Kosovo: het jongste land van Europa? | |
Skopje (Macedonië), 17 januari 2014 |
|
|
|
Als we aan Kosovo denken, dan denken we vooral aan ellende. Tijdens de laatste Balkanoorlog van de jaren 90 heeft dit land, of gebied binnen Servië zoals anderen zullen vinden, veel te lijden gehad. Daarnaast heeft Kosovo de zwakste economie van Europa. Ongeveer de helft van de Kosovaren heeft geen baan. Een belangrijk deel van de economie bestaat uit illegale activiteiten. Deze zwarte economie bestaat onder andere uit het smokkelen van benzine, auto’s, drugs (voornamelijk heroïne), mensen, wapens en sigaretten. Vooral mensensmokkel is veel westerse landen een doorn in het oog. Het is naast andere Balkanlanden een 'doorvoerhaven' voor de smokkel van meisjes en vrouwen naar West-Europa voor seksuele exploitatie of gedwongen werk. Recente onderzoeken wijzen uit dat Kosovo wel op de goede weg is om verbeteringen door te voeren. De website van Transparency International meldt echter nog steeds dat uit hun onderzoeken blijkt dat 80% van de Kosovaren vindt dat hun rechtssysteem corrupt tot zeer corrupt is. Voor het politieke systeem vindt 70% dat. |
|
De grens tussen Montenegro en Kosovo, aan de Kosovaarse kant |
|
Kosovo was in het verre verleden het kloppende hart van het Servische rijk. Dit is ook de tijd dat veel Orthodoxe Kerken zijn gebouwd. Tijdens de slag om Kosovo in 1389 veranderde er veel in de regio. De Turken (Ottomanen) versloegen de Serviërs en namen het zuidelijke deel van het Servische rijk in. Veel Serviërs kozen eieren voor hun geldt en verlieten het gebied, om vervangen te worden door Turken en Albanezen. Dit is ook de tijd dat de Islam zijn intrede deed in het gebied. Na ruim 500 jaar, tijdens de Balkanoorlog van 1912, werden de Turken verdreven en kwamen de Serviërs terug om zich op vrije stukken land te vestigen. Tijdens de tweede wereldoorlog was Kosovo tijdelijk onderdeel van Albanië (onder bestuur van de bezettende Italiaanse macht), maar nadat de oorlog was verloren, werd Kosovo onderdeel van het Joegoslavië van Tito. Kosovo werd echter binnen het Joegoslavische rijk verwaarloosd. De Kosovaren werd een hoge mate van zelfbestuur (autonomie) beloofd, maar in de praktijk kwam daar niets van terecht. De levensstandaard in Kosovo was slechts een kwart van het algehele Joegoslavische gemiddelde. En dat leidde tot onrust onder de Kosovaren, die inmiddels voor bijna 80% uit Albanezen bestond. De onrust in de regio nam toe.
|
|
Op weg naar de stad Pec in Kosovo |
|
In Kosovo hebben we de steden Prishtina en Prizren bezocht. Het zijn leuke en sfeervolle steden zonder echte toeristische hoogtepunten. Voor een bezoek van enkele dagen zijn ze echter prima, omdat het goed vertoeven is op één van de vele terrassen of in de gezellige restaurants. De mensen zijn vriendelijk, maar je vraagt je wel direct af wat mensen nu precies voor werk doen. De terrassen zitten elke dag weer tjokvol met mensen van een werkbare leeftijd. En toch hebben de mensen in de grotere steden geld genoeg. De Kosovaren zien er over het algemeen piekfijn uit, met mooie stijlvolle kleding, uitgebreide make-up, en vaak voorzien van een prima bolide. Het zou zo een stukje Italië kunnen zijn. Wat ons ook opviel was het grote aantal Albanese vlaggen die je in Kosovo ziet. Het is zoals de eigenaar van het pension het zo mooi verwoorde toen we ernaar vroegen: “we zijn Albanezen, we voelen ons Albanezen en we gedragen ons als Albanezen. En daarnaast is de Albanese vlag veel mooier dan de Kosovaarse vlag”. Daarmee is alles gezegd. Kosovaren hoeven niet persé Kosovaar te zijn, zolang ze maar niet als Serviërs worden gezien. |
|
Het binnenrijden van de Kosovaarse hoofdstad Pristina |
|
Een straatbeeld in Pristina |
|
Wij voor het New Born monument in Pristina |
|
De oude stenen brug en Sinan Pasha Moskee in Prizren |
|
Zicht over Prizren vanaf het 11-eeuwse Kalaja Fort © copyright - Babakoto.eu / 2014 |