Engels | Nederlands |
|
Mt. Damavand: De beklimming van een stevige roker | |
Tehran (Iran), 14 juli 2007 |
|
Mt. Damavand is niet zomaar een berg. Deze 5671 meter hoge berg vervult de Iraniërs met trots. Hij is niet alleen zo’n 800 meter hoger dan de Mont Blanc, maar het is ook een vervent uitstoter van zwavel. Wij willen deze berg niet alleen zien op de lokale bankbiljetten of op de etiketten van het Damavand mineraalwater, we willen hem ook graag beklimmen.
Als redelijk onervaren hikers hebben we afgesproken met Hamid. Aangezien Mt. Damavand bekend staat om zijn onvoorspelbare, snel wisselende weer en zijn zware zwaveluitstoot vinden we het prettig een ervaren gids zoals Hamid bij ons te hebben. Daarnaast is de hoogte een factor om rekening mee te houden. Binnen enkele dagen stijg je tot 5671 meter, waardoor hoogteziekte een reëel gevaar is. Sterker nog, dit heeft al enkele mensen hun leven geëist. Op woensdag 11 juli gaan we van start op 2950 meter hoogte (het eerste base camp) om de eerste 1200 meter hoogtestijging te overbruggen. Een vrij eenvoudig, goed te belopen pad slingert langs de zuidkant van Mt. Damavand omhoog. De eerste kilometers komen we regelmatig herders tegen met grote kuddes schapen. Terwijl de bergtop van Mt. Damavand gehuld is in sneeuw worden wij op deze hoogte nog omgeven door distels en klaprozen. De temperatuur is heerlijk en na enkele dagen smoggy Teheran is de frisse lucht een verademing. |
|
Prachtig zicht op Mt. Damavand vanuit het dorpje Pooloor . |
|
We lopen een fijn tempo en na enkele uren zijn de klaprozen uit het landschap verdwenen. De begroeiing heeft plaatsgemaakt voor ruige rotsen, de temperatuur is flink gedaald en door de frisse wind voelt het fris aan. Na 3,5 uur lopen komen we op het tweede basecamp aan op 4150 meter hoogte. Het kamp heeft een shelter waar enkele klimmers kunnen slapen. Wij hebben echter een tentje gehuurd en het uitzicht is werkelijk prachtig. Gelukkig hebben we allebei nagenoeg geen last van de hoogte, alleen een hele lichte hoofdpijn. In het kamp zie je echter mensen die er helaas erg veel last van hebben. Het is daarom ook niet vreemd dat mensen een acclimatisatiedag inlassen alvorens zij hun toppoging wagen. In principe hadden wij ook zo’n acclimatisatiedag ingepland , maar omdat we ons fit voelen besluiten we samen met Hamid om morgen onze toppoging te doen. Op donderdag is het immers rustiger omdat het weekeinde pas s’middags begint. Lokale klimmers (die +/- 95% van het totale aantal klimmers zijn) gebruiken de donderdagmiddag veelal om tot het base camp te komen en aan vrijdag naar de top. Donderdagochtend vertrekken we om ongeveer 7.00 uur op weg naar de top. Reisgidsen spreken van 7 uur klimmen en 4 uur dalen, dus we hebben ons al mentaal voorbereid op een lange dag. De eerste 3 uur klimmen gaan prima. Het landschap wordt steeds ruiger en het weer steeds guurder. Na de 5100 meter worden de paden steeds minder duidelijk en steiler. Verder is het zo dat hoe hoger je komt, hoe meer je de zwavel gaat ruiken. Je kunt dan echt merken hoeveel sterker een ervaren klimmer als Hamid is. Met de steilere paden die veelal bedekt zijn met los gruis wordt het lastiger voor ons. Door de kou is het niet goed voor de spieren om lang te pauzeren maar door de hoogte hebben je af en toe echt behoefte aan een adempauze. We lopen al de hele ochtend net achter een groep mannen uit Koerdistan maar de laatste 500 meter moeten we echt lossen. Deze laatste 500 meter komen we de zogenoemde man met de hamer tegen en we merken dat we wellicht te snel van start zijn gegaan. Door hoogte en uitputting moeten we om de paar passen even stoppen om adem te halen. Daarnaast zorgt de hoogte voor hoofdpijn en wat duizeligheid. Uiteindelijk komen we precies om 12.00 uur boven op de top. In 5 uur bovenkomen is niet slecht voor onervaren hikers, maar als je weet hoe moe we zijn dan begrijp je ook dat we er wellicht beter 6 uur over hadden kunnen doen. Nu weten we hoe het voelt als je hoofd wel vooruit wil, maar je benen niet. | |
De muilezel is de 'truck' van Mt. Damavand. |
|
Eenmaal op de top worden we door de groep Koerden hartelijk ontvangen. Iedereen wil met ons op de foto en de standaard groepsfoto’s worden met veel plezier gemaakt. Het is echter beginnen te sneeuwen en de wind begint te draaien waardoor de kans op zwaveldampen groter wordt en het weer nog onvoorspelbaarder. We blijven dus maar 5 minuten op de top voordat de afdaling begint. De afdaling gaat via een andere route waar meer gruis afgewisseld met losse stenen ligt. Ervaren bergwandelaars rennen hier bijna naar beneden, maar wij besluiten onze vermoeide benen te sparen en wij lopen langzaam terug naar het base camp. Hoe dichter bij het base camp, hoe meer mensen we tegen komen. Allemaal mensen die hun toppoging morgen willen doen en nu alvast een stukje willen oefenen. Met veel felicitaties en complimentjes op zak komen we moe maar voldaan op het base camp aan. De afdaling heeft 3.15 uur geduurd en gelukkig is Hamid al iets vooruit gelopen om voor lekkere thee te zorgen van kruiden die hij onderweg op de eerste dag plukte. Daar knapt een mens van op! Die middag hangen we moe en tevreden rond op het base camp. Steeds meer Iraniërs arriveren voor hun weekeindje weg en er hangt een erg plezierige sfeer. Mt. Damavand kijkt weer op ons neer terwijl hij zijn zwavelpluimen uitstoot. Het is super om te weten dat we die zware roker hebben beklommen.
Na een goede nacht slapen zijn we de volgende dag weer lekker fit. In 2 uur lopen we weer terug naar de bewoonde wereld op 2950 meter. Langzaam komt de begroeiing en daarmee de klaprozen weer terug. Ook al zijn we zelden zo moe geweest als bij de beklimming van Mt. Damavand, we zouden het voor geen goud willen missen. Zie ook de foto-impressie van Mt. Damavand. |