Strikte controle bij de Azerbeidzjaanse grens | |
Baku (Azerbeidzjan), 29 september 2015 |
|
|
|
Grensovergangen in Centraal Azië en de Kaukasus gaan soms gepaard met de nodige strubbelingen. In de laatste jaren is corruptie bij de grens een minder groot probleem geworden, maar de angst om onruststokers en ongewenste journalisten het land binnen te halen blijft bestaan. Men zou verwachten dat deze onwelkome bezoekers geen visum krijgen en dat je zonder oponthoud het land in kan reizen als je in het bezit bent van een visum. Zodra we Azerbeidzjan in willen reizen blijkt echter niets minder waar. Met een dertig daags toeristenvisum op zak, arriveren we bij de dienstdoende grensofficial in de haven van Baku. Vriendelijk neemt hij onze paspoorten in ontvangst, om deze vervolgens minutieus door te nemen. Goedkeurend knikt hij terwijl hij de stempels van Iran en Turkije ziet staan. Hij zoekt echter naar iets anders: de stempel van aardsvijand Armenië. Azerbeidzjan en Armenië zijn al jarenlang in conflict over Nagorno-Karabach. Dit gebied werd in de jaren twintig van de vorige eeuw door Josef Stalin van Armenië afgepakt en als autonome regio aan Azerbeidzjan toegewezen. Van 1989 tot 1994 heeft er tussen beide landen een hevige oorlog gewoed om Nagorno-Karabach. Officieel is er nu een staakt het vuren, maar de status quo is voor niemand optimaal. Nagorno-Karabach is momenteel een regio die volgens nagenoeg alle internationale protocollen aan Azerbeidzjan toebehoord, maar die toch door Armenië wordt beheerst. Regelmatig wordt de wapenstilstand geschonden, waardoor er aan beide zijden doden te betreuren zijn. Voor een reiziger betekent het feit dat je in Armenië bent geweest niet dat je niet naar Azerbeidzjan mag, maar je wordt veelal wel onder een vergrootglas gelegd. Het duurt dan ook niet lang voordat onze paspoorten op een apart stapeltje belanden. Onze Armenië stempels zijn ontdekt en men ziet al gauw dat we er drie weken zijn geweest. Dat betekent extra oponthoud aan de grens. De grensbeambten blijven vriendelijk, terwijl ze onze intenties aftasten. Men wil achterhalen in welke gebieden van Armenië we zijn geweest en hoeveel sympathie we voor de Armeniërs hebben. De tactieken die men gebruikt gaan soms best ver. Zo hebben we van andere reizigers begrepen dat grensbeambten enkele Armeense zinnen zeggen om te achterhalen of je de Armeense taal beheerst. Aangezien wij de Armeense taal niet machtig zijn, hebben wij deze test wellicht ongemerkt doorstaan. Op de vraag: “Vind je Armenië leuk?” antwoorden we dat Armenië nogal arm is. Het is een nietszeggend antwoord, maar het blijkt afdoende. Het lijkt erop dat we het land in mogen. De stempels worden in onze paspoorten gezet, maar toch verdwijnen onze documenten nog even in het borstzakje van de grensbeambte. Men wil eerst onze tassen doorzoeken. De douane haalt hierover zijn schouders op en zegt: “sorry dat jullie je tassen moeten leeghalen, maar al ons werk wordt met videocamera’s opgenomen, dus kunnen we jullie niet zomaar doorlaten”. Men zoekt vooral naar pro-Armeens propaganda materiaal en men wil tevens de filmpjes en foto’s op onze camera’s zien. Gelukkig leveren onze plaatjes geen problemen op. Het enige wat vragen oproept is onze reisgids, waar niet alleen Azerbeidzjan in wordt beschreven, maar ook Georgië en Armenië. Men wil zeker weten dat hetgeen er over Nagorno-Karabach beschreven wordt overeenkomt met de Azerbeidzjaanse geschiedschrijving. Eerst kijkt er één grensmedewerker in ons boek, daarna twee en uiteindelijk staan er vijf mensen, met allerlei strepen en sterren op hun uniform, in ons boek te kijken. Edwin laat hen geduldig het boek zien, wijst de secties van Nagorno-Karabach aan en legt uit dat we begrijpen dat de kwestie gevoelig ligt. Dat laatste lijkt een schot in de roos. Voor de Azerbeidzjaanse militairen lijkt dit hetgeen ze willen horen. Met gebarentaal laten ze zien dat Azerbeidzjaan nog steeds met Armenië in gevecht is. Anderhalf uur later mogen eindelijk onze tassen dicht. Men heeft terecht geconstateerd dat er niets opruiends in ons boek staat, waardoor we het boek mogen houden. We krijgen onze paspoorten terug met verontschuldigingen vanwege het oponthoud. “Geen probleem” glimlachen we de mannen toe, waarna het voor ons tijd is om Azerbeidzjan te gaan ontdekken. De superieuren die de grensbeambten met videocamera’s bespieden kunnen tevreden zijn: ze hebben hun werk grondig gedaan! © copyright - Babakoto.eu / 2015 |