Genieten van de gastvrijheid
St. Martin (Bangladesh) naar Dhaka (Bangladesh), 17-Feb-08 / 13-Mar-08
De afgelopen weken zijn we van het Bangladeshi vakantie-eiland Saint Martin, naar de hoofdstad Dhaka gereisd. In eerste instantie was ons reisdoel Cox’s Bazaar. Dit is de badplaats die de meeste Bangladeshi’s zullen noemen als je hen vraagt naar de mooiste vakantiebestemming van hun land. Cox’s Bazaar is behoorlijk ontwikkeld. Er zijn inmiddels behoorlijk veel hotel gebouwd langs de kuststrook, waaronder een aantal hele grote. Als je Cox’s Bazaar echter vergelijkt met een gemiddelde badplaats in het westen, dan valt het tegen. Er heerst absoluut geen zwemcultuur in Bangladesh. Mensen komen naar de badplaatsen om over het strand te wandelen. Af en toe zie je wel een Bangladeshi het water in gaan, maar dat is eerder uitzondering dan regel. Daarnaast zijn er geen leuke restaurantjes of terrasjes waar je heerlijk kunt relaxen. Na twee dagen hadden wij het wel gezien in Cox’s Bazaar en zijn we verder gereisd naar Chittagong. Hier waren we een week geleden ook al, zodat we er inmiddels behoorlijk de weg wisten.
Een van de ferries over de vele rivieren tussen Barisal en Kuakata
 
Zoals in zoveel Bangladeshi steden, is er weinig te zien in Chittagong. We hebben er ons kaartje geregeld voor de boot naar Barisal. We hadden ons een week eerder al op de reserveringslijst laten zetten, maar dat is in Bangladesh geen garantie dat je ook een kaartje krijgt. Er kan immers altijd een Bangldeshi langskomen die bereid is een omkoopbedrag te betalen waardoor hij boven ons op de lijst zou komen. Maar we hadden geluk, we stonden nog hoog genoeg op de lijst waardoor we ons kaartje konden bemachtigen. De volgende dag om acht uur in de morgen namen we onze intrek in de kajuit van de boot die ons over de Bengaalse golf naar Barisal zou brengen. We hadden verwacht dat de tocht minimaal vierentwintig uur zou duren, maar uiteindelijk arriveerden we al na zeventien uur. De BIWTC (Bangladesh Inner Water Transport Corporation) had namelijk een snellere boot ingezet (zie ook het artikel: Love Boot op z’n Bangladesh).

Ook Barisal is weer zo’n typisch Bangladeshi stad. Chaotisch en weinig te zien, maar wel weer een stad waar je door de lokale bevolking met open armen wordt ontvangen. Barisal is de eerste stad die we bezochten die in het gebied ligt waar de cycloon Sidr in november 2007 heeft toegeslagen. Hier en daar was lichte schade te zien, maar niet in die mate die je zou verwachten bij een cycloon. We zijn enkele dagen in Barisal gebleven, waarna we zijn doorgereisd naar het zuidelijker gelegen Kuakata. Kuakata ligt 110 kilometer ten zuiden van Barisal, maar dat betekent in Bangladesh nog steeds vijf uur in de bus zitten. Dat heeft deels te maken met de slechte kwaliteit van de wegen, maar vooral ook vanwege het feit dat we op deze route vijf maal een rivier met een ferry moesten oversteken. Kuakata is ook een badplaats in Bangladeshi termen. Wat ons betreft is het gewoon een dorpje wat toevallig aan het strand ligt. Wel een mooi strand overigens. Kuakata is wel een plaats die behoorlijk is getroffen door Sidr. Veel bomen zijn omgewaaid en her en daar staan nog hutjes die volledig verwoest zijn. Veel van de hutjes, die voornamelijk bestaan uit riet, hout en wat golfplaten, zijn door de bewoners weer in elkaar gezet. De mensen die hier wonen hadden al niets, en wat ze hadden, hebben ze verloren door Sidr. De mensen hebben echter geen keus en proberen hun leven weer zo goed mogelijk op te pakken. We blijven uiteindelijk twee dagen in Kuakata, waarna we weer terugreizen naar Barisal. We hebben er bewust voor gekozen om in een laag tempo te reizen. Wellicht heb je de meeste plaatsen in een halve of hele dag al gezien, maar dat gaat ons iets te snel.

Een visser in Sundarbans
 

Eenmaal terug in Barisal regelen we dezelfde dag nog kaartjes voor de bus naar Khulna. Op de routes tussen de grotere steden kun je meestal kiezen tussen de publieke bussen (openbaar vervoer) en de bussen van private busondernemingen. Het voordeel van het openbaar vervoer is dat de bussen over het algemeen eens per dertig minuten of eens per uur gaan. In dat geval kun je gewoon naar het busstation gaan en de eerst volgende bus pakken. Deze publieke bussen zijn echter wel veel langzamer dan de private bussen omdat ze alles en iedereen oppikken langs de route. De buschauffeur vindt altijd dat er nog wel iemand bij kan (is namelijk meer omzet). Dit maakt de publieke bussen vaak erg oncomfortabel, zeker als je twee meter bent. De private bussen gaan over het algemeen iets minder frequent, zijn iets duurder, maar wel sneller en comfortabeler. Zij pikken niet iedereen op langs de route, althans niet als alle stoelen bezet zijn. Vaak pakken we de publieke bus, maar soms ook een private bus zoals voor de rit van Barisal naar Khulna.

Khulna was voor ons de plaats waar we de tour naar de Sundarbans hebben geregeld. Het was nog even de vraag of we dit grootste nog resterende mangrovebos ter wereld nog wel konden bezoeken. Sidr heeft namelijk zoveel schade aangericht, dat sommigen zeiden dat het beter was het bezoek aan Sundarbans een aantal jaren uit te stellen. Wij zijn echter nu in Bangladesh en niet over een aantal jaren. Gelukkig waren er ook mensen die zeiden dat het nog steeds de moeite waard is om af te reizen naar Sundarbans. Uiteindelijk hebben we besloten toch te gaan, en maar goed ook. Het was werkelijk schitterend (zie ook het artikel en de foto-impressie over Sundarbans). We hadden maar van één ding spijt, en dat was dat we er niet een aantal dagen langer zijn gebleven. Na ons bezoek aan Sundarbans stond een volgend hoogtepunt op het programma, namelijk de boottocht van Khulna naar Dhaka. Dit is niet zo maar een tocht, maar een tocht met de Rocket Steamer. Dit is een boot die het beste te vergelijken is met de Mississippi boten uit Amerika. Compleet met schoepen! De boot wordt tegenwoordig niet meer aangedreven door stoommachines, maar door dieselmotoren, echter, de schoepen zijn nog volledig operationeel. Elk jaar reizen er ongeveer twintig miljoen mensen met de Rocket Steamer tussen Dhaka en Khulna. Het reizen per ferry blijft in Bangladesh uitermate populair, ondanks het feit dat de boten langzaam zijn en er regelmatig ongelukken gebeuren. Bangladesh wordt jaarlijks geteisterd door gemiddeld vijf grote ferryongelukken waarbij gemiddeld honderd doden vallen per ongeluk. Dit komt vooral omdat veel Bangladeshi’s niet kunnen zwemmen. We hadden gehoopt op een eerste klasse kajuit, omdat je in de eerste klasse gebruik kunt maken van een mooi observatiedek. Echter, dit keer was onze reservering “verdwenen”, waardoor alle eerste klasse kajuiten waren vergeven. Uiteindelijk konden we nog een tweede klasse kajuit bemachtigen. Ook deze kajuit was prima. Het is een klein hokje waar twee bedden in staan en die worden gescheiden door een paadje van ongeveer 50 centimeter. De kajuit is groot genoeg om je spullen er in kwijt te kunnen en om er comfortabel in te kunnen slapen.

Na uiteindelijk zevenentwintig uur arriveren we in Dhaka. Ivonne zit onder de rode vlekken, waarschijnlijk veroorzaakt door de bedluizen die schijnbaar ook een boeking hadden voor de kajuit. Dhaka is ons laatste reisdoel in Bangladesh. We verblijven hier nog een week, waarna we via Bangkok (waar we ook een week blijven), doorreizen naar Myanmar. Voor de laatste week in Dhaka hebben we besloten iets luxer te gaan leven. We hebben een iets duurdere hotelkamer genomen aangezien we de komende tijd er veel zullen verblijven om aan deze website te werken. Ook belonen we ons zelf wat vaker op een goede maaltijd. Af en toe zijn we te vinden in één van de top-end hotels waar we voor € 6,- per persoon ons zelf volstouwen aan het dinerbuffet. Na vijf weken Bangladesh hebben we het wel gehad met rijst, brood, dahl (linzensoep) en sabji (koud groenteprakje). We kijken nu al uit naar de Thaise keuken.

 

© copyright - Babakoto.eu / 2008