Palawan | |
Coron (Filippijnen) naar Naga (Filippijnen), 11-Mrt-10 / 27-Mrt-10 |
|
Het waren twee lange reisdagen die ons van de stad Puerto Princesa naar Coron hebben gebracht, in het uiterste noordoosten van de eilandprovincie Palawan. Maar het is absoluut de moeite waard geweest. Voor het eerst, en misschien ook wel voor het laatst, hebben we naar wrakken gedoken (zie ook het artikel en de foto-impressie over het wrakduiken in Coron). Na nog een paar daagjes te hebben nagenoten zijn we langzaam maar zeker terug gereisd naar Puerto Princesa. In eerste instantie zijn we met de boot van Coron naar El Nido gevaren. El Nido wordt door de meeste reizigers gezien als het absolute hoogtepunt van iedere reis naar de eilandprovincie Palawan. Voor ons was dat niet zo. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat wij geen echte strandmensen zijn. Bruin bakken in de hete zon en het oncomfortabele gevoel van zand tussen de tenen is aan ons helaas niet besteed.
Maar desondanks hebben we toch een eilandhop-toertje geboekt in El Nido. Als het echt zo speciaal blijkt te zijn, dan willen we dat ook zien. De baaien rondom El Nido zijn bekend vanwege de prachtige zandsteenrotsformaties die her en der in de baaien liggen, en die steil uit de zee rijzen. Veel van de eilandjes hebben pittoreske witte zandstrandjes en ansichtkaartachtige lagunes waar het prachtig snorkelen schijnt te zijn. De ochtend erop stonden we dan ook vol verwachting in onze zwemkleding en met onze snorkelsets bij de boot die ons naar enkele eilandjes zou transporteren. Ons groepje bestond verder nog uit twee Amerikaanse broers, waarvan er één in Denver woont en de andere al een jaar of acht in Duitsland. En omdat ze elkaar al die tijd niet meer hebben gezien, hebben ze gekozen voor een gezamenlijke vakantie naar de Filippijnen. De dag blijkt uiteindelijk mooi, maar niet heel bijzonder te zijn. De baaien zijn inderdaad prachtige, maar het snorkelen valt erg tegen. Van koraal is geen sprake meer, en ook de vissen moet je met een vergrootglas zoeken. Het enige wat nog in overvloed aanwezig is, zijn de roze kwallen die je al zigzaggend moet ontwijken om zonder beten weer bij de boot te komen. Ook het plaatsje El Nido viel ons tegen. Ongecoördineerde toeristenontwikkeling heeft de meeste charme verdrongen, en de vriendelijkheid van de mensen is ver te zoeken. Voor het eerst in de Filippijnen kwamen we tot de conclusie dat niet alle Filippino’s even vriendelijk zijn. |
|
Een mooi strandje tijdens onze eiland-toer in El Nido |
|
Na ons bezoek aan El Nido zijn we met de bus terug gereisd naar de provinciale hoofdstad Puerto Princesa. We hadden nog één bezienswaardigheid in Palawan op ons lijstje staan: de ondergrondse rivier van het Puerto Princesa Subterranean River National Park. Dit is de langste ondergrondse rivier (8 kilometer) ter wereld en alleen om die reden al een bezienswaardigheid. Ook dit bezoek viel helaas tegen. De rivier is slechts voor anderhalve kilometer voor bezoekers toegankelijk en door de enorme aantallen toeristen die de rivier bezoeken, sta je letterlijk in de rij in afwachting van een plek in een bootje. Overvolle bootjes vertrekken aan de lopende band de grot in, en de man die de boot bestuurd, en die tevens ook de gids is, is van een belabberde kwaliteit. Hij komt niet verder dan het oplepelen van ‘grappige’ namen van rotsformaties die je gedurende de boottocht ziet. Zo zagen we onder andere maagd Maria, Sharon Stone, een maïskolf en een champignon met een penis erop. De gids moest zelf het hardste lachen om zijn grapjes. En dat de grapjes niet echt origineel waren, hoorden we meerdere malen toen we andere bootjes tegenkwamen waarvan de gids dezelfde grappen opdreunde. Toen iemand uit onze boot vervolgens een serieuze vraag stelde over de grotten, werd hij zonder blikken of blozen genegeerd. Al met al concludeerden we dat de ondergrondse rivier op zich erg mooi is, maar dat de manier waarop je de grotten bezoekt een afknapper is. Vorig jaar brachten we een bezoek aan de Tham Kong Lo ondergrondse rivier in Laos, en een bezoek aan dit natuurwonder is in vele opzichten meer de moeite waard dan een bezoek aan de ondergrondse rivier in Palawan. Na ons bezoek aan Palawan zijn we terug gevlogen naar Cebu City, waar we de dag erop meteen een boot hebben genomen naar de provincie Leyte. Ons volgende reisdoel was Donsol in het zuiden van de provincie Luzon, omdat het één van de beste plekken in de wereld is om met walvishaaien te snorkelen. En aangezien de maanden januari tot en met april de beste tijd is, vanwege de grote hoeveelheid plankton in het water, hadden we enige haast. Dat kwam mede ook door het feit dat de paasdagen langzaam maar zeker in zicht kwamen. En de week voor Pasen is in de Filippijnen de slechtste tijd om te reizen. Veel Filippino’s gaan in deze periode op vakantie, waardoor de bekendere bezienswaardigheden, waaronder ook Donsol, met toeristen wordt overspoeld. Daarnaast zijn de bussen en hotels vaak al maanden van tevoren volgeboekt. Om die reden hebben we in Palawan al besloten om een hotelletje te boeken in Manilla, om daar de paasweek te gaan doorbrengen. Manilla is namelijk zo ongeveer de enige plek in de Filippijnen waar het niet moeilijk is om accommodatie te vinden, omdat iedereen de stad met de paasdagen ontvlucht. |
|
In afwachting van onze boottocht door de ondergrondse rivier in Palawan |
|
We zijn dus via de provincies Leyte en Samar naar Donsol gereisd, op het zuidelijk deel van Luzon. Aangezien we nog ruim voor de paasweek arriveerden hadden we weinig moeite om een kamer te vinden op één van de resorts langs de kust. Na aankomst hebben we meteen een reservering gemaakt bij het walvishaai-informatiecentrum voor een snorkeltocht de ochtend erop. Er mogen dagelijks maximaal dertig boten, met zes snorkelaars elk, op zoek gaan naar de walvishaaien. De ochtend snorkelen met de walvishaaien blijkt uiteindelijk een absoluut hoogtepunt te zijn van ons bezoek aan de Filippijnen tot nu toe. Na een half uurtje te hebben rond gespeurd in de baai bij Donsol, was het geluk al met ons. We zagen onze eerste walvishaai en hebben twintig minuten met hem mee kunnen snorkelen. Uniek blijkt later, omdat de meeste ontmoetingen met walvishaaien vaak maar een minuut of twee minuten duren, waarna de walvishaai afzakt naar diepere wateren. Uiteindelijk zien we die ochtend vier walvishaaien, maar de ontmoeting met de eerste was het absolute hoogtepunt. We zijn vervolgens nog een paar daagjes in Donsol gebleven waarna we via Legaspi, waar we de Mayon vulkaan hebben gezien, zijn door gereisd naar Naga. Naga is onze laatste stop voor Manilla. Morgen nemen we de bus naar de hoofdstad, waar we vervolgens een paar weekjes op ons luie gat gaan zitten. We laten de paasweek lekker aan ons voorbij trekken en wachten vervolgens op de aankomst van de ouders van Edwin, die vanaf 10 april met ons gaan meereizen door het noordelijke deel van de Filippijnen.
|
|
© copyright - Babakoto.eu / 2010 |