Engels | Nederlands |
|
Een enerverende dag | |
Xīníng (China), 29 mei 2010 |
|
Het is half vier in de nacht als we met de bus de buitenwijken van Xīníng inrijden. De 15-uur durende busrit die ons van Yùshù naar Xīníng heeft gebracht, zit er bijna op. De man langs ons in de bus hoest voor de laatste keer nogmaals zonder hand voor de mond, zodat hij er zeker van is dat zijn bacillen tot ver in de bus worden getorpedeerd. Gelukkig hebben wij onze Hepatitisvaccinaties gehaald, zodat we ons niet al te veel zorgen hoeven te maken. Een enerverende dag komt zo bijna ten einde. De dag begint vroeg in het kleine stadje Sêrxu in het noordwestelijke puntje van de provincie Sìchuān. We lopen om half zeven de deur van het hotelletje uit, omdat de eigenaresse van het hotel ons heeft verzekerd dat om zeven uur de bus zal vertrekken naar onze bestemming van vandaag; Yùshù. We vinden het overigens niet zo erg om dit hotelletje te verlaten. De kamer was best oké, maar de toiletten waren van de kwaliteit zoals die van de Chinese openbare toiletten. En dat is geen compliment. Daarnaast had ze ons verzekerd dat zij het enige pension in de stad heeft met stromend water. We wisten vooraf dat het inderdaad moeilijk zou zijn om in Sêrxu een plek met stormend water te vinden, en toen we tijdens het inchecken de kraan van de wasbak controleerde, had ze inderdaad niet gelogen. Wat ze er echter niet bijvertelde was dat het stromend water verdween, zo ongeveer op het moment dat we het geïnflateerde bedrag voor de kamer van 100 Yuan (€ 10,-) in haar handen drukte. |
|
Landschap tijdens de rit van Sêrxu naar Yùshù |
|
Om kwart voor zeven slenteren we door de hoofdstraat van Sêrxu op zoek naar vervoer naar Yùshù. We zijn zo ongeveer de enige op straat, samen met een tiental straathonden, die hier ’s nachts de dienst uitmaken. We zijn duidelijk te vroeg. Om kwart over zeven arriveren de eerste minibusjes in de straten. We vragen enkele chauffeurs naar hun bestemming en uiteindelijk komen we uit bij een minibusje die om acht uur zal vertrekken naar Yùshù. We spreken een prijs van 50 Yuan per persoon af, voor de vier uur durende rit. We nemen alvast plaats in het busje waarna de chauffeur nog een half uurtje door de straten van Sêrxu rijdt om zijn busje vol te krijgen. Om acht uur verlaten we het stadje en gaan we op weg naar Yùshù. Sêrxu ligt op ruim 4100 meter hoogte op het Tibetaanse plateau. Gisteren hebben we tijdens de rit naar Sêrxu al gezien hoe fabelachtig mooi de omgeving is. Vandaag is de rit naar Yùshù niet anders. We rijden door een bergachtig graslandschap, wat het domein is van nomaden en hun yaks. De tenten staan her en der in de valleien opgesteld, terwijl de yaks tegen de berghellingen op zoek zijn naar het lekkerste gras. De valleien worden omgeven door besneeuwde bergtoppen en bomen zijn er niet meer. We zitten immers boven de boomgrens en de enige begroeiing die hier is zijn lage struikjes en uiteraard gras. De weg slingert vanuit Sêrxu geleidelijk omhoog en na een klein uurtje rijden steken we een pas van ruim 4700 meter over. Tijdens het passeren van de met gebedsvlaggen behangen pas doet de monnik in ons busje een gebed, terwijl de chauffeur een paar keer op zijn claxon drukt. Vanaf hier slingert de weg langzaam maar zeker naar beneden waarna we uiteindelijk Yùshù bereiken. Als we in de buurt van Yùshù komen, beginnen we ons te realiseren dat de geruchten waar zijn die we de afgelopen periode hebben gehoord. Verschillende Chinezen probeerden ons te vertellen dat Yùshù laatst is getroffen door een aardbeving en dat de stad in puin zou liggen. We hebben de afgelopen weken echter niemand gesproken die redelijk Engels sprak, waardoor we de verhalen niet op waarde konden schatten. Wat we wel wisten is dat niemand ons behoedde om op de bus naar Yùshù te stappen. We dachten dat dus dat het wel zou meevallen. Maar als we de stad bereiken zien we grote aantallen blauwe tentjes staan langs de toegangsweg naar de stad. De schade aan de huizen die we zien valt nog mee, hoewel we wel moeten zeggen dat het om gelijkvloerse simpele gebouwtjes gaat. Als we de stad bereiken, zien we pas wat de schade is. Veel gebouwen zijn ingestort. Her en der zijn gebouwen verandert in bergen beton met verwrongen betonijzer. Andere gebouwen staan nog, maar het lijkt erop dat alle gebouwen die meer dan één verdieping hebben, niet meer bewoond mogen worden. De aardbeving van 14 april j.j. en van 7.1 op de schaal van richter heeft hier flink huisgehouden. Het totale aantal doden is inmiddels opgelopen tot boven de 2200. | |
Wachten om aan boord te gaan van de bus van Yùshù naar Xīníng |
|
Het leven in Yùshù lijkt echter weer enigszins op orde te zijn. Mensen hebben hun huizen verruild voor de blauwe noodtentjes en in sommige tentjes zijn restaurantjes en kleine winkeltjes gevestigd. Militairen regelen het verkeer op straat en op een stoffig pleintje in het centrum van de stad staan dozen met hulpgoederen opgestapeld. Her en der zijn grote machines bezig het puin op te ruimen om zo plaats te maken voor de herbouw. We zien ook een paar oudere dames met canvas zakken op hun rug, waarin ze stukken betonijzer dragen die ze hebben gevonden in de puinhopen. Het leven gaat door en daar handelen mensen ook naar. Een jonge vrouw roept ons toe ‘welkom in Yùshù’, maar we voelen ons hier niet op ons gemak. We zijn geen ramptoeristen en we hebben hier niets te zoeken. De keuze om Yùshù weer te verlaten wordt ook snel voor ons genomen. Het hotel van onze keuze is ingestort en na enige tijd verder zoeken kunnen we geen hotel vinden dat nog operationeel is. We lopen dus met onze bepakking weer naar het busstation en kopen een kaartje voor de eerstvolgende bus naar Xīníng. We hoeven maar een half uurtje te wachten voordat de bus vertrekt. Langzaam rijdt de bus door de zwaar gehavende stad op weg naar de uitvalsweg naar Xīníng. Toch zie je her en der weer mensen lachen. Mensen nemen het leven zoals het komt en zijn uitermate veerkrachtig. De bewoners van deze afgelegen streek hebben al zo’n zwaar leven en dan komt ook dit er ook nog eens bij. We verlaten de stad al snel en kunnen niet anders hopen dat de mensen er snel weer bovenop komen.
P.s. |