Gevraagd: klootzakken
Bangkok (Thailand), 11 december 2009

Het is eind oktober als Delta Airlines vlucht 25 arriveert op ’s werelds drukste vliegveld: Atlanta. Atlanta is slechts een tussenstop voor ons, want we zijn met het gezin van Edwin op weg naar Florida voor een cruise ter gelegenheid van het 40-jarige huwelijk van Edwin’s ouders. We reizen met zes volwassenen en twee jonge kinderen. De vlucht is wonderbaarlijk soepel verlopen, waardoor we nog voldoende energie hebben voor de resterende vlucht naar het warme Florida. Maar eerst wacht ons nog de immigratie.

Omdat we alle leuke momenten van de reis willen vastleggen, filmt Ivonne het moment waarop we uit het vliegtuig stappen. Het duurt slechts enkele seconden voordat iemand door de hal brult: “don’t film here, it will cost you $ 500 !”. Een niet al te communicatief vaardige poetsdame waarschuwt ons voor de gevolgen van het maken van enkele familiekiekjes. Verbaast vragen we ons af wat iemand nu kan hebben tegen het maken van een filmpje van een gezin dat via de roltrap uit de slurf van een vliegtuig komt. We nemen het advies echter ter harte en volgen vervolgens de bordjes naar de immigratie. Al snel arriveren we in een grote hal waar tientallen hokjes staan met daarin zwaar bewapende immigratie officials die de immigratieactiviteiten voor hun rekening nemen. Om alles in goede banen te leiden staan her en der eveneens zwaar bewapende immigratiemedewerkers opgesteld die de zojuist aangekomen passagiers naar de juiste rijen verwijzen. Het is muisstil in de hal. Er heerst een sfeer zoals die moet zijn als je als gevangene incheckt in een gevangenis. Mensen die zich iets of wat buiten de rij durven te wagen worden getrakteerd op een woordensalvo van de immigratiemedewerkers. Voor ons stapt een man per ongeluk met een voet over de gele wachtlijn waardoor hij een enorme uitbrander krijgt. Welkom in Amerika fluisteren we cynisch tegen elkaar.

Wij zijn inmiddels vooraan in de hoofdrij aanbelandt en worden door een immigratiemedewerker doorverwezen naar een subrij die voor één van de immigratiehokjes staat. We willen de regeldame in kwestie vertellen dat we graag als groep bij elkaar blijven omdat we gezamenlijk reizen en daardoor ook hetzelfde immigratieverhaal hebben. Maar je voelt het al aankomen. Meedenken wordt niet geapprecieerd en voordat we twee woorden hebben uitgesproken wordt ons kortaf verzocht door te lopen naar de rij die zojuist is toegewezen. Ons reisgezelschap splitst zich dus over twee rijen. Tien minuten later zijn we aan de beurt om oog in oog te treden met de immigratie official. We worden onder vuur genomen met een spervuur aan vragen, terwijl tegelijkertijd onze vingerafdrukken worden afgenomen. Maar wij hebben nog geluk. In de rij naast ons staat een alleen reizende man die werkelijk honds wordt behandeld. De man wordt ondervraagd alsof hij verdachte is van een crimineel feit. En om de ondervraging extra kracht bij te zetten begint een tweede immigratie official zich met de ondervraging te bemoeien om hem zo het vuur aan de schenen te leggen. We staan letterlijk met open mond te kijken.

Zonder kleerscheuren komen we door de immigratieperikelen heen waardoor we officieel zijn toegelaten tot het land van de onbegrensde mogelijkheden. Edwin’s zus staat met haar gezin nog in een andere rij te wachten op hun beurt. Ook hun rij vordert langzaam omdat ook daar een slachtoffer van een uitgebreide ondervraging staat. We willen op hen wachten, maar ook dat is niet toegestaan. “Doorlopen” is wat we te horen krijgen. We komen uiteindelijk allen weer samen bij de bagageband. Enkelen van ons zijn opgefokt over de manier waarop we het laatste halve uur zijn behandeld. “Je komt hier als toerist om je geld te spenderen en wordt vervolgens als een terrorist behandeld”. We pakken onze bagage bij elkaar en maken ons op voor de volgende horde; de douane. Ook hier wemelt het van de ‘rij-managers’ die de taak hebben om de constante stroom van gearriveerde passagiers met strenge hand door de procedures te leiden. We proberen rustig te blijven en laten alles op ons afkomen. Na enkele keren afgeblaft te zijn lopen we naar de laatste horde, de röntgen apparatuur waar onze handbagage wordt gecontroleerd. Ook hier geen lachende gezichten of vriendelijke luchthavenmedewerkers die je welkom heten. In tegendeel zelfs, iedereen is een potentiële terrorist. Een Amerikaanse vrouw die voor Ivonne in de rij staat ergert zich ook mateloos aan de manier waarop ze door haar landgenoten wordt behandeld. Zij trekt het probleem zelfs nog breder: “zodra Amerikanen een paar strepen op hun pak hebben denken ze je als hond te kunnen behandelen”, is haar ongezouten mening. Het is nu nog te vroeg voor ons om die mening te kunnen controleren. Wat we wel inmiddels weten is dat je als luchthavenmedewerker niet heel veel kwalificaties hoeft te hebben. Waarschijnlijk is de personeelsadvertentie heel simpel: “Gevraagd: Klootzakken”.

© copyright - Babakoto.eu / 2009