Het zuidelijkste punt van India
Bangkok (Thailand) naar Kanyakumari (India), februari 2012
Na een weekje in zowel Bangkok als Kuala Lumpur te zijn verbleven, vliegen we op 9 februari met Air Asia in ruim drie uur naar Chennai in Zuid India. Nu is onze vierde etappe van de reis echt begonnen. Het is ook ons vierde bezoek aan India sinds het begin van onze reis. De meeste delen van India hebben we voor ons gevoel al voldoende gezien, maar in vooral het uiterste zuiden van het land ontbraken nog een paar plaatsen. Maar na dit vierde bezoek, waarna we dan ongeveer een jaar in India zijn geweest, is het waarschijnlijk wel genoeg voorlopig.

Ons vierde bezoek aan India startte dus in Chennai, het vroegere Madras, wat de vierde stad van India is na Mumbai, Kolkata en Delhi. De stad heeft op ons een vriendelijke indruk gemaakt. Dat neemt niet weg dat de stad arm, chaotisch en vies is. Veel van de 6,6 miljoen zielen die in deze stad wonen, leven een miserabel leven. Erger is misschien nog wel het feit dat je eigenlijk nergens in de stad echte vooruitgang ziet. Chennai is schijnbaar één van India’s economische ‘power houses’, maar zichtbaar is het niet. De rijkdom verdwijnt ongetwijfeld in de zakken van de ‘happy few’. Toevallig lazen we laatst in een Indiase krant dat de meeste geheime rekeningen bij Zwitserse banken toebehoren aan Indiërs. ‘Nation building’ is niet iets waar India mee bezig is en het schrijnende bewijs is zichtbaar op straat. Wat dat betreft is China al heel veel verder. Zie ook onze foto-impressie over Chennai.

Een kaarsje opsteken in een tempel in Chennai
 

Na Chennai zijn we per bus naar de tempelstad Tiruvannamalai gereden. Tiruvannamalai is één van de vijf elementaire Shiva-steden. Hier wordt Shiva aanbeden als zijn vuurincarnatie. We verblijven in een klein hotelletje nabij de hoofdingang van de tempel en op één van de dagen van ons verblijf maken we de 14 kilometer lange pelgrimswandeling rondom de Arunachala berg. Het is nog winter in zuid India waardoor de temperatuur zo rondom de dertig graden Celsius blijft hangen, waardoor het voor Zuid Indiase begrippen heerlijk koel is. De volgende bestemming op onze route door Zuid India was Trichy. De stad heet werkelijk Tiruchirappalli, maar om niet constant de tong te breken wordt de stad in de volksmond Trichy genoemd, de oude koloniale naam. Ook Trichy is een tempelstad die dagelijks duizenden pelgrims aantrekt vanuit alle delen van India (zie ook onze foto-impressie over Trichy).

Het zuiden van India heeft ook enkele zogenaamde ‘hill stations’. Dit zijn hoger gelegen stadjes die al vanuit de koloniale tijd populair waren vanwege het prettige klimaat. Wij brachten een bezoek aan Kodaikanal dat op ruim 2100 meter ligt waardoor we zelfs overdag genoodzaakt waren een fleece te dragen. ’s Nachts werd het zelfs zo koud dat we ons bed moesten voorzien van vier dikke dekens. Het was een heerlijke plek om een aantal dagen te vertoeven. We hebben wat gewandeld in de koele omgeving en zijn vervolgens weer afgedaald naar de warme laagvlakte. India’s bekendste zuidelijke tempelstad Madurai was onze bestemming. De tempel is inderdaad bijzonder mooi, maar omdat de stad heel veel buitenlandse toeristen trekt is de sfeer er duidelijk minder. In de stad zwemt het van de mannen die als gids willen fungeren, maatpakken aan de man proberen te brengen of je op een andere manier Rupees uit de zak proberen te kloppen. Een mooie stad dus, maar een iets mindere ervaring.

Een mooie Sadhu (heilige man) in Tiruvannamalai
 

Vervolgens was het nog maar zes uur met de bus naar het meeste zuidelijke puntje van India, Kanyakumari, oftewel Cape Comorin zoals de Engelse kolonisten het vroeger noemden. Een stadje, dat vooral erg populair is onder de lokale toeristen. Uiteraard is er een tempel waar ze graag een bezoek aan brengen, maar men komt toch vooral naar deze plek voor het gevoel om op het zuidelijkste puntje van India te staan. Je ziet dat de lokale overheid probeert om er een echte toeristische attractie van te maken. Zo hebben ze een gedenktempel voor één of andere Swami (soort van Hindu monnik) gebouwd op een klein eilandje dat een paar honderd meter uit de kust ligt, en waar hordes toeristen per ferry naartoe gaan. Ook heeft men ook een uitzichttoren gebouwd van waaruit je zicht zou hebben op drie oceanen. (welke dat zouden moeten zijn weten we overigens niet) en is men op schildpaddensnelheid bezig om een soort van promenade aan te leggen. Dat het een promenade moet worden weten we dankzij een groots bord wat er is neergezet en waarop ook staat vermeld dat het project eind 2010 al zou zijn moeten afgerond. Het project is dus al ruim een jaar over tijd en daar zullen nog wel een paar jaartjes bijkomen. Aan het materieel kan het niet liggen, want voor het eerst zien we moderne Volvo bulldozers en Duitse MAN vrachtwagen. Als je echter vervolgens de Indische bestuurders in de geairconditioned cabines ziet slapen weet je waar het fout gaat. Ongetwijfeld kent men hier het gezegde: “goed materieel is het halve werk”. Voor de andere helft hebben ze nog geen oplossing gevonden.

© copyright - Babakoto.eu / 2012