Engels | Nederlands
Reizen door Vietnam
Kuala Lumpur (Maleisie) naar Phu Quoc (Vietnam), 6-Aug-09 / 26-Aug-09
Vietnam heeft ons tot op heden positief verbaasd. We zitten alweer in de laatste week van ons bezoek aan dit land en de ervaringen zijn over het algemeen positief geweest. Onze verwachtingen waren niet al te hoog gespannen, maar dat is dus deels onterecht geweest. Natuurlijk hebben we ook een paar mindere ervaringen gehad. Men heeft getracht Ivonne van haar spullen te beroven, taxichauffeurs hadden aan hun meter gesleuteld waardoor de meter te snel opliep en een busjongen weigerde ons tot de bus toe te laten tenzij we tweemaal de gangbare prijs zouden betalen. Maar desondanks dat was het bezoek aan Vietnam absoluut de moeite waard.

We begonnen ons bezoek in het verre noorden van dit uitgestrekte land. De hoofdstad Hanoi was één van de absolute hoogtepunten van ons bezoek. Het is voor een gedeelte nog het Azië waar we van droomden. Tot op heden vinden we Hanoi, samen met Phnom Penh, de mooiste hoofdsteden van Azië (zie ook het artikel, de foto-impressie en de video over Hanoi). Maar ze veranderen snel, dus als je nog iets van de traditionele steden wilt zien, moet je er snel bij zijn. Na Hanoi zijn we iets naar het oosten gereisd, en wel naar de stad Haiphong. Dit is de stad die als springplank dient voor het bezoek aan het eiland Cat Ba, wat het startpunt is voor een bezoek aan de Halong Baai; de wereldberoemde baai waar honderden, zo niet duizenden karststeenformaties uit het water steken. Toen we echter in Haiphong bij de ferry aankwamen, werd ons de toegang geweigerd tenzij we driemaal de normale prijs zouden betalen. Alle aanbieders van kaartjes speelden onder één hoedje waardoor het kiezen of delen werd. Of we betalen de ‘rip off’ prijs, of we zeggen ‘zak er maar in’. Uiteindelijk hebben we voor het tweede gekozen en zijn we verder gereisd zonder dit hoogtepunt van Vietnam te zien. Vele zullen ons voor gek verklaren omdat het wellicht de enige kans in ons leven is om dit natuurspektakel te zien. En dat is precies de reden waarom dit soort kaartjesverkopers drie maal de gangbare prijs vragen en die meestal ook betaald krijgen. Soms besluiten we om het ook maar te doen, maar vaak ook niet. In dit geval dus niet.

Straatbeeld filmen in de stad Hue in centraal Vietnam
 

Onze volgende stop op de reis naar het zuiden van Vietnam was het stadje Ninh Binh. Ninh Binh is veel minder populair dan veel andere bestemmingen in Vietnam, en daardoor zijn de mensen er ook veel vriendelijker. In de omgeving van Ninh Binh kun je ook karststeenformaties zien, zij het in een minder spectaculaire omvang. Voor ons geen probleem, omdat het uiteindelijk om de ervaring gaat die je er aan overhoudt. En die was perfect. We waren vroeg op pad gegaan waardoor we voor een groot gedeelte van de tijd die we er waren, de omgeving voor ons zelf hadden (zie ook de video: Around Ninh Binh).

De volgende bestemming was de stad Hue (uit te spreken als ‘Wee’). Deze voormalige keizersstad heeft nog een aantal paleizen, tempels en pagodes uit vroegere tijden, die nog redelijk goed bewaard zijn gebleven. Voor de busrit van Ninh Binh naar Hue, met een geschatte reisduur van 14 uur, hadden we buskaartjes gekocht voor een normale zitbus. Wat echter bleek toen we instapte, was dat het geen bus met stoelen was, maar met bedden. En dan bedden voor Vietnamese lengtes wel te verstaan. We hebben het ruim vijf uur in deze oncomfortabele bus uitgehouden, waarna we in de stad Vinh zijn uitgestapt om de volgende dag in een tweede etappe verder te reizen naar Hue. Hue is overigens een mooie stad, maar wat ons betreft veel te toeristisch om als een topbestemming te worden aangemerkt. Je deelt de stad met duizenden andere toeristen die allemaal samendrommen bij de oude paleisstad waardoor je vaak in colonnes door de oude gebouwen heenloopt. Hue was overigens wel de stad waar we tot op heden de hotelkamer met de beste prijskwaliteit verhouding hebben gehad. De prima kamer met airconditioning, eigen badkamer met heet water, draadloos internet en een computer met internetverbinding op de kamer kostte slechts US$ 10,- (= € 7,15) per nacht. Dit samen met de properheid van het hotel, de centrale ligging en het uitermate vriendelijke personeel, maakt dit hotel een toppertje. We maken niet snel reclame, maar nu doen we het toch een keer: Hotel Binh Duong 1.

Met de hele familie op de motor in Saigon
 

Een korte busrit van drie uur bracht ons vervolgens naar het kleine stadje Hoi An. Dit stadje is één van de weinige plekken in Vietnam dat gespaard is gebleven tijdens de conflicten die in dit land de afgelopen eeuwen hebben plaatsgevonden. Het is een historisch stadje waar veel van de originele gebouwen nog bewaard zijn gebleven. Het grote nadeel is echter dat de duizenden toeristen die Hue bezoeken, Hoi An ook op hun lijstje hebben staan. Het gevolg is dat bijna alle historische gebouwen in het centrum van Hoi An, nu dienst doen als café, restaurant, souvenirwinkel, hotel of andere business waarmee ze geld aan de toeristen proberen te verdienen. De authenticiteit is daardoor volledig verdwenen waardoor je het gevoel hebt in een amusementspark te zijn aanbelandt. Hoi An is leuk om een keer gezien te hebben, maar dat is dan ook alles.

In Hoi An hebben we overigens besloten het laatste stuk naar Saigon (tegenwoordig: Ho Chi Min Stad) te vliegen. De reisafstanden in Vietnam zijn zo groot, dat vliegen al snel een beter alternatief is. Zeker als er weinig of geen bestemmingen zijn die je op dat traject graag zou willen zien. En dat gold voor ons omdat de strandbestemmingen die dit deel van Vietnam rijk is, niet echt tot de verbeelding spreken bij ons. Met Vietnam Airlines vlogen we vervolgens in een uurtje tijd van Da Nang naar Saigon, en na een dag daar te zijn geweest, hebben we de bus genomen naar Can Tho in het hart van de Mekong delta. Natuurlijk zie je ook hier toeristen, maar in veel kleinere aantallen dan in de toeristische trekpleisters van Vietnam. We hebben een aantal drijvende markten bezocht rondom Can Tho en zijn vervolgens via Rach Gia doorgereisd naar het kleine en relatief onbekende kleine tropische eilandje Phu Quoc. Daar zijn we nu een aantal dagen en gisteren hebben we een deel van het eilandje verkend op de motor. Dit is weer een bestemming naar ons hart. Een klein en pittoresk eilandje met kleine vissersdorpjes wat nog niet ontdekt is door het massatoerisme. Dat zal overigens wel gaan gebeuren. Men promoot zichzelf namelijk al als het toekomstige Vietnamese Phuket (refererend naar de super toeristische stad Phuket in Thailand), voor de lokale bevolking wellicht een zegening voor wat betreft toekomstige inkomsten, maar voor reizigers zoals ons een regelrechte ramp.

 

<Vorige weblog>
Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us