Engels | Nederlands |
|
De warmte van de slaapzak | |
Nánchāng (China), 7 januari 2010 |
|
Bij het plannen van de te bezoeken landen en regio’s gedurende onze reis, houden we altijd strikt rekening met het klimaat. Al voordat we met onze reis begonnen, hebben we een uitgebreid Excel-model gemaakt, waarin we per land/regio hebben geadministreerd hoe de temperatuur en regenval is (het model is gratis te downloaden op onze Travelplanner-webpagina). Wat het model echter niet verteld, is wat de temperaturen binnenshuis zijn. Daardoor kan het dus wel eens gebeuren dat je inschatting over het reisklimaat van een bepaald land, iets anders is dan je in eerste instantie had gedacht. Dat overkomt ons nu in China. Het is nu hartje winter in het centralezuidelijke deel van China. De temperaturen liggen er rond deze tijd van het jaar zo rond het vriespunt, en op zich is dat een prima temperatuur om in te reizen. Sterker nog, we keken enigszins uit naar iets lagere temperaturen na jaren in het hete en vochtige zuidoostelijke deel van Azië te hebben gereisd. Het is heerlijk om je eens een tijdje te kunnen bewegen zonder dat het zweet van je lichaam af gutst. Maar in China hebben we ons verkeken op wat de winter nu eigenlijk precies betekent. We hadden niet voorzien dat heel normaal is dat Chinezen (vooral op het platteland) in dit deel van het land zelden een verwarming gebruiken. Ook niet in de winter. Het gevolg is dat het niet alleen in de buitenlucht koud is, maar dat het binnen niet veel beter is. En dat is nu precies datgene waar we de afgelopen weken erg aan hebben moeten wennen. Reizen in een koud klimaat is heerlijk, echter wel onder de voorwaarde dat je regelmatig de warmte kan opzoeken om weer lekker bij te komen. Dat was wat ons betreft ook één van de grote hoogtepunten van bijvoorbeeld onze winterreis in 2005 naar bitterkoude Siberië. Maar hier in China is dat dus anders. De enige plek waar het heerlijk behaaglijk is, is je slaapzak. Zodra je die ’s ochtends verlaat moet je als een razende zorgen dat je die opgebouwde warmte zo lang mogelijk vasthoudt. Dat betekent dat je direct al je kleren aandoet, met uitzondering van de winterjas, sjaal en muts, die je voor de echte kou buiten bewaart. Op de hotelkamer hangt wel een airconditioner die kan verwarmen, maar de capaciteit van de apparaten van Chinese makelij zijn onvoldoende. Je kunt ze gebruiken om de kamer vorstvrij te houden, maar daar heb je dan ook alles mee gezegd. Met de meeste airconditioners kregen wij de temperatuur in de kamer opgekrikt naar zo’n 5 à 10 graden Celsius. Op de busstations en in de bussen is het niet veel beter. Sterker nog, daar is het zeker niet warmer dan buiten. In de bus proberen we altijd een paar stoelen te vinden waarbij we geen last hebben van de kou die door open ramen binnenkomt. Ja inderdaad, sommige Chinezen zetten in de winter de raam van de bus gewoon open. Tevens zorgen we ervoor dat we onze voeten van de grond kunnen houden, zodat er geen kou van de vloer naar je voeten trekt. Vervolgens is het je handen met handschoenen onder je oksels steken, en hopen dat je de eindbestemming bereikt zonder bevriezingsverschijnselen. Bij het selecteren van het hotel, vragen we natuurlijk altijd of er verwarming is. Natuurlijk is die er, maar men zegt er dus niet bij dat de capaciteit van de airconditioner ver onder de maat is. Daarnaast hopen we altijd op warm water, omdat een warme douche de manier kan zijn, om af en toe weer even bij te komen. Soms is er een lekkere hete douche, waar we gedurende de dag ook meerdere malen gebruik van maken, maar veelal is het zo dat het water handlauw is. Voldoende dus om je even snel te wassen voordat je weer je slaapzak op zoekt. Met een waterkoker en een teiltje op de kamer zijn we tegenwoordig ook blij. In het uiterste geval kun je dan altijd nog lekker even een warm voetenbadje maken. En wie denkt dat een restaurant of koffietentje een plek is om lekker even bij te komen, heeft het mis. De restaurants zijn vaak de koudste plekken om te vertoeven, omdat de Chinezen er om één of andere onverklaarbare manier voor kiezen om de restaurantdeuren altijd zo wijd mogelijk open te zetten. Dus aan het einde van de dag, zo om een uur of zeven, sta je meestal weer te popelen om de warmte van je slaapzak op te zoeken. |