Engels | Nederlands |
|
Vluchten van het toeristenpad | |
Leh (India) naar Alwar (India), 23-Sep-07 / 08-Oct-07 |
|
Na de trekking van twaalf dagen, hebben we lekker drie dagen uitgerust in Leh. Nou ja, uitrusten? De drie dagen hebben we voornamelijk besteed aan het bewerken van de foto’s, het schrijven van een artikel en het maken van een fotoreportage over trekking. Daarnaast hebben we ons mentaal voorbereid op ons verblijf in Delhi. Zoals wellicht bekend wordt Delhi als een onprettige stad ervaren door de meeste bezoekers, zelfs door Indiërs zelf. Enerzijds is de armoede er erg confronterend en anderzijds wordt de stad geteisterd door zogenaamde “touts”. Touts zijn mensen (veelal jonge mannen) die als doel hebben geld te verdienen aan de buitenlandse bezoeker, meestal in de vorm van commissies die zij ontvangen van hotels, winkels en reisbureaus. Het doel van de tout is om je te overtuigen mee te gaan naar een bepaalde winkel, hotel of reisbureau in de hoop dat je er iets koopt. Als je iets koopt is dat natuurlijk voor een veel te hoge prijs. Een deel van de (woeker)winst komt uiteindelijk bij de tout terecht.
Op 24 september zijn we naar Delhi gevlogen. We hebben ervoor gekozen om te vliegen uit veiligheidsoverwegingen. De hoge passen tussen Leh en Manali kunnen namelijk gevaarlijk zijn gedurende dit deel van het jaar, door sneeuw en vorst (start van de winter). We zijn uiteindelijk een week in Delhi gebleven en hebben dat bezoek als vermoeiend ervaren. Enerzijds viel het aantal touts mee (uiteindelijk ontwikkel je na een aantal dagen ook een soort natuurlijk “afweermechanisme”), maar de impact van de touts op ons humeur was toch groter dan vooraf gedacht. Vooraf dachten we namelijk dat we het wel van ons af konden laten glijden, maar achteraf bleek het toch uitermate vervelend om constant op je hoede te moeten zijn voor touts en om niet afgezet te worden. Het lijkt wel een soort van lokale sport om buitenlanders zoveel mogelijk af te zetten. Het bijeffect is dat je op een gegeven moment niemand meer vertrouwt. Op het moment dat iemand je op straat aanspreekt neem je direct een defensieve houding aan en blijf je afstandelijk omdat je ervan uit gaat dat het een tout is. En jawel, in negen van de tien gevallen is dat ook zo. Daarnaast moet je in winkels altijd de prijs controleren om te zien of je niet afgezet wordt. Een uitgebreidere toelichting over Delhi vind je in het artikel: “Overleven in Delhi”. |
|
Hevige rickshaw-drukte in Oud Delhi |
|
Na een week Delhi zijn we per lokale bus doorgereisd naar de stad Jaipur, onze eerste bestemming in Rajasthan. Jaipur is een mooie stad met enkele mooie bezienswaardigheden zoals het stadspaleis, het paleis van de winden (Hawa Mahal) en enkele mooie forten net buiten de stad. Jaipur wordt ook wel de roze stad genoemd omdat de gebouwen in het oude deel van de stad allemaal dezelfde roze kleur hebben. Helaas ligt Jaipur ook op het toeristenpad waardoor het aantal touts enorm is. Het gevecht begint al bij aankomst op het busstation van Jaipur wanneer de eerste touts de bus in springen voordat de bus goed en wel stilstaat op het busstation. Met een brede lach op hun gezicht verwelkomen ze je met “welkom in Jaipur”. Over het algemeen zijn de touts gemakkelijk herkenbaar. Het zijn net iets te gladde jonge mannen, vaak met een oorbelletje, een te moderne spijkerbroek en een te strak T-shirt. Het uiteindelijke doel van de tout in Jaipur is hetzelfde: geld aan je verdienen en het liefst zo snel mogelijk. Uiteraard meld je direct dat je niets met ze te maken wilt hebben, maar een vasthoudende tout neemt daar geen genoegen mee. Uiteindelijk hebben we ze weten te verjagen door te dreigen een foto van ze te maken en ze te melden bij de toeristenpolitie. Na vier dagen Jaipur hebben we besloten om voorlopig van het toeristenpad af te gaan. Na Delhi en Jaipur waren we even toe aan rust. We voelen ons toch beter thuis op plekken waar het aantal toeristen beperkt is, en je niet als melkkoe wordt behandeld.
We kiezen ervoor om af te reizen naar het stadje Alwar, iets te noordoosten van Jaipur. Alwar wordt weinig bezocht door buitenlanders waar door het nog echt de sfeer van Rajasthan heeft behouden. Alwar is waarschijnlijk de oudste van alle voormalige koninkrijken die Rajasthan rijk is geweest en heeft nog een schitterend paleis en een oud fort dat 300 meter boven Alwar op een berg prijkt. We hebben tijdens ons drie daags bezoek aan Alwar geen andere buitenlanders gezien en hebben heerlijk door het stadje kunnen dwalen zonder constant aangesproken te worden. Sterker nog, hier wordt je nog door lokale mensen aangesproken omdat je ze het leuk vinden dat je hun stadje bezoekt. Het hoogtepunt van het bezoek aan Alwar was overigens het Sariska Reservaat dat op een uur rijden ligt. Dit park heette voorheen het Sariska Tijger Reservaat, maar sinds de tijgers allemaal gestroopt zijn (laatste tijger verdween in 2004) is de naam veranderd. Ondanks het feit dat de tijgers verdwenen zijn, is het nog steeds een aantrekkelijk park om te bezoeken. Je kunt er nog veel wildlife zien zoals luipaarden, sambars (herten), antilopen, jakhalzen, wilde zwijnen en prachtige vogels. Met een jeep hebben we een volle dag door het park gereden en hebben we onder andere ook het indrukwekkende junglefort “Kankwari” bezocht. Al rijdend door de jungle doemt dit fort in de verte op waardoor je het gevoel hebt een ontdekkingsreiziger te zijn. Eenmaal bij het ongerestaureerde fort aangekomen ben je uiteraard alleen en kun je op eigen houtje het fort gaan verkennen. Dit is veel leuker dan bijvoorbeeld het gerestaureerde fort van Amber (nabij Jaipur) bezoeken. | |
Zonsondergang in het centrum van Jaipur |
|
Nabij het Sariska reservaat ligt ook de vervloekte stad Bhangarh. Deze stad die in 1631 werd gesticht is ergens rond 1700 massaal door haar inwoners verlaten omdat de stad vervloekt zou zijn. Het verhaal gaat dat één of andere magiër zijn liefde voor de koningin niet beantwoord zag, en doordoor de stad vervloekte. De stad is in verbazingwekkende goede staat gebleven en het is grandioos om er een paar uur doorheen te dwalen. Ook hier geldt: geen andere buitenlanders! Een fotoreportage over Sariska en Alwar kun je trouwens hier vinden: “Sariska & Alwar”. We zijn erg blij dat we ervoor hebben gekozen het toeristenpad een aantal dagen te verlaten. We overwegen zelfs om een aantal hoogtepunten van Rajasthan te laten schieten (of er slechts een paar dagen doorbrengen) om het gedoe van de touts te vermijden. Rajastahan is een erg toeristisch deel van India waardoor de tout-business hier enorm ontwikkeld is. Het wordt onze sport de komende maanden om toch van dit deel van India te genieten door (ook) de minder toeristische delen op te zoeken. Volgende bestemming is het Keoladeo Ghana Nationale Park, één van de belangrijkste broedplaatsen voor migratievogels in de wereld.
|
|
<Vorige weblog> |