Engels | Nederlands |
|
Als de auto rammelt, dan werkt hij nog! | |
Dushanbe (Tadzjikistan), 20 juli 2015 |
|
|
|
Stotterend, rammelend en piepend rijdt de Opel Zafira waar we in zitten, het gedeelde taxistation af. “Als de auto rammelt, dan werkt hij nog”, zal onze chauffeur denken, terwijl hij aan de 270 kilometer lange tocht van Khojand naar Penjikent begint. In Tadzjikistan is er voor veel routes geen andere vorm van openbaar vervoer dan de gedeelde taxi. Alle auto’s kunnen dienen als taxi, maar hoe meer zitplaatsen hoe populairder. Het is opvallend dat in verschillende landen, verschillende merken tweedehands auto’s worden aangeschaft om als gedeelde taxi te dienen. In Kirgistan kiest men voor de grotere Japanse auto’s, terwijl men in Tadzjikistan opvallend vaak voor Opel kiest. Vooral de Opel Zafira met zeven zitplaatsen is populair. Deze auto, die is ontwikkeld voor de goede asfaltwegen in het Westen, hobbelt hier dagelijks over halfvergane bergwegen: geen wonder dat er soms wat aan kapot gaat. We zitten met z’n tweetjes op de achterste twee stoeltjes in de Zafira. Als we de stad uitrijden, valt niet alleen het stotterende geluid van de auto op, maar ook dat onze auto heel langzaam accelereert. Je moet weten dat de gangbare Tadzjiekse rijstijl onbesuisd hard is. Achter het stuur komt het beest in hen los. Als een losgeslagen stier, rijden ze in volle vaart op voetgangers af. Medeweggebruikers werken als een rode lap op de chauffeurs. Wij sukkelen nu echter met een vaartje van 50 kilometer per uur over het mooiste stukje asfalt van het land. Dit kan niet kloppen! Is de chauffeur bang dat hij zijn zuurverdiende geld moet inleveren bij een corrupte verkeersagent, of is ons gevoel juist en is de auto toe aan een opknapbeurt? De Opel Zafira lijkt nog maar over 50% van het gebruikelijke vermogen te beschikken. |
|
De parkeerplaats in Khujand waar de gedeelde taxi's vertrekken naar Dushanbe |
|
Na een paar uurtjes wordt de auto aan de kant gezet. “Vijf minuutjes pauze” gebaart de chauffeur naar ons, terwijl hij zijn gouden tanden bloot lacht. Meteen gaat de motorkap open. Eén van onze medepassagiers blijkt een handige sleutelaar en neemt het voortouw. Bij wat andere auto’s op het parkeerterreintje wordt gereedschap geregeld en binnen no-time zijn de bougies verwijderd. Ze worden schoongemaakt en enkele loshangende onderdelen worden met isolatietape vastgemaakt. De sfeer is gemoedelijk. Niemand klaagt over de vertraging. Meehelpen aan de reparatie van de auto, die jou tegen betaling ergens naar toe brengt, is vanzelfsprekend. Na een half uurtje vouwen we onszelf weer op de twee achterste stoelen van de Zafira. De auto start met moeite, maar de sleutelpartij heeft niets opgelost. Dat ziet er niet goed uit. De eerste 170 kilometer gaan over een goede weg, maar daarna zal de weg in een hobbelig zandpad overgaan. Daarnaast komen we nu pas echt in de bergen en bij ieder heuveltje horen we aan de auto hoe hij moet vechten tegen de zwaartekracht. Even later staan we weer stil. Het wegkomen uit stilstand is het grootste probleem. Op een goed stuk vlakke weg gaat dat nog; berg op is het onmogelijk. Als er regelmatig geduwd moet worden, kunnen we ons niet voorstellen dat onze chauffeur op deze manier aan het stuk onverharde weg gaat beginnen. | |
Motorvermogen is voor een groot gedeelte weggevallen. Bougie's worden gecontroleerd |
|
Bij Anyi, net voordat de weg drastisch verslechterd, stopt de chauffeur bij een kleine garage. Hij maakt zich ogenschijnlijk geen enkele zorgen; z’n gouden tanden fonkelen nog steeds in het zonlicht. Terwijl de plaatselijke jeugd zich om ons heen verzameld, worden er nieuwe bougies in de auto geplaatst. Het resultaat is nihil, maar toch gaan we verder. Nu moet er niet alleen regelmatig geduwd worden, maar worden er ook vaak stenen achter de achterwielen gelegd voor extra grip. De jonge mannen die als passagier meerijden in onze taxi, blijken ervaren in dit soort werk. Niet overleggen, maar gewoon doen wat er moet gebeuren. Als de auto eenmaal in beweging is en langzaam een heuvel op tuft, rennen de kerels er achteraan totdat de auto op de top staat. Ze hebben er duidelijk plezier in. Het heeft qua sfeer wel wat weg van een sportdag, waarbij de mannen op een luchtige manier aan elkaar laten zien hoe handig en hoe fit ze zijn. Na een gezellige rit, komen we met ongeveer drie uur vertraging aan in Penjikent. Er heerst een gevoel van samenhorigheid in de Opel Zafira: “dat hebben we met z’n allen toch maar mooi geflikt!” Eigenlijk is het maar goed dat preventief onderhoud niet in het vocabulaire van de Tadzjieken voorkomt. Een probleemloze rit is ook maar saai. Als we enkele dagen later op het gedeelde taxistation komen om naar Dushanbe te gaan, zie we de chauffeur met zijn Opel Zafira tussen de andere taxi’s staan. “Heb je de auto kunnen repareren?” vragen we belangstellend. Schaapachtig kijkt de man ons aan, waarna er een grote grijns op zijn gezicht verschijnt: “Waarom zou ik hem repareren? Hij beweegt toch nog!” Voor onze rit naar Dushanbe besluiten we het lot echter maar niet te tarten en we kiezen toch maar voor een andere auto. |
|
Autowrakken langs de weg is een normaal gezicht in Tadzjikistan |
|
De volgende repararatie. Het wordt helaas niet veel beter. |
|
Ook de Opel Zafira zal wellicht ooit zo gaan eindigen |
|