Ontdekt door de paparazzi in Sulawesi | |
Palu (Indonesia), 15 september 2008 |
|
Het is half negen in de ochtend wanneer we met een pak speculaas op het bed zitten. Speculaas uit Nederland is in Indonesië een echt luxe product dat slechts in een beperkt aantal winkels te koop is. In een supermarkt in Gorontalo liepen we er toevallig tegenaan en nu eten we het als ontbijt. Dit ontbijt zal ons de nodige uren op de been moeten houden omdat we een lange busrit tegemoet gaan, en dat terwijl het Ramadan is. We weten nog niet of Ramadan invloed zal hebben op het verloop van deze busrit van Gorontalo naar Palu. De busritten die we tot op heden in Noord Sulawesi hebben gehad werden gewoon gekenmerkt door lunchpauzes en chauffeurs die regelmatig stoppen om sigaretten te kopen. Nu reizen we echter van het overwegend Christelijke noorden van Sulawesi naar het meer Islamitische Centrale deel. We verwachten dus dat het ontbijt van speculaas en water het enige is dat er voor zonsondergang door onze slokdarmen zal gaan. We reizen vandaag met de Damri busmaatschappij. Deze maatschappij is van de overheid en heeft, net als de private busmaatschappijen, een dubbelrol. Namelijk enerzijds het vervoeren van personen en hun bagage en anderzijds postbezorging en het vervoeren van paketten. Wanneer we bij het Damri busstation zitten, zien we mensen af en aan lopen om pakketjes af te leveren die op de route van Gorontalo naar Palu bezorgd moeten worden. Pakketjes zijn er in alle soorten en maten. Het dak wordt volgeladen met een “pakketje” vrachtwagenbanden waar geen millimeter profiel meer op staat, en zelfs een zwaar beschadigd spatbord van een minibusje. Terwijl deze goederen in Nederland al lang bij het oud vuil zouden liggen, zijn er hier mensen die er geld voor over hebben om ze te vervoeren. Hier wordt alles gebruikt tot ze uit elkaar vallen en echt niet meer te gebruiken zijn. Nu het dak vol is, worden de resterende zakken rijst, waterpompen met bijbehorend buizensysteem en dozen met vis in het gangpad geladen. Wanneer we over deze bagageberg naar onze stoelen klauteren, is het direct duidelijk dat het gangpad tijdens deze rit niet kan worden gebruikt om onze benen in te strekken. Wanneer de bus om 10:30, met een half uurtje vertraging, het busstation verlaat wil dat niet zeggen dat de bus ook echt op weg is. Eerst wordt er in de wijde omgeving van Gorontalo rondgereden om passagiers en pakketjes op te halen die niet naar het busstation konden of wilde komen. Je zou dit service kunnen noemen, maar deze service kost wel veel tijd en zorgt ervoor dat we al een beetje een houten kont hebben voordat we Gorontalo goed en wel hebben verlaten. |
|
Wachten op de bus in onze 'inspirerende' hotelkamer in Gorontalo |
|
Na een paar uur rijden wordt de bus aan de kant van de weg gezet. De chauffeur springt uit de bus en klopt met een steen tegen de rechterachterband van de bus. Een lekke band. Omdat het in de bus bloedheet is als hij stilstaat, stappen de passagiers druppelsgewijs uit. Ook wij zijn al gauw naast de bus te vinden. We zoeken een plekje in de schaduw van een boom. Al gauw merken we dat we begluurd worden door vijf paar ogen. Langzaam maar zeker sluipen vijf schoolmeisjes van ongeveer acht jaar dichterbij met een mobiel telefoontje. Ze hebben duidelijk een missie en die missie is om als echte paparazzifotografen, ons zo goed mogelijk op de foto te zetten. Eerst proberen ze het van een grote afstand, maar langzaam maar zeker komen ze steeds dichterbij. Het kleine meisje met het korte haar heeft het meeste lef en laat de andere vier na een tijdje achter zich om pontificaal voor ons te gaan staan, om zo de eerste buitenlanders die ooit in haar dorp zijn geweest, vast te leggen. We belonen haar doorzettingsvermogen met een grote lach. We hebben ook alle reden om te lachen, want na een uurtje wachten is de band gemaakt door één van de vele bandenreparateurs die ieder Indonesisch dorp rijk is. Niets staat ons dus meer in de weg weer verder te gaan. Een uur later is het echter weer raak. Nu is het de linkerachterband die het laat afweten. Hier is echter geen schaduwrijke rustplaats te vinden en al gauw loopt het zweet in straaltjes van ons lijf af. Dat kostbare vocht kunnen we niet zomaar aanvullen. Het is ons opgevallen dat er niemand in de bus eet of drinkt vanwege Ramadan en daarom is het netjes om de andere hongerige en dorstige niet de ogen uit te steken door wel te eten of te drinken. Wanneer de bus weer verder rijdt, brengt de rijwind weer wat verkoeling. Omstreeks 17:00 uur stopt de bus bij een moskee voor gebed en een uurtje later stoppen we te midden van de groene rijstvelden om het moment van de zonsondergang goed mee te maken. Als de zon onder is, worden de flessen water geopend en halen mensen meegebrachte koekjes en cakejes tevoorschijn. Terwijl de meeste mensen in de bus vlak voor zonsopkomst voor het laatst hebben gegeten, zijn er toch een aantal die hun eten eerst aan ons aanbieden. We nemen het niet aan, maar het is wel bijzonder vriendelijk. In de bus hangt een beetje een feeststemming en nu de zon onder is, steken veel mannen een sigaretje op. De overwegend kettingrokende Indonesiërs zullen het gebrek aan nicotine gedurende de zonuren misschien wel het moeilijkste vinden gedurende de Ramadan. |
|
De stop voor het avondeten ergens tussen Gorontalo en Palu |
|
Na deze snoep, drink en rookpauze vervolgt onze bus zijn weg. We zijn ruim acht uur onderweg, weten niet hoe lang de rit zal duren, maar we weten wel dat het langer zal zijn dan de geplande achttien uur. Om 20:00 uur wordt er gestopt bij een klein lokaal restaurantje waar rijst, vis, sperziebonen en vermicellisoep wordt geserveerd. Wij schuiven ook aan en het smaakt prima. Een uurtje nadat de bus weer op stoom is gekomen, wacht het volgende oponthoud. Er is een politiecontrolepost. Enkele jaren geleden zijn er namelijk ernstige onlusten geweest in centraal Sulawesi. De Islamitische en Christelijke bevolking hebben elkaar letterlijk afgeslacht en hoewel de onderste steen van dit interne conflict waarschijnlijk nooit boven zal komen, is wel bekend dat het leger en de politie het vuurtje hebben aangewakkerd. De politie en het leger gaven ook geen hulp aan de mensen die bescherming zochten tegen de militante groeperingen. Bij ieder boek of artikel wat je hierover leest springen de tranen je in de ogen. Na deze onlusten zijn de politiecontroleposten toegenomen. Iedereen moet zijn identiteitspapieren laten zien en sommigen moeten aangeven waarom ze deze lange busrit naar Palu maken. Door de betreffende agent een briefje van 10.000 Rupiah toe te stoppen, worden er geen lastige vragen meer gesteld aan de betreffende persoon. Wanneer de agenten ons zien, worden we verzocht om uit te stappen. Ze willen onze paspoorten zien en hebben duidelijk nog nooit eerder een Europees paspoort in handen gehad. Er verzamelen zich steeds meer mensen rondom ons. Politie, militairen en één man met een zwarte bandera die er uitziet als een bloeddorstige militieleider. Een enkeling draagt geen officieel uniform, maar alle mannen hebben met elkaar gemeen dat ze onder de 25 jaar oud zijn en bewapend. Of ze nu een handpistool of een semi-automatisch wapen dragen, ze zorgen er in ieder geval voor dat iedereen goed kan zien dat ze bewapend zijn. Men bladert door de paspoorten en al gauw komen ze tot de conclusie dat onze visa verlopen zijn. “Nee” is ons antwoord, “dat komt omdat je naar het visum van Pakistan kijkt”. Het visum van Pakistan is inderdaad verlopen, maar daar zijn we nu ook niet meer. Geduldig laten we zien dat we een visum hebben voor 60 dagen en dat het op 9 augustus is ingegaan. Nog lang niet verlopen dus. Na ongeveer 5 telefoontjes valt het kwartje en kunnen we verder rijden. De bus is inmiddels doorzocht op explosieven, al hoef je geen bommenexpert te zijn om er één op de bus te krijgen. Gewoon als postpakketje verpakken en geen haan die er naar kraait.
De busrit verloopt verder zoals de eerste uren van de rit verliepen. De lokale passagiers slapen in de meest vreemde houdingen en wij doen ook ons uiterste best om een oogje dicht te doen. We kunnen helaas nooit goed slapen in de bus, maar dat wordt nu nog verder bemoeilijkt door de dubbelrol als postbezorger. Zelf midden in de nacht wordt er in ieder gehucht gestopt om pakketten te bezorgen. Bij iedere stop gaan alle lampen aan en dan zijn we weer wakker. Als om 6:00 uur de zon weer boven de horizon staat, begint er weer een nieuwe vastendag voor de moslims in de bus. De sigaretten zijn weer gedoofd en na nog tweeëneenhalf uur arriveren we in Palu. Tweeëntwintig uren nadat we in Goronalo vertrokken zijn we er dan eindelijk. Hoewel de rit weer net zo oncomfortabel was als we vooraf hadden verwacht, toch is het een busrit die we ons op een positieve manier zullen blijven herinneren. Twee lekke banden, beslopen worden door paparazzi schoolmeisjes, de zonsondergang “vieren” tijdens de Ramadan, een niet allerdaagse politiecontrole en de mogelijkheid om de postbezorging in ruraal Sulawesi te aanschouwen maken de rit de moeite waard. Zoals een medepassagier al tegen ons zei: “reizen met het openbaar vervoer reizen in centraal Sulawesi is misschien niet comfortabel, maar het is wel de manier om te zien hoe wij (gewone Sulawesiers) reizen”. En gelijk heeft hij. © copyright - Babakoto.eu / 2008 |