Engels | Nederlands
Religie in Indonesië
Bogor (Indonesië), 12 april 2012

Indonesië is het land met het grootste aantal moslims ter wereld, maar de wijze waarop de mensen hun religie beleven verschilt van persoon tot persoon. Zoals in geen enkel land kun je alle moslims over één kam scheren en dat merken we maar weer eens tijdens ons verblijf in een home stay (soort bed en breakfast) in Java. Onze gastheer is de zeventig al ruim gepasseerd en spreekt vloeiend Nederlands. Vier jaar geleden waren we ook al te gast in zijn home stay en toen merkten we weinig van zijn religieuze beleving. Natuurlijk ging hij destijds ook enkele keren per dag naar de nabij gelegen moskee, maar tegenwoordig draait zijn gehele leven om het geloof. Sinds hij een lichte beroerte heeft gehad volgt hij een cursus koranleer. Hij leert Arabisch, gaat tijdens de ramadan een maand naar een madras in Bandung, gaat binnenkort voor de tweede keer op bedevaart naar Mekka en hoopt op deze manier dat hij alle misstappen die hij in zijn leven heeft begaan kan goedmaken voordat hij zijn ogen voor de laatste keer sluit. Hij wil gedurende deze laatste fase van zijn leven weer op het goede pad komen zoals hij het letterlijk verwoordde.

Overdag klinken de koranverzen uit zijn radio en regelmatig vertelt hij ons hoe hij de wereld ziet. Tijdens ons verblijf is er een aardbeving in het noorden van Sumatra. Acheh heeft op tweede kerstdag in 2004 ook al eens de verwoestende werking van een tsunami moeten ondervinden en nu in de eerste uren na de nieuwe beving dreigt een nieuwe ramp. Onze gastheer weet wel waar dat door komt; het is de toorn des Gods. Deze mensen (inwoners van Aceh) beleven hun godsdienst niet goed, vertelt hij. Wij hebben in 2008 Aceh echter bezocht en hebben het gebied ervaren als één van de meest toegewijde moslimgebieden van Indonesië. Maar daar doelt onze gastheer niet op. Hij baseert zijn mening op het feit dat een enkeling in Aceh marihuana verbouwt en daarmee de gehele bevolking van deze regio laat lijden onder het natuurgeweld dat hij daardoor over hen afroept.

Zoveel mensen, zoveel meningen. Dat merken we als we dezelfde avond nog met de zoon van onze gastheer spreken. De jongen is ook een goedgelovige moslim, maar bekijkt alles veel minder zwart-wit dan zijn vader. Hij werkt in een 5-sterren hotel in Jakarta en vindt het werkt in de bar van het hotel het leukste. “Als mensen gedronken hebben geven ze veel meer fooi”, vertelt hij enthousiast. Volgens hem zien dronken mensen het verschil niet meer tussen een biljet van 10.000 Rupiah’s en 100.000 Rupiah’s. En als je een gewoon Indonesisch salaris verdient is het verschil tussen een fooi van Euro 0,80 of Euro 8 een wereld van verschil.

Als we na een aantal dagen het kleine Javaanse dorpje weer verlaten delen we het kleine minibusje met een groepje schoolkinderen die op weg zijn naar school. De meisjes hebben een keurig hoofddoekje op en de jongetjes dragen de typisch Indonesische moslimhoedjes. Uit de autoradio blèrt rapmuziek die op zijn zachtst gezegd ‘onislamitisch’ is. Maar heel weinig Indonesiërs spreken Engels, waaronder de chauffeur van dit minbusje, waardoor ook hij ongetwijfeld niet begrijpt dat de zanger hardop fantaseert over wat hij allemaal met welke vrouwen zou willen doen. Het einde van het liedje laat echter niets aan de verbeelding over, als een zangeres kreunend om ‘meer’ roept. De chauffeur voelt zich echter niet opgelaten en overweegt geen seconde het bandje door te spoelen en zo de kinderen in het busje te beschermen tegen deze hitsige muziek. Sterker nog, de plaat die volgt is van hetzelfde kaliber. Gniffelend vragen we onszelf af wat onze gastheer van de home stay van deze muziek zou vinden.

De algemene indruk van veel Indonesië-kenners is dat het land Islamitischer en daarmee ook strenger wordt richting ‘onislamitisch’ gedrag. We zijn benieuwd of er een tijd komt dat de sociale druk zo groot wordt dat bijvoorbeeld dit soort muziek niet meer getolereerd gaat worden en men zijn tolerantie gaat verliezen richting mensen die anders geloven of hun geloof anders willen beleven. Als onze gastheer van de home stay God was, wisten we het wel. Dan was het busje, inclusief ons en de vrome schoolkinderen, ongetwijfeld niet veilig op zijn eindbestemming zijn aangekomen. Gelukkig is het zover niet gekomen.

 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us