Engels | Nederlands
De Curonische Landtong
Ventspils (Letland), 16 juli 2013

De Curonische Landtong behoort tot één van de meest populaire bestemmingen in Litouwen. Het is een smal stukje land dat de scheiding vormt tussen de Baltische Zee en de Curonische Lagune. Op sommige plekken is de landtong slechts anderhalve kilometer breed, terwijl de lengte van het Litouwse deel van de landtong 50 kilometer lang is. Als je dan ook nog weet dat de landtong gedeeld wordt met Rusland, wiens deel ook ongeveer 50 kilometer lang is, dan weet je dat het om een vreemd stukje land gaat. Een blik op de kaart van Litouwen is ongetwijfeld verhelderend.


Dit bijzondere stukje land is het gevolg duizenden jaren werk die de Baltische Zee en de wind hebben gehad om een zandophoping (zandduinen) midden in zee te creëren die uiteindelijk heeft gezorgd voor de creatie van de Curonische Lagune. De lagune staat nog in verbinding met de zee, helemaal aan het noorden van de landtong, bij de stad Klaipèda. De lagune is een zegen voor lokale vissers, die een prachtig stuk rustig viswater van moeder natuur hebben gekregen. De grillen van de Baltische Zee worden immers vakkundig door de landtong afgevangen. Vroeger geloofden de vissers nog in de legende dat een soort van zeemeermin, genaamd Neringa, de vissers goedgezind was en voor hen de landtong heeft aangelegd om een ideaal viswater te creëren.

Zicht op de Curonische Lagune vanaf de Parnidis zandduin
 

Maar in de 16e eeuw ging het mis. Men heeft de landtong in die tijd voor een groot gedeelte ontbost waardoor de zandduinen gingen bewegen. De bebossing die de zandduinen al eeuwenlang in bedwang had gehouden, verdween, waardoor de sterke zeewind weer volop grip kreeg op de duinen. De duinen ‘wandelden’ vervolgens met ongeveer twintig meter per jaar, waardoor in een tijd van nog geen drie eeuwen, veertien dorpjes door de duinen werden opgeslokt. Het duurde niet lang voordat de landtong de bijnaam ‘Sahara van Litouwen’ kreeg. In 1768 kwam men tot de conclusie dat men tot actie moest overgaan indien men de landtong wilde behouden. Het logische plan was om tot herplanting over te gaan, en tot op de dag van vandaag is dat de prioriteit van het nationale park dat tegenwoordig het grootst deel van de landtong bestrijkt.


Maar het nieuwe gevaar ligt op de loer: toerisme. Meer dan anderhalf miljoen mensen bezoeken de landtong per jaar, en de lokale overheid doet er alles aan om die aantallen te vergroten; want toeristen-Euro’s zijn van harte welkom. Van grootschalige visactiviteiten is al lang geen sprake meer. De vissersbootjes zijn vervangen door toeristenboten, en de schattige kleine houten huisjes waarin de vissers vroeger leefden, zijn inmiddels omgetoverd tot vakantiewoningen. Veel dorpjes zijn er niet meer op de Curonische Landtong; vier om precies te zijn. En allemaal staan ze in het teken van toerisme. Het zijn op dit moment nog veelal lokale toeristen die worden aangetrokken door dit prachtig stukje natuur. Maar dat zal niet lang meer duren. Als de toeristen in het westen van Europa massaal tot de conclusie komen dat de Baltische Staten geen enge of gevaarlijke landen zijn, en hun angst om er naartoe te reizen gaan overwinnen, zal het nog veel drukker gaan worden. De ‘pioniers’ van vandaag worden echter nog beloond met een prachtige ervaring, maar of dat zo blijft is dus de grote vraag.

Het beklimmen van een zandduin is geen gemakkelijke taak
 

De belangrijkste activiteiten op de Curonische Landtong zijn wandelen, fietsen, zwemmen of heerlijk van een pilsje genieten op de vele terrasjes die beschikbaar zijn. Het is een pure vakantiebestemming met voor ieder wat wils. Het dorpje Nida is de hoofdbestemming en kan met recht een charmant dorpje worden genoemd. Het ligt ook aan de voet van de Parnidis Zandduin, de hoogste zandduin van de landtong. Toeristen uit het westen van Europa komen vooral om te fietsen en te wandelen, terwijl de lokale toeristen en de Russen uit het nabij gelegen Kaliningrad, vooral het strand opzoeken om te ontdooien van de koude Oost Europese winter. De zandduinen bezoekt iedereen, want die blijven immers toch letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van het bezoek aan de Curonische Landtong.


De grote hoeveelheden mensen die jaarlijks de zandduinen beklimmen is het grootste gevaar voor het bestaan van de landtong. De overheid heeft een aantal wandelpaden op de duinen vrijgegeven om te voorkomen dat mensen zich vrijelijk over de duinen gaan bewegen. Men heeft namelijk berekend dat iedere beklimming van een duin door een mens, tot gevolg heeft dat enkele tonnen duinzand wordt verplaatst. Daarnaast wordt een groot deel van de jonge plantjes op de duinen vertrapt. En dat is rampzalig, omdat de beplanting moet voorkomen dat de duinen verder eroderen. Al met al verstoort de mens het natuurlijk evenwicht op de duinen, waardoor de duinen met een rap tempo aan het verdwijnen zijn. De Parnidis Zandduin is de afgelopen veertig jaar, twintig meter lager geworden (van ruim 70, tot ruim 50 meter). Op de belangrijkste plekken staan inmiddels boswachters van het nationale park op wacht, om de bezoekers in het gareel te houden. Dat dit niet de ideale oplossing is, bewijzen de honderden sporen die als stille getuige over de zandduinen lopen, ook op plekken waar de mens niet geacht wordt te lopen. Maar, de maagdelijke spoorloze zandduinen blijven schijnbaar een aantrekkingskracht hebben die veel mensen niet kunnen weerstaan.

De Curonische landtong heeft prachtige fiets- en wandelpaden
Een voormalige visserswoning
De lokale 'weerhanen' prijken op de huisjes
Zicht op de Parnidis zandduin
Zonsondergang over de Curonische Landtong, gezien vanuit Vente op het vaste land
 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us