Nekkenbrekers
Vinh (Vietnam), 12 augustus 2009

Vandaag staat de busrit van Ninh Binh naar Hue in Vietnam op het programma. Het zal een lange dag worden. Voor de ruim 650 kilometers die we moeten afleggen, denkt de busmaatschappij veertien uur nodig te hebben. We hebben gekozen voor de gerenommeerde maatschappij Hoàng Long. Althans dat denken we, want ze hebben in de afgelopen vijf jaar drie maal de ‘gold star award’ gewonnen voor het beste Vietnamese product. Deze dag moet dus een succes worden, dat kan gewoon niet anders.

De initiële vertrekplaats van de bus is Hanoi. Daar vertrekt de bus om zeven uur in de ochtend en omdat wij pas in Ninh Binh opstappen, werd ons gisteren verteld om half negen bij het Hoàng Long kantoortje te zijn. Uiteraard zijn we netjes op tijd en nemen we plaats op een paar stoelen in afwachting van de bus. We krijgen zelfs netjes een glaasje water geserveerd. Al snel komen we tot de conclusie dat de maatschappij het niet zo nauw neemt met de punctualiteit. De bus zou uiterlijk om negen uur door Ninh Binh komen, maar als de bus er om kwart voor tien nog niet is beginnen we ons voor te breiden op een hele lange dag. Tel er immers nog maar eens veertien uur voor de rit bij op en je weet dat je niet voor middernacht op de eindbestemming zult arriveren. Net nadat Ivonne maar begonnen is om in haar dagboekje te schrijven, om de wachttijd nuttig te gebruiken, arriveert de bus. Het is net iets voor tien uur.

De veel te kleine bedden van een slaapbus in Vietnam
 

Onze rugzakken zijn inmiddels netjes gelabeld en verdwijnen onder in het laadruim van de bus. Wanneer we de bus in willen stappen wordt ons gevraagd de schoenen uit te doen. “Schoenen uitdoen?”, vragen we voor de zekerheid nog een keer aan de chauffeur, om er zeker van te zijn dat het niet om een Vietnamees-Engelse spraakverwarring gaat. Dit is immers de eerste keer dat we dit in ons buscarrière meemaken. Er is geen sprake van een misverstand dus er zit niets anders op dan te voldoen aan de wens van de buschauffeur. We krijgen overigens wel netjes een plastic zakje om onze schoenen in te doen. Dat Edwin’s maat 47 daar niet in past kun je de Vietnamezen niet verwijten.

Als we na het ontdoen van onze schoenen de bus verder inlopen, valt het kwartje. Zonder dat we het wisten hebben we een kaartje gekocht voor een slaapbus. Dat betekent dat er geen stoelen in de bus staan, maar alleen bedden. Deze zogenaamde ‘sleeper’ bussen zijn erg populair in landen waar de afstanden vaak erg groot zijn; dus ook hier in Vietnam. Er staan in totaal drie rijen bedden, in de lengterichting van de bus en elke rij heeft benedenbedden en bovenbedden. In totaal is er plaats voor 39 passagiers. We wringen ons een weg door het smalle gangetje en komen al snel tot de conclusie dat onze bedden, nummers 11 en 12, beide van het type bovenbed zijn. Verschrikt kijken we elkaar aan. Als je naar de afmetingen van de bedden kijkt en ons daarin denkbeeldig probeert te plaatsen, dan weet je dat het niet gaat passen. Althans niet op een manier die een comfortabele rit garandeert. De Vietnamezen hebben daar schijnbaar geen last van, want her en der ronken er een paar die al in Hanoi zijn opgestapt en inmiddels diep in dromenland zijn verzonken.

Edwin op een bovenbed met zijn hoofd tegen het plafond
 
We kijken met een vragende blik naar de buschauffeur die ons naar onze plaatsen heeft geloosd. We proberen hem in kleuterschoolengels en met gebarentaal uit te leggen dat we liever één van de vrije benedenbedden hebben omdat daar de hoofdruimte nog enigszins acceptabel is, dit in tegenstelling tot de bovenbedden. Hij spreekt geen woord Engels, maar uiteindelijk begrijpt hij wel wat we willen zeggen, denken we. In vloeiend Vietnamees probeert hij ons vervolgens iets uit te leggen, waarbij wij denken te begrijpen dat we van de benedenbedden gebruik kunnen maken totdat er iemand ergens ‘en route’ instapt die een kaartje voor het benedenbed heeft. We vouwen ons zelf dus voorlopig maar in een benedenbed en zien wel wanneer we naar een bovenbed worden verwezen.

Ruim een uur later is het dan zo ver. De bus stopt langs de kant van de weg in een klein stadje om een aantal mensen op te pikken. En jawel, deze passagiers hebben de kaartjes voor de bedden waarin wij het laatste uur in recordtempo rugpijn hebben opgelopen. De bedden zijn namelijk niet alleen kort, maar hebben ook geen ruggesteun. Dus als je toch iets of wat rechtop wilt zitten, en dat wil je want je gaat geen veertien uur op je rug tegen het plafond van de bus liggen kijken, ben je genoodzaakt onnatuurlijke houdingen aan te nemen. Als de nieuwe passagiers met een vragende blik bij onze bedden komen staan, weten we dat het tijd is om naar de bovenverdieping te verkassen.

We klauteren op de bovenbedden en proberen een enigszins comfortabele houding te vinden. Zitten is er niet meer bij omdat de hoofdruimte te beperkt is. Uiteindelijk vinden we een positie tussen het zitten en liggen in, waarbij Edwin nog steeds zijn hoofd enigszins schuin moet houden vanwege de ronding die boven in de hoek van de bus zit. De bus is inmiddels weer gang gekomen en met een snelheid van tussen de veertig en vijftig kilometer per uur manoeuvreert de chauffeur ons tussen het hectische verkeer door van de nationale snelweg met nummer 1A, die Hanoi in het noorden verbindt met Ho Chi Min Stad (het vroegere Saigon) in het zuiden. Een echte snelweg zouden wij het niet willen noemen, tenzij je het als een weg definieert waarvan ook de brommers, ossenkarren, voetgangers en pittoreske vrouwen met de typisch conische hoeden op fietsen, gebruik maken.

Enkele uren later maken nemen we de beslissing in de eerst volgende grote stad uit te stappen. We hebben niet alleen genoeg van deze ervaring, maar beseffen ons ook dat deze bus levensgevaarlijk is. Door de beperkte of niet aanwezige hoofdruimte van de bovenbedden, kan elke verkeersdrempel of gat in de weg, een nekkenbreker zijn. We herinneren ons het verhaal van een Italiaans meisje dat in een slaapbus in India nekletsel opliep omdat de chauffeur een gat in de weg over het hoofd zag, waardoor ze door de beperkte hoofdruimte een harde klap tegen het plafond maakte. Uiteindelijk verlaten we na ruim vijf uur de bus in de stad Vinh. Morgen vervolgen we onze reis, maar dan in een normale bus.

© copyright - Babakoto.eu / 2009