sandwip is namelijk niet diep genoeg voor onze boot.

Na een uurtje kunnen we verder varen. We nemen een simpele lunch van rijst, groente, vis en dahl (een soort waterige linzensoep) en daarna lezen we wat. De gewone dingen zoals eten en lezen zijn toch leuker met uitzicht op zee! Enkele uren later arriveren we bij Hatiya eiland. Nu hebben de houten “piratenboten” die tussen het eiland en onze boot op en neer pendelen het nog drukker. Bijna heel onze boot blijkt hier te moeten uitstappen. Na Hatiya eiland zijn er nog maar 75 passagiers op het schip. Het geeft een exclusief gevoel om de zonsondergang van een leeg open dek te bekijken. Nadat de zon is ondergegaan, worden we geroepen door een bemanningslid. Als we willen, mogen we de kapitein ontmoeten en een kijkje nemen op de brug. We krijgen uitleg over de functie van alle knopjes en metertjes. Deze boottocht heeft voor ons meer weg van een pleziervaart. Wanneer we de brug verlaten, worden we rondgeleid door de gang met de kajuiten van de bemanningsleden. De assistent-kapitein (Ashraf) is in één van deze kajuiten aan het rusten en hij nodigt ons uit om even te komen kletsen. Hij spreekt goed Engels en hij vertelt ons graag over zijn land. Ondanks de problemen van Bangladesh, is hij terecht trots op de Bangladeshi’s. Net als de meeste Bangladeshi’s die we tot op heden hebben ontmoet is deze man erg vriendelijk, gastvrij en behulpzaam. Er wordt direct thee gehaald en wanneer hij hoort dat we over enkele dagen naar het plaatsje Kuakata willen gaan, pakt hij direct zijn telefoon om een hotelkamer voor ons te regelen bij een vriend van hem. We maken eigenlijk nooit hotelreserveringen, maar hij wil gewoon zeker weten dat we goed terecht komen en we niet teveel moeten betalen.

Ivonne met Munnie en haar zus in onze kajuit
 
Wanneer we terug zijn in onze kajuit, wordt er al snel op de deur geklopt. Ashraf laat weten dat hij ervoor heeft gezorgd dat we zolang in onze kajuit kunnen blijven als we willen. Dat betekent dat we vannacht niet om 02:00 uur door de straten van Barisal hoeven te slenteren, op zoek naar een hotel. We hadden hier niet eens om gevraagd en toch wordt het voor ons geregeld. De Bangladeshi’s in het algemeen, en Ashraf in het bijzonder, zijn wonderbaarlijk vriendelijke mensen! Terwijl we nog wat foto’s maken en adressen uitwisselen komt een verlegen twintigjarig meisje de kajuit binnen gelopen. De meisjes en vrouwen in Bangladesh leiden veelal een teruggetrokken bestaan en het komt dus niet zo vaak voor dat we aanspraak krijgen van vrouwen. Ivonne geeft aan dat ze welkom is en al gauw zit het meisje (Munni) bij Ivonne op bed. Munni is met haar zussen en stiefmoeder op bezoek bij haar vader, die op de boot werkt. Munni spreekt een aardig woordje Engels en het is erg gezellig om met deze meiden te praten. Wanneer we een paar woordjes Bengaals proberen te spreken, leidt dat tot grote hilariteit. Met behulp van Munni kunnen we de volgende zin wel goed uitspreken: “Bangladesh koeb shoender desh” (Bangladesh is een erg mooi land). Om 19:30 is het tijd voor het avondeten en daarna trekken we ons terug in onze kajuit. We zien de volle maan over het water schijnen en af en toe zien we met een lichtflits andere boten voorbij komen. Niet al te laat, zoeken we onze bedden op om lekker te gaan slapen.

Wanneer we wakker worden zijn we allang in Barisal. De zon is alweer op en om 7:30 uur wordt er hard op de deur geklopt. Munni komt afscheid nemen en voor de gezelligheid heeft ze haar zussen en haar stiefmoeder meegenomen. Het is een echt kippenhok in onze kajuit en Munni heeft het er duidelijk moeilijk mee om gedag te zeggen. Uiteindelijk neemt ze afscheid met de woorden: Ami tomar bhalo bondhu (Ik ben je beste vriendin). Ashraf heeft heel de avond gewerkt en slaapt vanochtend lekker uit. Hij bevindt zich nog in dromenland wanneer we om 10:00 uur een briefje bij hem achter laten om hem te bedanken voor alle goede zorgen. Bangladesh is dan wel een land dat niet zoveel bekende highlights heeft, maar het reizen in Bangladesh is één grote highlight. Tegen deze mensen kan geen bouwwerk of monument tegenop.

In Barisal vinden we al snel een hotel, waarna we de stad gaan verkennen. Wanneer we aan het einde van de middag door de hoofdstraat lopen, komt er iemand met een grote glimlach op ons af. Ashraf is met een vriend wat gaan rondslenteren in Barisal, in de hoop dat hij ons nog zou zien. Hij wil graag weten of we in een goed hotel terecht zijn gekomen en hij wil ons vooral ook kennis laten maken met de zoete patisserie waar Bangladesh bekend om staat. In Barisal is namelijk een kleine patisseriezaak die erg populair is bij de lokale bevolking. We proeven met Ashraf en zijn vriend twee soorten, namelijk “Kalo Jam” en “Sjom Sjom”. Deze patisserie soorten zijn gemaakt van melk, suiker en bloem. Het is mierzoet, dus zodra je het proeft weet je welk ingrediënt de meeste invloed heeft op de smaak. Het smaakt wel goed en het is vooral erg gezellig. Het glazuur is dan wel van onze tanden gesprongen, maar onze glimlach krijg je vandaag niet meer van ons gezicht.


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us