De bekendste vulkaan van El Salvador | |
San Salvador (El Salvador), 26 december 2017 |
|
|
|
Santa Ana is een kleurrijk stadje met een paar mooie pleintjes. Op een plein grenzend aan een straat met veel bordelen, wordt extreem veel vuurwerk verkocht. Je wilt je niet voorstellen wat er van dit pleintje overblijft als er een vonkje tussen één van de stalletjes verkeerd valt. Als je door het straatje met de Cervecerias (bierlokalen) loopt, die hier dienst doen als hoerentent, dan zie je heel duidelijk dat prostitutie hier nog low-end is. Vrouwen die net zo goed achter één van de marktstalletjes hadden kunnen staan om bananen of groente te verkopen, bieden hier hun lichaam aan. De vrouwen in hun strakke kleding zijn vooral erg gewoon; oud en jong, dik en dun. We zien mannen onderhandelen over de prijs. De trots en hooghartigheid die je in steden als Bangkok nog wel eens tegenkomt bij de hoertjes, zie je hier niet. Er moet gewoon brood op de plank komen en aangezien de klanten er ook niet vermogend uit zien, zal er weinig geld worden ontvangen voor de dienst. Santa Ana is één van de laatste koloniale stadjes van El Salvador. De smalle straatjes die vroeger het domein waren van voetgangers en paard met wagen, worden nu geterroriseerd door rook spuwende bussen, die met hoge snelheid van kruising naar kruising racen. Het lijkt er op dat de chauffeurs meer genoegen lijken te halen uit het scheuren met de bussen, dan met het ophalen van de ‘dimes’ en ‘quarters’ die de mensen hier betalen voor een busrit. De oude Amerikaanse school- en stadsbussen produceren een zodanige hoeveelheid zwarte rook, dat longkanker ongetwijfeld de nummer één doodsoorzaak is van de mensen die hier hun brood op straat moeten verdienen. Daar waar mogelijk is nemen wij ook maar zo’n rook spuwend monster om onze tijd in de straten van Santa Ana tot een minimum te beperken. |
|
Vuurwerkstalletjes in het centrum van Santa Ana |
|
Santa Ana trekt elke dag weer een paar handen vol backpackers die hier naartoe komen om de Santa Ana vulkaan te beklimmen. De vulkaan ligt hemelsbreed maar 20 kilometer uit het centrum van de stad en is met het blote oog goed te zien vanaf het dakterras van ons hotelletje. Een lokale bus rijdt elke ochtend in ruim anderhalf uur tijd naar het bezoekerscentrum van het nationale park “Parque National Los Volcanes”, waarin de Santa Ana vulkaan is gelegen, tezamen met twee andere vulkanen. Het bezoekerscentrum is echter niet veel meer dan een kassahokje, een stoffige parkeerplaats en een aantal stalletjes waar een maaltijd of drankje kan worden genuttigd. Vanaf de parkeerplaats vertrekt dagelijks slechts eenmaal (om 11.00 uur) en begeleide groep wandelaars naar de kraters van de Santa Ana of Izalco Vulkaan. Individuele wandelingen naar de vulkanen zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan. Niet omdat men bang is dat één van de vulkanen begint te hoesten of te proesten, maar omdat men bang is dat wandelaars oog in oog komen te staan met struikrovers, voor wie dit pad een lucratieve business zou kunnen zijn. Immers, dagelijks proberen tientallen rijkere El Salvadorianen en buitenlandse reizigers de vulkanen te beklimmen. De groep bestaat daarom dus niet alleen uit wandelaars en een paar gidsen, maar ook uit twee bewapende leden van de toeristenpolitie. Voordat de groep vertrekt krijgen we eerst nog een uitleg in het Spaans. Ons Spaans is niet bijster goed, maar we begrijpen dat de wandeling ongeveer vier uur duurt (2 uur heen en twee uur terug), 650 hoogtemeters overwint (zowel omhoog als omlaag) en dat ons gevraagd wordt om alstublieft geen vuilnis in het park achter te laten. Voor ons klinkt dat als een open deur, maar voor een El Salvadoriaan is dat schijnbaar niet zo. Eén van de El Salvadoraanse collega-wandelaars naast ons is namelijk van mening dat de parkmedewerkers de rommel maar moeten opruimen, in ruil voor de entreeprijs die hij heeft moeten betalen voor het nationale park. Volgens hem geeft de toegangsprijs hem dus niet alleen het recht om dit prachtige natuurgebied te bezoeken en te ervaren, maar ook om het te bevuilen! |
|
Een stoffige straat in Santa Ana |
|
We zijn met een groep van ongeveer vijftig wandelaars, waaronder acht buitenlandse reizigers. In het begin lopen we in ganzenpas de vulkaan op. De lokale mensen in eerste instantie vooraan, want net zoals de buschauffeurs van het land, wordt ook deze wandeling door hen als een race gezien. Regelmatig worden we door El Salvadoranen op de hakken getrapt, omdat het schijnbaar niet snel genoeg gaat. Regelmatig stappen we even aan de kant om een groepje kakelende en chips etende lokale wandelaars voorbij te laten gaan. Ivonne maakt de opmerking: “zou ik niet kunnen, de vulkaan opklimmen en tegelijkertijd een zak chips en fles cola nuttigen”. Maar nog geen kwartier later blijkt dat de meeste El Salvadoranen dat ook niet kunnen. Het vet van de chips en de suikers van de cola zijn schijnbaar al verbrand en regelmatig staan ze uit te hijgen tegen een boom langs het pad. Ook de kinderen die eerder als stuiterballen ons aan alle kanten passeerden, steunen nu met hun handen op hun bovenbenen, om ook hun armkracht te gebruiken in de klim naar boven. Wij zijn rustig begonnen en klimmen in kruissnelheid omhoog. Na zes kilometer, en een kleine twee uur wandelen, arriveren we redelijk fit op de kraterrand. Uithijgen is niet nodig, waardoor we direct van de fabelachtige uitzichten kunnen genieten. Als we de krater inkijken zien we diep onder ons een gifgroen zwavelmeer. Witte rookpluimen zweven vlak boven het wateroppervlakte. Sommige wandelaars zoeken de grens op en schuifelen akelig dicht naar de rand om een zo mooi mogelijke foto te maken. De bewakers gebruiken regelmatig hun fluitje om mensen te waarschuwen, en zo te voorkomen dat ze onverantwoorde risico’s nemen in de jacht op de perfecte selfie. We zitten op 2200 meter boven de zeespiegel en als we naar het zuidwesten kijken hebben we een prachtig zicht op de dramatische zwarte Izalco vulkaan. De Izalco vulkaan is 1910 meter hoog en is de jongste van het stel. Pas in 1770 is de vulkaan ontstaan en spuwt nog regelmatig rook en rotsblokken. Als we naar het westen kijken, hebben we een formidabel zicht op het ruim 1400 meter lager gelegen Lago de Coatepeque (het Coatepeque meer), eveneens een vulkanisch meer dat ruim 50.000 jaar geleden is ontstaan. Als we ons blik op het zuiden richten zien we de Grote Oceaan, die slechts 30 kilometer van ons vandaan ligt. De uitzichten zijn grandioos en het zweet dat we hebben moeten laten om dit punt te bereiken is het absoluut waard geweest. Na een half uurtje klinkt het fluitje weer en gebaard één van de bewakers dat we aan de afdaling moeten gaan beginnen. We kijken nog eenmaal goed rond, pakken onze rugzakjes, en beginnen aan de afdaling. We komen nog een paar mensen tegen die nog met de klim bezig zijn en bijna de krater hebben bereikt. Zij krijgen van de bewakers nog een paar minuten om tot rust te komen en van het uitzicht te genieten. Daarna moeten ook zij met de afdaling beginnen. Ook nu maken we regelmatig plaats voor wandelaars die ook de afdaling als een wedstrijd ervaren. Hierdoor is er op het pad flink wat stofontwikkeling waardoor we regelmatig even wat vertragen om de stof te laten neerdalen. Het feit dat je in een groep omhoog en omlaag moet lopen kan als enige nadeel worden gezien van deze prachtige wandeling. Hoe veel mooier zou de ervaring zijn als je lekker op je eigen tempo en zonder de hectiek van de groep de beklimming zou kunnen maken. En dan hebben we nog geluk, want in het hoogseizoen kan de groep zomaar 250 wandelaars groot zijn! Toch zijn we zijn dik tevreden en arriveren dan ook met een glimlach op ons stoffige gezicht op de parkeerplaats van het bezoekerscentrum. We kopen nog een bakje koffie en wachten geduldig op de bus die ons om 16.00 uur weer terug zal brengen naar de met dieselrook geïnfesteerde straten van Santa Ana. |
|
Wij voor de Izalco Vulkaan |
|
Op weg naar de top van de Santa Ana vulkaan |
|
De krater van de Santa Ana met zijn gifgroene water |
|
Agressieve bus op het busstation van Santa Ana |
|
Een bus zoekt zijn weg door de markt van Santa Ana © copyright - Babakoto.eu / 2017 |