Engels | Nederlands |
|
Boeven? | |
Saigon (Vietnam), 4 september 2009 |
|
Tot op de tanden bewapend zijn we afgereisd naar Vietnam. Heel even hebben we overwogen om Vietnam als reisbestemming over te slaan, na alle negatieve verhalen die we van andere reizigers over het land hadden gehoord. Het is absoluut niet zo dat Vietnam geen mooi land zou zijn. Het probleem is echter dat je als reiziger door veel Vietnamezen als een lopende pinautomaat wordt gezien, waarbij het geoorloofd is om er zo veel mogelijk geld uit te trekken; al dan niet op een eerlijke manier. Het grootste gedeelte van de klachten over Vietnam is gerelateerd aan de opdringerigheid van verkopers. Op veel toeristische plekken barst het inderdaad van de verkopers die allemaal iets aan de man willen brengen. Het gaat daarbij om een breed scala van producten, meestal van Chinese makelij en daarom slecht van kwaliteit. Het zijn sowieso producten die je niet nodig hebt. Denk daarbij aan hangmatten, zonnebrillen, horloges, gekopieerde reisboeken en souvenirs die alleen door mensen van boven de zeventig mooi worden gevonden. Het meest opzienbare horrorverhaal over de opdringerigheid van verkopers komt uit het stadje Ninh Binh, de plaats waar je met een kleine roeiboot een prachtige twee uur durende tocht kunt maken over een riviertje die je door een landschap van prachtig kalksteengebergte voert. De vrouwen die de roeiboeten bemannen zien er schattig uit maar zijn veelal wolven in schaapskleding. Halverwege de rit worden veel toeristenbootjes omsingeld door verkoopsters in andere bootjes die allen onder één hoedje spelen met de bootsvrouw. Onder het dreigement dat je niet meer terug gevaren wordt naar het beginpunt, wordt je onder druk gezet om voldoende omzet te maken. En als je denkt dat je er met de aankoop van bijvoorbeeld een blikje frisdrank vanaf bent, heb je het mis. De slinkse dames verwachten een flinke besteding. Als je uiteindelijk dan toch bent terug gebracht naar het vertrekpunt, moet je niet raar staan te kijken als de bootsvrouw ook nog een fooi aan je vraagt. Gelukkig hebben wij van dit soort opdringerige verkooptechnieken weinig gemerkt tijdens ons verblijf in Vietnam. Uiteraard zijn ook wij honderden, zo niet duizenden keer aangesproken om iets te kopen (“Hello mister, you buy something”), maar een duidelijke “nee” was telkens voldoende. We hebben ook een bezoek gebracht aan Ninh Binh, en ook daar hadden we geen problemen met de bootsvrouw. We waren er erg vroeg waardoor we als eerste op pad gingen en voor een groot gedeelte van de rit de omgeving voor ons zelf hadden. Te vroeg schijnbaar voor de verkoopsters en wat betreft de bootsvrouw die ons bootje bestuurde, hadden we geluk. Ze heeft één korte poging gedaan een gehaakt tafelkleedje aan ons te verkopen, maar ze gaf het gelukkig al snel op. Ook de mensen die in de transportwereld werken zijn berucht. Taxichauffeurs, buschauffeurs, rickshaw-rijders en ander volk dat zijn boterham probeert te verdienen in een voertuig zijn vaak niet te vertrouwen. Aangezien we vaak van dit soort lui gebruik maken, hebben we hier het meeste last van gehad. Het doel van deze boeven is altijd hetzelfde; exorbitante bedragen vragen aan buitenlanders. Vaak gaat het recht voor z’n raap. Verschillende keren werd ons de toegang tot een bus of boot ontzegd omdat we niet minimaal het dubbele van het gangbare bedrag wilden betalen. En dat terwijl de prijs vaak op de bus of boot staat aangeplakt. Maar vaak gaat het ook op een meer geniepige manier. Zo zijn we in Hanoi uit een taxi gestapt omdat de chauffeur aan zijn taximeter had gesleuteld, waardoor de meter veel te snel opliep. Veel toeristen maken daarom tegenwoordig gebruik van de zogenaamde “open tour” bussen. Dit systeem is opzet door slimme Vietnamese ondernemers die nu transportverbindingen bieden tussen de belangrijkste toeristische plaatsen op basis van een ‘hop on / hop off’ principe. Je koopt eenmaal een kaartje van bijvoorbeeld Hanoi in het noorden naar Saigon in het zuiden en vervolgens kun je op dit traject in legio van plaatsen op en uitstappen. En dat allemaal zonder ellende omdat de bussen altijd aankomen en vertrekken in de toeristengetto’s en dus niet op buiten de stad gelegen busstations. Het is een relaxte manier van reizen, maar ook een manier waarbij je al snel het gevoel krijgt in een toeristenkudde te reizen. Veel reizigers vinden dat prettig; wij niet. Een derde veel gehoorde klacht zijn de problemen rondom malafide reisbureautjes. Heel veel toeristen maken gebruik van dit soort bureautjes voor het boeken van goedkope tours. Denk daarbij aan tours van een paar dagen naar de Halong Baai, de Mekong delta of een bergstam in het noorden van het land. Zoals een echte backpacker betaamd mag het niks kosten en is hij of zij achteraf verbaasd dat het transport, de accommodatie of het eten niet goed was. Uiteraard zijn er malafide reisbureautjes, maar over het algemeen geldt: “je krijgt waarvoor je betaald”. Verwacht geen vijfsterren of zelfs een één ster tour, als je voor geen sterren hebt betaald. De oplossing is heel simpel: of je betaalt iets meer, of je reist individueel. Het overgrote deel van de reisbestemmingen die middels een tour worden aangeboden, kun je ook op eigen houtje bezoeken. Al met al hebben wij een prima tijd gehad in Vietnam. Natuurlijk hebben ook wij een aantal baalmomenten gehad betreffende transport en werd Ivonne in het hartje van Hanoi bijna beroofd. Wij hebben Vietnam echter leren kennen als een prachtig land met over het algemeen heel vriendelijke mensen. We hebben dus uiteindelijk aan het land een heel ander beeld overgehouden dan het beeld dat was gevormd door gesprekken met anderen We zijn dus blij dat we toch naar Vietnam zijn afgereisd. |