Engels | Nederlands
Uit eten in Kazakhstan
Aktobe (Kazachstan), 5 september 2015

Tien gerechten prijken er op de menukaart van het restaurant waar we vanavond eten. Terwijl de serveerster op onze vingers kijkt, proberen we het cyrillische schrift te ontcijferen. “Een paar minuutjes alstublieft” stotteren we in het Russisch, maar de dame blijft onverstoorbaar staan. Ze wil waarschijnlijk zo snel mogelijk van ons af zijn, zodat ze weer een dutje kan gaan doen. Toen we zojuist het restaurant binnen kwamen gelopen, lag de dame in kwestie languit op een paar stoelen te slapen. Er staan genoeg tafels die nog wel een goede schrobbeurt kunnen gebruiken, maar als er even geen klanten zijn, is een dutje op zijn tijd ook best fijn. Als we onze keuze hebben gemaakt, klinkt er een duidelijk “Njet”, evenals bij onze tweede en derde keuze. “Welke gerechten heb je dan wel?” kijken we haar vragend aan. Van de tien gerechten zijn er twee beschikbaar: soep met schapenvet of deegballen met schapenvet. Aan ons is de keuze. We kiezen voor de schapenvetsoep en vragen er een pot thee bij.

Terwijl we op ons eten wachten, stroomt het tentje vol. Niemand kijkt ervan op dat het bestuderen van de menukaart slechts een nutteloos tijdverdrijf is. Ook wij hebben ons afgeleerd om ons af te vragen waarom er überhaupt zo’n menukaart gebruikt wordt. De lokale klanten bestellen hun eten en krijgen hun thee geserveerd. Het bestek dat op hun tafel wordt gelegd, wordt door de klanten met een papieren servet opzichtig schoongewreven, zodat de aangekoekte etensresten er vanaf gaan. Geen Kazachstaanse serveerster die hier van op kijkt, dus doen wij even later hetzelfde. Als onze soep met schapenvet wordt geserveerd, vragen we waar onze thee blijft. “Chai Njet” is het antwoord. Onze serveerster is onze thee vergeten en nu zijn alle theepotten van het restaurant in gebruik bij de overige klanten. Geen probleem; we zijn toch al niet zo’n theeleuten.

Een extreem vette Plov met schapenvet stukjes in Aralsk
 

Onze soep met schapenvet smaakt beter dan dat het klinkt. Het brood dat erbij wordt geserveerd is echter omhult met een laagje groene schimmel. Niet ongebruikelijk in restaurants in de voormalige Sovjet Unie. Slechts een paar minuten, kunnen we ongestoord van onze soep genieten. Daarna begint het gebruikelijke kat-en-muis spel dat we met de serveersters uit deze contreien moeten spelen. De spelregels zijn als volgt: zij willen ons bord en ons bestek zo snel mogelijk meenemen en wij willen deze attributen in ieder geval behouden totdat we onze mond hebben leeg gegeten. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zodra je het bestek ook maar even neerlegt, lijkt dit een teken dat je klaar bent. Regelmatig hebben we ons bord weggegrist zien worden, terwijl we nog met een kippenpoot of een stuk pizza in onze handen zaten. We moeten hier altijd wel om lachen, maar het is een sport geworden om dit te voorkomen. Onze strategie is dat we te allen tijde een stuk bestek in ons hand houden. Best onhandig als je tijdens het eten snel wat wilt opzoeken in je reisboek, maar het werkt wel!

Lunch in Kyzyl Orda
 

Zodra we onze soep op hebben en de tafel is afgeruimd, is het gedaan met de overijverige serveersters. Vanaf dat moment moeten we moeite doen om de aandacht van de serveersters te trekken, om onze rekening te krijgen. Als we uiteindelijk onze €1,50 per persoon hebben betaald voor het avondeten, lopen we het restaurant uit. “Tot ziens” roept de serveerster ons na en wij roepen het welgemeend terug. Het kan best zo zijn dat we hier morgenavond weer zitten. De soep smaakt goed, het restaurant is drukbezocht en qua service is dit hetgeen dat je in een stoffig stadje in Kazakhstan kunt verwachten.

Afghaanse herder met een Vetstaartschaap, een lokale lekkernij (foto: Wikipedia)
Een mooie Plov in Kyzyl Orda
De 'lekkere' vette kontjes van een Vetstaartschaap (foto: Wikipedia)
 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us