De eerste week in Iran | |
Erzurum (Turkije) naar Hamadan (Iran), 22-Jun-07 / 2-Jul-07 |
|
De kop is eraf, de eerste liters zweet zijn gevloeid: we zijn in Iran! In de minibus van Kermanshah naar Hamadan wel te verstaan. We zijn omgeven door glooiende graanvelden en droge heuvelruggen. Soms zien we groepen nomaden langstrekken met ezels, geiten en wel honderd schapen. Al met al een prachtig uitzicht.
De busrit van Istanbul naar Erzurum (uit de vorige weblog) heeft uiteindelijk 19 uur geduurd. De kwaliteit van de bussen in Turkije is prima dus de 19 uren gingen redelijk comfortabel voorbij. De man met zweetvoeten heeft zijn voeten na een tijdje gewassen om proper te kunnen deelnemen aan het gebed, dus ook hierover was niets meer te klagen. Daarna zijn we via Dogubayazit (aan de Turkse grens) de grens over gestoken naar Iran (zie artikel: Van Turkije naar Iran) waar we de afgelopen week door het noordwesten heen zijn getrokken. In de gehele week hebben we geen enkele westerse reiziger gezien. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat het centraal westelijk deel van Iran buiten de gangbare toeristische routes ligt. Daarnaast ziet het er naar uit dat de spanningen in de relatie tussen Iran en het westen zijn uitwerking heeft gehad op het aantal toeristen. De toenemende spanningen hebben echter geen enkele invloed op de manier waarop de Iraniërs je als buitenlander behandelen. Dat maakt de Iraniërs zo speciaal. |
|
De vlees-sectie van de bazaar in Tabriz |
|
Het reizen in Iran kent vele hoogtepunten, maar één steekt daar met kop en schouders bovenuit: de mensen. Zoals we het in 1998 al hebben ervaren, ervaren we het nu weer. Mensen zijn ongelofelijk gastvrij. Ze nodigen je uit in hun huizen, lopen met je mee indien je op zoek bent naar een bepaald adres, en spreken je gewoon aan op straat met de vraag of ze je op één of andere manier kunnen helpen. Na onze tocht in de Howraman vallei bijvoorbeeld, bracht de taxichauffeur ons naar de woning van een zus waar we de nacht mochten doorbrengen. (zie artikel: De spectaculaire Howraman Vallei) We werden met open armen ontvangen, met thee overladen en het was geen enkel probleem om te blijven slapen. Naast de rol van gastheer, nemen ze ook uitgebreid de tijd om de omgeving te laten zien. Zoveel gastvrijheid maakt ons wel eens verlegen. Zouden wij hetzelfde hebben gedaan in Nederland? Zouden wij een vreemdeling zomaar in huis halen, zonder dat daar een echte noodzaak voor is? Wellicht zouden wij ervoor kiezen de mensen te verwijzen naar het dichtstbijzijnde hotel. Hier in Iran is gastvrijheid iets waar minder over na wordt gedacht, men doet het gewoon. Alles wordt aan de kant gezet om er een gezellige tijd van te maken. Dit maakt het reizen in Iran zo speciaal.
Toen we in 1998 in Nederland vertelde over onze reis in Iran, bleek dat er best mensen geïnteresseerd zijn om naar Iran te reizen maar dat o.a. de kledingeisen die Iran aan vrouwen stelt vaak een onoverkomelijk probleem zijn om naar Iran af te reizen. Nu is er in de laatste jaren veel veranderd, zoveel zelfs dat we met de kleding aankopen voor Ivonne in Turkije (blauwe rok, beige lang tuniek en beige hoofddoek) nogal opvielen. Bij de jonge Iraanse vrouwen zie je zelden nog de lange rokken, maar gewoon lange broeken onder een getailleerde trenchcoat (manteau). Zwart blijft hier de boventoon voeren, maar je ziet ook regelmatig dat de zwarte broek wordt vervangen door een spijkerbroek. Ook op het gebied van de hoofddoek is er het één en ander veranderd. Het is nu niet meer zo dat de hoofddoek ervoor zorgt dat je geen haar meer ziet. De hoofddoek wordt nu meer gezien als (verplichte) accessoire en vaak zodanig gedragen dat grote delen van het haar zichtbaar zijn. Sterker nog, het haar wordt vaak met haarlak netjes gemodelleerd. Nadat Ivonne zich een dag aangestaard had gevoeld hebben we in de bazaar een standaard outfit uitgekozen van een lange zwarte broek, een zwarte manteau en een zwarte hoofddoek. Nu krijgen we regelmatig de vraag of Edwin met een Iraanse is getrouwd. |
|
Een prachtige oude man uit Kandovan |
|
Als westerse vrouw moet je je dus nog wel aanpassen, maar het is wel eenvoudiger geworden. De kledingeisen waren voor ons nooit een reden om niet te gaan, maar hopelijk vinden nu meer mensen het de moeite waard om richting Iran af te reizen. Het blijft echter wel een feit dat de kleding in combinatie met de hitte af en toe best zwaar is. Zeker wanneer je in kleine hotelletjes (mosaferkhunehs) overnacht met gedeelde douche en (Frans) toilet (zonder WC papier, alleen een waterslangetje of waterkruik en je linkerhand). Je moet je dan toch helemaal aankleden voor een toiletbezoek, tot aan de hoofddoek toe. Eenmaal op het toilet moet je er daarnaast voor zorgen dat alles schoon blijft terwijl je zwetend boven het toilet hangt.
In het minibusje waar we nu in zitten is het ruim dertig graden, en dan zitten we nu nog op een hoogte van 1500 meter. Het zal de komende weken, wanneer we naar het zuiden afzakken nog wel warmer worden. Dit wisten we echter van tevoren, maar soms moet je nu eenmaal door een minder gunstig seizoen heen reizen om ergens anders op een goed tijdstip uit te komen. De lokale mensen lossen de hitte voor een deel op door op de warmste uren van de dag een siësta te houden. Hier in Kermanshah bijvoorbeeld, duurt de siësta van 12. 30 tot 16.30 uur. Wij gebruiken deze tijd meestal om te lunchen, een internetcafé te bezoeken of aan onze website te werken. We weten nog van onze vorige trip naar Iran dat het echte Iraanse eten, zoals men dat thuis eet werkelijk verrukkelijk is. Wanneer je echter bent aangewezen op de restaurantjes dan heb je in de minder toeristische steden niet veel meer keuze als pizza, sandwich, hamburger, of ….kebab. Om aan enige vitaminen te komen is er vers fruit op iedere hoek van de straat te koop en zijn er veel winkeltjes waar je vers geperst fruit- of groentesap kunt kopen met een flinke klont roomijs erin. Vooral de wortelsap variant is erg lekker, ook al zouden we daar in Nederland niet zo snel aan denken. Waarschijnlijk kunnen we in de komende weken weer een keer gaan genieten van het echte Iraanse eten. We zijn uitgenodigd om de mensen wederom te gaan bezoeken die we in 1998 hebben leren kennen. We hebben er erg veel zin in om deze familie weer eens te zien en we zijn ook erg benieuwd of er veel is veranderd in het kleine dorpje waar ze wonen. Is de modernisering ook hier toegeslagen? We zijn nu bijna in Hamadan dus tijd om af te sluiten. Dadelijk gaan we weer op zoek naar een mosaferkhuneh (hostel). Meer dan in bijvoorbeeld Turkije zijn we hiervoor aangewezen op de mensen op straat die ons de weg wijzen. Het Farsi is voor ons namelijk niet te lezen, en kleine hotelletjes hebben meestal geen opschrift in het Engels. We zullen dus wel weer zien waar we uitkomen. © copyright - Babakoto.eu / 2007 |