Engels | Nederlands
Wasur NP: een perfecte Papoease ervaring
Merauke (Indonesië), 6 september 2012

Het is al een oude droom van ons om eens een keer naar Papoea af te reizen. We waren al eens in deze Indonesische provincie in 2009, maar toen hebben we alleen het Arfak gebergte bezocht nabij de stad Manokwari op de zogenaamde Vogelkop (zie ook foto-impressie en korte video over het Arfak gebergte). In 2012 zijn we opnieuw naar Papoea afgereisd om meer van dit mysterieuze deel van de wereld te zien. Uitgestrekte jungle, kleine pittoreske traditionele dorpjes, en uiteraard de paradijsvogels is wat ons altijd heeft aangesproken. Veel mensen denken bij Papoea ook nog steeds aan de mannen met peniskokers, maar de tijd dat mannen hiermee rondliepen ligt inmiddels achter ons. Natuurlijk zijn er nog wel festivals waar de Papoease bevolking nog in traditionele kleding kan worden gezien, en in bepaalde toeristische gebieden (zoals de Baliem vallei) kun je als toerist zelfs een ‘traditionele show’ boeken.

Bijna alle toeristen die de reis naar Papoea ondernemen gaan naar de Baliem vallei. Deze enorme vallei waarin de stad Wamena ligt en die alleen per vliegtuig te bereiken is, wordt als het culturele hart van Papoea gezien. De prachtige vallei die helemaal is omringd door hoge bergen werd pas in 1938 voor het eerst door blanke mensen bezocht. Tot die tijd leefde de lokale Dani stam als het ware nog in het stenen tijdperk, waarbij men alleen beschikte over gereedschappen die gemaakt waren van steen, botten en hout. Het relatief grote aantal toeristen dat sinds die tijd de Baliem vallei heeft bezocht heeft de nodige gevolgen gehad. Uiteraard heeft het toerisme de Dani stam geen windeieren gelegd. Jeeps, minibusjes en motoren doorkruisen inmiddels de vallei en de bezoekende reiziger moet tegenwoordig flink in de buidel tasten om wat verder van de ‘bewoonde wereld’ te geraken. Ook wordt je als buitenlander op straat regelmatig lastiggevallen door jonge mannen die op zoek zijn naar gidswerk. In die zin is de Baliem vallei geen hele rustige en authentieke bestemming meer.

Twee motoren kunnen gemakkelijk op twee kano's; en wij kunnen er ook nog bij!
 

Met die gedachte in het achterhoofd zijn we op zoek gegaan naar een andere bestemming in Papoea. Het zou mooi zijn om de echte Papoease ervaring elders te vinden. Uiteindelijk hebben we gekozen voor het nationale park Wasur (Wasur NP), gelegen in het zuiden van Papoea tussen de stad Merauke en de grens met Papoea Nieuw Guinea. Wasur NP ziet slechts een handjevol reizigers per jaar, en dan zijn dat voornamelijk vogelspotters die op zoek zijn naar een aantal zeer bijzondere vogels in het park, zoals enkele soorten paradijsvogels en de uitermate schuwe Helmcasuaris (soort van struisvogel met een blauwe kop). Maar Wasur NP heeft meer; uiteraard een prachtig landschap met savannen, papierschors moerassen (paperbark swamp forests) en tropische loofbossen (monsoon forests), maar ook nog kleine pittoreske dorpjes. Voordat dit deel van Papoea een nationaal park werd, werd het immers al bewoond door Papoease stammen die hier al eeuwen leven. Het nationale park heeft met deze stammen de afspraak gemaakt dat ze in het park kunnen blijven wonen, echter wel onder een aantal voorwaarden. Zo mogen ze alleen voedsel voor eigen gebruik uit het bos halen. Ook mogen ze alleen traditionele landbouwtechnieken en jachtmethoden (speren, pijl en boog, etc) gebruiken. Dit alles om de balans in het nationale park niet te verstoren.

We komen uiteindelijk in contact met Pak Amin, hoofdboswachter van een deel van Wasur NP. Hij wil ons graag met een collega begeleiden naar een aantal bijzondere plekken in het park. We hebben onze zinnen in eerste instantie gezet op een kleine gemeenschap van zestien gezinnen nabij de grens van Papoea Nieuw Guinea. Het dorpje waarin deze stam leeft heet Yakiu en het tropische loofbos rondom dit dorpje herbergt drie soorten paradijsvogels, die we uiteindelijk alle drie zien. Het is een behoorlijke onderneming om Yakiu te bereiken. In eerste instantie reizen we per motorfiets naar het kleine dorpje Rawa Biru, waar we de nacht doorbrengen en de laatste proviand inslaan. Yakiu heeft namelijk geen winkeltje en slechts een paar akkertjes die net voldoende voedsel opleveren om de zestien gezinnen van het dorp te voeden. In Rawa Biru regelen we ook het vervoer voor de rest van de rit naar Yakiu. Twee traditionele kano’s worden aan elkaar gemaakt om op die manier een stabiel bootje te creëren die niet alleen ons, maar ook een motorfiets over een meer moet transporteren. Vanuit de andere kant van het meer is het vervolgens nog dertig kilometer over een smal pad naar Yakiu. Onze bagage en proviand gaan per motorfiets, terwijl wij de dertig kilometer te voet afleggen om zo zoveel mogelijk van de prachtige omgeving te kunnen genieten.

De vriendelijke en gastvrije Lodis familie in Yakiu
 
Als we na ruim zeven uur lopen Yakiu bereiken hebben we het gevoel een openluchtmuseum in te lopen. We hebben regelmatig over het ‘hof van Eden’ gehoord, maar daar nooit een echte voorstelling van kunnen maken. Als we er dan toch één zouden moeten maken, dan zou het Yakiu moeten zijn. Yakiu is een in het bos gekapte open vlakte waarop zestien gezinnen zijn neergestreken die in zeer simpele hutjes wonen die zijn omgeven door kleine akkertjes waarop onder andere cassave, pompoenen, bananen, chili’s en een soort van suikerriet worden verbouwd. De open vlakte, die overigens piekfijn wordt onderhouden, wordt omringd door hoge bomen van waaruit kaketoes, kleurrijke papegaaien en paradijskraaien laten horen dat ze onderdeel zijn van het prachtige plaatje. Als we onze tassen neerzetten loopt het dorp uit; althans de vrouwen en kinderen. De mannen zijn aan het werk in het bos, maar de vrouwen kunnen hun nieuwsgierigheid niet onderdrukken en komen vlak bij ons op de grond zitten. De grootste verassing is wellicht nog wel dat deze mensen prima Engels spreken. Ze zijn vorig jaar de grens van Papoea Nieuw Guinea (waar men Engels spreekt) en Indonesië overgestoken en hebben zich nu in Indonesië gevestigd. Het is dus heel bijzonder om een praatje met deze mensen te kunnen maken.

De drie dagen erop zijn we te gast bij de Lodis familie en slapen we onder hun afdak. De heer Lodis is het dorpshoofd en voelt om die reden ook de verplichting om gasten onderdak te bieden en voor hen te zorgen. Overdag gaat de heer Lodis met ons het omliggende bos in om op zoek te gaan naar de vogels. Hij beseft maar al te goed dat de vogels beschermd moeten worden omdat deze gevederde vrienden zijn gemeenschap in de toekomst behoorlijk wat inkomsten kunnen opleveren. De paradijsvogels worden in Papoea in een rap tempo gevangen en gedood (om opgezet te worden) waardoor elke populatie die uiteindelijk overleeft een grote toeristische waarde heeft. We hebben een heel bijzondere tijd in Yakiu. We zien veel prachtige vogels, schitterende landschappen en hebben een Papoease dorpservaring die zijn weerga niet kent. Deze mensen zijn het ultieme bewijs dat je met heel weinig (geen elektriciteit, geen stromend water, geen toilet, geen zeep, geen schoenen, geen huis, geen privacy, geen medische zorg en geen school), toch een tevreden leven kunt hebben. Dit zijn mensen die bijna alles wat ze nodig hebben, zelf verbouwen of uit het bos halen. Er zijn maar een paar producten die ze elders vandaan halen, zoals rookwaar, suiker, zout, koffie en kleding.

Na een aantal heel bijzondere dagen reizen we terug naar de bewoonde wereld die Rawa Biru heet. We nemen er een douche en gaan daarna nog voor één dag naar het loofwoud van Yanggandur om er de Helmcasuaris en Scheepmaker-kroonduif te zien. De Casuaris zien we uiteindelijk, maar de kroonduif niet. Desondanks gaat we met een zeer tevreden gevoel terug naar Merauke. Dit is een Papoease ervaring waarvan we nooit hebben durven dromen dat we ‘m ooit zouden mogen meemaken.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Handige contacten voor het organiseren van een bezoek aan Wasur NP:
- Pak Amin: +62 (0) 81 24 888 680 (mobiel nummer)
- Pak La Hisa: +62 (0) 81 24 856 7155 (mobiel nummer)
Beide heren werken voor het nationale park en spreken prima Engels. In eerste instantie wordt contact per sms geprefereerd.

Indien je andere vragen hebt over een bezoek aan Wasur, dan kun je altijd contact per email met ons opnemen.

 
 

Go back to home pageGo to Articles sectionGo to Columns sectionGo to Photos sectionGo to countries sectionGo to weblog sectionGo to about us