Engels | Nederlands |
|
Ze zijn groot, en moeilijk | |
Bangkok (Thailand), 25 april 2008 |
|
Shit, niet weer! Ruim een half jaar geleden gebeurde het ook al en nu weer. Wederom is er een stuk van mijn kies afgebroken. De vorige keer dat het gebeurde was in India en nu zijn we nog maar net in Myanmar. Ook Myanmar is niet echt een land om naar de tandarts te gaan. Gelukkig valt de schade wederom mee, zodat het tandartsbezoek kan worden uitgesteld tot Bangkok. Nog in Myanmar maak ik via Internet alvast een afspraak bij het tandheelkundige ziekenhuis (Dental Hospital) in Bangkok. Na ons verblijf in Myanmar zullen we een week in Bangkok verblijven waarna we doorreizen naar Maleisië. In die week zal de kies dus gerepareerd moeten worden. Ik maak direct ook een afspraak voor een complete controle, een röntgenfoto en een gebitreiniging sessie. Dan ben ik er namelijk direct weer voor een tijdje vanaf. Op vrijdag 18 april arriveerden we in Bangkok en op zaterdag 19 april lig ik al in de tandartsstoel. De tandarts adviseert me om een zogenaamde panoramische röntgenfoto te laten maken om zo een goede algemene controle van mijn gebit te kunnen doen. Daarna is het een kwartiertje wachten om vervolgens weer aan te schuiven bij de tandarts om de resultaten van de foto te bespreken. Op het moment dat de röntgenfoto op het computerscherm verschijnt, is het alsof we op de set van een horrorfilm zijn beland. Zelfs de tandarts is er even stil van. Binnen een minuut telt ze vijftien gaatjes. “Vijftien?”, vraag ik nog even om er zeker van te zijn dat het niet om een Thais-Engelse spraakverwarring gaat. Ik ben ongetwijfeld tot ver achter mijn oren wit weggetrokken. De eerste vraag die door mijn hoofd spookt is: “Hoe is dit in godsnaam mogelijk?”. We zijn slechts tien maanden onderweg en voordat we uit Nederland vertrokken hebben we nog een uitgebreide controle laten doen door onze eigen tandarts. We hadden hem uitgelegd dat we voor langere tijd op reis gingen en dat we geen enkel risico wilde lopen met ons gebit. Uiteraard begreep hij dat. Nadat hij foto’s had gemaakt, kwam hij tot de conclusie dat alles in orde was. Hij moet dan toch wel soep in zijn ogen hebben gehad. En dan geen bouillon, maar dikke erwtensoep. Ook de Thaise tandarts snapt er niets van. Ze kijkt me aan alsof ik keihard sta te liegen wanneer ik vertel dat we tien maanden geleden nog naar onze eigen tandarts zijn geweest, en de laatste jaren trouw onze periodieke controles hebben laten uitvoeren. Ik vraag haar of ze dit wel kan repareren in een week. Ze haalt haar schouders op en adviseert me om er in ieder geval zoveel mogelijk te laten vullen. Een kwartier later lig ik al in de tandartsstoel van één van de vele tandartsen van de kliniek, voor mijn eerste sessie. Als ik haar vraag hoeveel gaatjes ze denkt te gaan vullen gedurende deze afspraak zegt ze resoluut: “Eén”. “Eén in een uur?”, vraag ik haar. “Ja, want ze zijn groot en erg moeilijk”, zegt ze met een Thais-vriendelijk gezicht. Een uur later is het eerste gaatje inderdaad gevuld en heb ik er nog ‘slechts’ veertien te gaan. Nog voordat we naar ons hotel teruggaan maak ik alvast twee nieuwe afspraken. Eén voor morgen en één voor overmorgen. Het voordeel van een dergelijk tandheelkundige kliniek is dat er voldoende tandartsen rondlopen, zodat ze altijd wel de mogelijkheid hebben om op korte termijn een afspraak te plannen. De resterende dagen in Bangkok zijn redelijk eentonig. Bijna elke dag heb ik een afspraak van 1,5 tot 2 uur, maar neemt het gehele tandartsbezoek minimaal een halve dag in beslag. Soms worden er één of twee gaatjes gevuld, maar een enkele keer ook vier. Uiteindelijk staat voor donderdag 24 april mijn laatste afspraak gepland om de laatste vier gaatjes te vullen. Twee uren zijn er gereserveerd, weliswaar bij verschillende tandartsen. De eerste afspraak gaat voorspoedig en na het eerste uur resteren er nog twee gaatjes. Echter, de tandarts die de twee laatste gaatjes moet vullen kijkt nog eens gedetailleerd naar de röntgenfoto en adviseert me om nog eens zeven extra gaatjes te laten vullen. Deze gaatjes zijn echter op dit moment nog niet kritisch, maar wel over een jaar als ik er niets aan laat doen. Ik loop terug naar Ivonne om te overleggen wat te doen. Uiteindelijk besluiten we om de laatste zeven gaatjes ook maar te laten repareren om zo van de ellende af te zijn. Gelukkig kon ik dezelfde avond nog terecht. Om 18.00 uur was ik weer aan de beurt en dankzij het feit dat de gaatjes minder moeilijk waren stonden we voor achten al weer buiten. Na meer dan tien uur in de tandartsstoel te hebben gelegen, zeven verschillende tandartsen te hebben gehad en tweeëntwintig gaatjes te hebben gevuld, ben ik weer vrij man. Mijn glimlach is gered, maar niet dankzij de waardeloze Nederlandse tandarts B. te D., die ons in ieder geval nooit meer terug gaat zien. |