Engels | Nederlands
Gula-Gula! (snoepjes!)
Kupang (Indonesie), 15 mei 2009

De Nusa Tenggara eilanden in het zuiden van Indonesië behoren tot het deel van Indonesië waar nog relatief weinig reizigers komen. Door de meeste reisboeken wordt dit deel van het land dan ook omschreven als het deel waar je nog in contact kunt komen met de veelzijdigheid van oude tradities. Het is zoals de Lonely Planet reisgids zo mooi omschrijft: “Er zijn maar weinig regio’s in de wereld die kunnen concurreren met de veelzijdigheid van Nusa Tenggara …… op al deze eilanden worden de eeuwenoude animistische rituelen en stammentradities aangehangen, tussen de moskeeën, tempels en kapellen die vanuit een latere periode dateren”. Klink goed, was onze gedachte; daar moeten we naar toe.

Maar zoals zo vaak, was het ook nu zo dat de Lonely Planet reisgids middels prachtige poëtische volzinnen de werkelijkheid mooier had voorgesteld dan dat die is. Natuurlijk is het zo dat de eilanden werkelijk prachtig zijn, vooral Flores hoort wat ons betreft tot de mooiere eilanden van de Indonesische Archipel. Het heuvelachtige landschap in combinatie met de uitgestrekte bossen die gelukkig nog niet ten prooi zijn gevallen aan de kettingzagen, is werkelijk schitterend. Uiteraard hebben ook wij enkele van de ‘traditionele’ dorpjes bezocht waarover de reisgidsen zo lyrisch schrijven. De meeste van deze dorpjes zijn relatief gemakkelijk bereikbaar vanuit de meer toeristische plaatsen. Daar ligt dan ook meteen het probleem. Zonder al te veel te willen generaliseren kun je stellen dat alle dorpjes die in de reisgidsen worden genoemd, inmiddels verpest zijn door het toerisme. En natuurlijk is het allemaal verklaarbaar.

De mensen die in de kleine traditionele dorpjes wonen, hebben een zwaar bestaan. De huisjes zijn krakkemikkig, er zijn geen sanitaire voorzieningen, elektriciteit heeft men vaak niet en om in hun dagelijkse levensonderhoud te voorzien maken ze lange dagen op de landbouwvelden rondom het dorp. Toerisme is voor deze traditionele dorpjes het licht aan het einde van de tunnel geworden. Toerisme kan namelijk geld opleveren. Niet alleen wordt er in veel dorpjes tegenwoordig een significante donatie verwacht als je het dorpje bezoekt, maar uiteraard kun je aan de toeristen ook souvenirs proberen te verkopen. Veel dorpjes willen tegenwoordig ook niet meer dat je op eigen houtje naar het dorp komt, maar dat je gebruik maakt van een gids die de gebruiken en gewoonten kent. Met andere woorden, er is al lang geen sprake meer van het spontaan bezoeken van dorpjes waar je al zwaaiend en glimlachend door het dorpje wandelt en her en der een praatje probeert te maken met een dorpsbewoner of op het centrale pleintje een balletje trapt met de lokale kinderen. Nee, tegenwoordig is een bezoek aan een ‘traditioneel’dorpje een uitgekiend bezoek geworden, waarbij de gids de agenda bepaald en je probeert langs zoveel mogelijk weverijen te leiden waar je uiteraard lokale souvenirs kunt kopen. Uiteraard tegen een te hoge prijs, want de gids wil natuurlijk ook een provisie meepakken. Natuurlijk kun je nog steeds op eigen houtje een wandeling gaan maken in de omgeving van de meer toeristische plaatsen om een indruk te krijgen van de dorpjes. Soms heb je het geluk in een leuk dorpje te belanden, maar vaak wordt je bij de rand van het dorp al tegemoet gerend door de lokale kinderen die massaal gula-gula (snoepjes) roepen. Dit is het resultaat van de toeristen die voor jou een bezoek aan het dorp hebben gebracht en ongetwijfeld met alle goede bedoelingen zakken met snoepjes hebben staan uitdelen aan de lokale kinderen. Dat het van kwaad tot erger kan worden blijkt wel uit het feit dat ze regelmatig ook al om geld gaan vragen waarbij sommige een ‘nee’ niet meer kunnen verdragen en vervolgens maar met stenen beginnen te gooien. “Toeristen, bedankt!”, denken we dan maar weer.

Maar dat het ook een heel anders kan, bewijst onze ervaring die we hadden nadat we een student Engels hebben ontmoet in het stadje Ruteng op Flores. Hij nam ons mee naar zijn verafgelegen traditionele dorpje waar hij was opgegroeid, en het werd uiteindelijk onze mooiste ervaring in Nusa Tenggara (zie ook het artikel: “Hoe traditioneel wil je het hebben?”).


Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us