Spetterpoep | |
Ketembe (Indonesie), 21 juni 2008 |
|
Geen beter vermaak dan leedvermaak, is een stelling die je alleen onderschrijft als je zelf niet het lijdende voorwerp bent. Om jullie geen stukje leedvermaak te onthouden, offer ik (Ivonne) mezelf op om mijn leed met jullie te delen. Het begon allemaal op een nacht in het plaatsje Ketembe. We liggen lekker in ons chaletje, als ik wakker wordt met een opgeblazen gevoel in mijn buik. Terwijl ik probeer in te schatten of het een windje is of een poepje, wordt deze vraag direct beantwoord in mijn onderbroek. Getverdemme! Dat was sinds mijn kinderjaren niet meer voorgekomen en nu is er geen lieve mamma in de buurt die de rotzooi voor me opruimt. Er zit dus niks anders op dan naar het toilet te spurten voor een flinke diaree aanval en daarna snel mijn onderbroek en lakenzak te wassen. Als ik een half uurtje later weer onder de klamboe lig, hoop ik dat het leed geleden is. Na even dutten blijkt dat niet het geval te zijn en moet ik weer rennen. Diarree is iets dat gewoon af en toe voorkomt als je op reis bent. Ander voedsel, andere hygiënische standaarden en ander drinkwater zorgen er soms voor dat je darmen van streek zijn. Meestal ben je er na een paar keer rennen vanaf, maar een enkele keer is het hardnekkiger. Om aan elkaar uit te leggen hoe de gesteldheid van de grote boodschap was, hebben we een kleurenschaal ontwikkeld die loopt van karamel tot koffie. Om de substantie te omschrijven loopt de schaal van chocomel via chocoladevla naar de hardheid van een aardappel als je flink verstopt zit. Dat laatste is ook vervelend, maar dat is vannacht duidelijk niet het geval. Deze nacht is het nog dunner dan chocomel in een karamelachtige kleur. Deze nacht is het dus duidelijk niet goed. Daar lig ik dan in mijn blote kont. De enige onderbroek die niet bij de wasserij ligt, hangt te drogen en aan mijn buik voel ik wel dat het nog niet over is. Omdat rust de beste remedie schijnt te zijn, probeer ik toch nog maar wat te slapen. Al gauw word ik echter weer wakker met hoge nood. Omdat de elektriciteit deze avond is uitgevallen, zoek ik op de tast naar de zaklamp en kruip ik onder de klamboe uit. Terwijl ik naast het bed sta om mijn slippers aan te doen loopt het er gewoon van achteren uit. Heel de vloer zit onder en ik kan er niks aan doen. Ik zeg nog tegen Edwin: “over een paar uur noemen we dit de charme van het reizen en kunnen we hier om lachen, maar nu even niet!”. Na het hoognodige toiletbezoek zit er niets anders op dan de rommel op te ruimen. Met ons laatste WC-papier doe ik het bruine sap op. Daarna maakt Edwin met behulp van water, shampoo en de deurmat de vloer verder schoon terwijl ik alweer op de WC zit. Nu is er echter geen toiletpapier meer om mijn billen mee af te vegen. Er zit dus niks anders op dan de linkerhandtechniek te gebruiken. In Indonesië zijn toiletten vaak uitgerust met een grote bak met water. In deze bak drijft vaak een soort plastic steelpannetje waarmee je water uit de bak haalt om het toilet door te spoelen en je achterste te reinigen. Met je rechterhand giet je met het steelpannetje water over je achterste terwijl je je billen schoonboent met je linkerhand. Vaak hebben we geen andere keus dan deze techniek te gebruiken omdat het rioleringsysteem niet geschikt is voor WC-papier, maar op onze hotelkamers permitteren we ons zoveel mogelijk de luxe van toiletpapier. De rest van deze nacht is deze luxe niet aanwezig, dus kan ik mijn linkerhand techniek perfectioneren. Na nog acht keer rennen is de zon alweer op en haalt Edwin alles bij de winkel wat mijn hartje begeert: mineraal water om het verloren vocht mee aan te vullen en vooral heel veel toiletpapier. Het zal duidelijk zijn dat ik het voorlopig wel even heb gehad met chocomel, ik kan niet wachten tot de aardappelen! © copyright - Babakoto.eu / 2008 |