Engels | Nederlands |
|
Jullie twee … uit mijn bus! | |
Ijen Plateau (Indonesie), 16 augustus 2008 |
|
De messen zijn geslepen. We staan op het treinstation van Surabaya en zullen vandaag naar Cemoro Lawang reizen, om de fabelachtige Bromo vulkaan te gaan zien. We reizen via het stadje Probolinggo, waar we van de trein op de bus moeten overstappen. Het busstation van Probolinggo is echter berucht. Niet dat het echt gevaarlijk is, maar het schijnt er normaal te zijn dat je als buitenlander een poot wordt uitgedraaid. We zullen het gaan zien. Het eerste stuk van Surabaya naar Probolinggo reizen we per trein. De trein op Java is snel en comfortabel. Zeker als je vanuit een grote stad vertrekt, is de trein ideaal. De busstations liggen namelijk vaak ver buiten het centrum van de stad, waardoor je veel tijd verliest met het reizen naar het busstation. De trein heeft dat nadeel niet. Die vertrekt meestal netjes op tijd en wordt niet gehinderd door het chaotische verkeer van de grote stad. Binnen twee uur arriveren we dan ook op het treinstation van Probolinggo. Het busstation van Probolinggo ligt op ongeveer vijf kilometer van het treinstation. We springen in een ‘angkot’ voor de rit naar het busstation, nadat we uiteraard eerst de prijs hebben afgesproken. Een angkot is een klein minibusje die een vaste route rijdt door de stad en waar ongeveer tien tot twaalf passagiers in kunnen. Zo zijn er verschillende routes, waardoor je bijna elke plek in de stad wel per angkot kunt bereiken. Maar net zoals taxichauffeurs, zijn ook dit vaak boeven. Bij het zien van witte passagiers verschijnen de dollartekens in de ogen en schuwt men het niet om een belachelijke prijs te vragen. Ze willen niet voor niets dat je heel graag met ze meerijdt. De vraagprijs voor de vijftien minuten durende rit is 5000 Rupiah per persoon. We betalen uiteindelijk 3000 Rupiah per persoon, terwijl 2000 Rupiah de gangbare prijs is. Als we op het busstation arriveren rennen de ‘touts’ al met de angkot mee om ons van ‘dienst’ te kunnen zijn. Een tout is een glad en per definitie oneerlijk figuur, die op basis van commissies reizigers naar bepaalde hotels, of in dit geval busmaatschappijen leidt. Ze opereren alleen op de plaatsen waar redelijk veel toeristen komen. Ze volgen altijd dezelfde strategie. Ze pappen direct met je aan en willen de indruk wekken dat ze erg behulpzaam zijn en je willen helpen met het vinden van de juiste bus. Het resultaat is dat je veel te veel voor een buskaartje betaald waarna de winst wordt verdeeld tussen de tout en de busmaatschappij. Wij schudden de touts van ons af en gaan zelf op zoek naar de juiste bus. Na bij verschillende mensen te hebben rondgevraagd komen we uiteindelijk uit bij een minibus. Deze minibus gaat rechtstreeks naar Cemoro Lawang, onze eindbestemming, maar vertrekt pas als hij vol is. En op dit moment zijn wij de eerste passagiers. Omdat niemand te vertrouwen is wat betreft de informatie besluiten we voorlopig nog geen kaartje te kopen voor deze bus. We nemen een strategische plek in bij de uitgang van het busstation, zodat we alle langskomende bussen kunnen controleren op hun eindbestemming. Uiteindelijk blijkt de betreffende minibus toch de eerste bus te zijn die naar Cemoro Lawang zal vertrekken. Gelukkig arriveren er druppelsgewijs meer passagiers en na twee uur wachten gaat de minibus vertrekken. We hebben nog geen prijs afgesproken met de chauffeur van de minibus. Meestal vragen we aan andere (lokale) passagiers wat zij betalen, en betalen wij vervolgens hetzelfde. Al snel komen we erachter dat 15.000 Rupiah per persoon de juiste prijs is. Vlak voordat we vertrekken arriveren er nog twee andere buitenlandse reizigers bij het minibusje. Twee lokale passagiers worden naar het dak van het busje verwezen waardoor de Franse reizigers een comfortabele stoel in het busje krijgen. Voordat we goed en wel op weg zijn vragen de Fransen aan ons wat wij moeten betalen voor de rit. We vertellen dat we van de lokale mensen hebben vernomen dat 15.000 Rupiah de juiste prijs is en dat we voornemens zijn dat ook te betalen. De Fransen hebben een prijs van 20.000 Rupiah per persoon afgesproken, nadat de vraagprijs in eerste instantie 25.000 Rupiah was. We zullen zien wat er gebeurd. Ruim halverwege de twee uur durende rit, begint de busassistent het geld in te zamelen. Hij begint achteraan in het busje waardoor we kunnen goed observeren wat de andere passagiers betalen. En inderdaad, ze betalen 15.000 Rupiah per persoon. Wanneer wij de 30.000 Rupiah betalen voor ons tweeën, kijkt de busassistent ons vragend aan. “Het is geen 15.000 Rupiah per persoon, maar 20.000 per persoon” zegt hij. Uiteraard zeggen we dat het niet waar is en dat we gezien hebben dat de andere passagiers 15.000 Rupiah betalen, en dat wij dat dus ook doen. Op dat moment beginnen ook de Fransen zich met het gesprek te bemoeien. Zij voelen zich helemaal bekocht en melden dat ze in dat geval ook maar 15.000 Rupiah per persoon gaan betalen. De chauffeur krijgt lucht van het gesprek en roept vanachter het stuur vandaan dat wij toch echt de 20.000 Rupiah moeten betalen. We zijn echter niet van plan ons makkelijk te laten afzetten en weigeren dat bedrag in eerste instantie te betalen. Uiteraard met het idee dat als het echt escaleert, we het verschil van 5.000 Rupiah (= € 0,35 per persoon) ook wel zullen betalen. Maar die kans krijgen we niet meer. De chauffeur van de bus trapt op de rem, draait zich om en roept: “Jullie twee … uit mijn bus!”. We stoppen de 30.000 Rupiah die we voor ons tweeën wilde betalen weer in onze zak. We zijn te principieel om uiteindelijk toch de te hoge prijs te betalen en verlaten de bus, in de ‘middle of nowhere’. Nadat de rugzakken van de bus zijn geladen melden we dat we in dit geval helemaal niets betalen, omdat we niet naar de eindbestemming zijn gebracht. De chauffeur pikt dat echter niet en begint aan onze rugzakken te trekken. Als we hem duidelijk maken dat hij van onze spullen af moet blijven, daagt hij Edwin uit door met zijn wijsvinger naar zijn kin te wijzen als symbool voor ‘sla me dan’. De busassistent is inmiddels naar de bus gelopen om een ijzeren staaf te halen. Langzaam maar zeker begint de sfeer ontvlambaar te worden waardoor we besluiten toch de beurs maar te trekken. We betalen uiteindelijk 10.000 Rupiah per persoon voor deze rit naar de ‘middle of nowhere’. De chauffeur steekt het geld in zijn zak en roept nog ‘fuck you’ terwijl hij naar zijn busje loopt. De minibus scheurt vervolgens weg waarna wij de tocht te voet vervolgen. Maar binnen een kwartier hebben we geluk. Een motorrijder stopt en biedt aan als ‘ojek’ (= motortaxi) te fungeren. Voor 25.000 Rupiah per persoon zal hij ons naar Cemoro Lawang brengen. We onderhandelen het bedrag naar 15.000 Rupiah persoon (= € 1,10), met de afspraak dat hij wel een tweede ojek moet regelen. Hij gaat akkoord, en nog geen tien minuten later vervolgen we onze weg naar Cemoro Lawang. Op weg dus naar de prachtige Bromo vulkaan. |