De dikken, de bijna doden, en de pas getrouwden
Montego Bay (Jamaica), 12 februari 2015

Wat bracht jullie naar de Kaaiman Eilanden zal menigeen zich afvragen. Het antwoord is heel simpel. We wilden graag van Cuba naar Jamaica vliegen, en de vliegmaatschappij van de Kaaiman Eilanden (Cayman Airways) bleek de goedkoopste en meest betrouwbare optie te zijn. Gevolg was wel dat we een overstap moesten maken op Grand Cayman, het grootste eiland van dit Caraïbische eilandengroepje, dat vooral bekend is komen te staan als belastingparadijs. En nu we er toch een overstap moesten maken besloten we wat langer te blijven. Een goede reden om het eiland wat beter te leren kennen.

De geschiedenis van de eilanden is niet heel uitgebreid. Toen Columbus de eilanden per toeval ontdekte in 1503, toen hij op weg was van Panama naar Haïti, woonden er nog geen mensen. De eilanden werden in de decennia daarna door de Spanjaarden, Engelsen en Nederlanders gebruikt als tussenstop voor hun ontdekkingsreizen. In de tweede helft van de 17e eeuw werden de Kaaiman Eilanden onderdeel van het Britse Koninkrijk en besloten enkele Britten die reeds op Jamaica woonden, de overstap te maken naar de nieuwe aanwinst. Een aantal van hen namen ook hun slaven mee. Pas na de tweede wereldoorlog kwam de ontwikkeling van de Kaaiman Eilanden in een stroomversnelling. ‘Offshore finance’ (lees: belastingparadijs en witwasparadijs) en toerisme werden de twee belangrijkste dobbers waarop de economie tegenwoordig draait.

De Kaaiman Eilanden; wie had gedacht dat we daar nog ooit zouden komen
 

De Kaaiman Eilanden zijn duur; extreem duur. Voordat we besloten er een tussenstop te maken van een aantal dagen, hadden we wel op internet gezocht of we er voor een redelijk bedrag konden verblijven. Gelukkig vonden we een pensionnetje voor backpackers, waar we voor 60 US$ (Euro 53) per nacht een simpel kamertje konden huren met een gedeelde badkamer. We werden vóór aankomst op de eilanden wel per email door het pension gewaarschuwd dat we tijdens de immigratieprocedure op het vliegveld niet moesten vertellen dat we in het pension verbleven. De overheid van de Kaaiman Eilanden heeft het namelijk niet zo op rugzaktoeristen, en ziet liever Amerikanen en Europeanen met een goedgevulde beurs op de eilanden arriveren. Op onze immigratiekaart vermeldden we dus netjes dat we in het peperdure Marriott verbleven.

De Kaaiman Eilanden heeft ook een aantal mooie en goedgevulde supermarkten. Omdat alles geïmporteerd moet worden zijn ze duur, maar nog steeds vele malen goedkoper dan de restaurants op het eiland. De prachtige supermarkt met de naam ‘Kirk’ heeft zelfs een koud en warm buffet, waar je uit heerlijke gerechten kunt kiezen. Je kunt je bakje naar willekeur vullen want je betaalt per gewicht (Ongeveer 7 Euro per 500 gram). Alle gerechten zijn even duur. En voor de reizigers die van een vette hap houden, zijn er verschillende Burger King restaurants. Het is dus mogelijk om de kosten op de Kaaiman Eilanden onder controle te houden.

Werken aan de website bij de Burger King, met een paar Cruise schepen op de achtergrond
 

De samenstelling van de bewoners op het eiland is voor ons gevoel zo ongeveer 50-50; dus 50% witte mensen en 50% zwarte mensen. De witte mensen zijn de rijke pensionado’s uit het westen die er een groot deel van het jaar wonen, en de mensen die natuurlijk in de bankindustrie werken. De zwarte bevolking is vooral actief in de laaggeschoolde beroepsgroepen. Denk aan personeel voor de hotels, restaurants, supermarkten, transport en de bouw. Extreem vriendelijk zijn de mensen van de Kaaimaneilanden overigens niet. George Town is de hoofdstad van de eilanden. Eigenlijk zou je het beter hoofddorp kunnen noemen, want echte stadse kenmerken heeft de nederzetting niet. George Town is zeker ook niet mooi of gezellig te noemen. Het heeft veel weg van een klein Amerikaans stadje waarvan de bevolking gewend is alles met de auto te doen. Bezienswaardigheden zijn er niet, of het moet het Ugland Gebouw zijn. Dit is het gebouw waarvan de Amerikaanse president Barack Obama ooit zei: “of dit is het grootste gebouw ter wereld, of de grootste belastingontduiking”. Op het adres van dit kleine, lelijke en enigszins onderkomen kantoorgebouw in George Town, zijn maar liefst 18.000 bedrijven geregistreerd. Allemaal bedrijven die er niet zitten om activiteiten uit te voeren (daar is het pand inderdaad veel te klein voor), maar om op een ‘slimme’ manier belasting te ontduiken.

De schoonheid van de Kaaiman Eilanden heeft eigenlijk alles te maken met het strand en de zee. Het bijna 10 kilometer lange zandstrand aan de westkust wordt als één van de mooiste van het Caraïbisch gebied gezien, en ook onder water schijnt het eiland een paradijs te zijn. Maar de meeste bezoekers aan het eiland komen echter als cruisetoerist. Tussen de vier en zes cruiseboten leggen gemiddeld per dag aan op de Kaaiman Eilanden. Duizenden passagiers, voornamelijk Amerikanen, worden vervolgens met kleine bootjes ontscheept omdat de haven van George Town niet diep genoeg is om de schepen tot aan de kust te laten komen. Het is een spektakel om te zien hoe elke ochtend weer de schepen aankomen, ze voor een paar uur worden ontscheept, vervolgens weer worden volgeladen en rond zonsondergang aan de horizon verdwijnen, op weg naar de volgende bestemming. En terwijl we op een middag het tafereel van een afstandje staan af te kijken zegt een lokale jonge vrouw tegen ons: “dat Cruisen is niks voor mij. Het is alleen iets voor de dikken, de bijna doden, en pas getrouwden”, vooral doelende op de vaak veel te dikke en stokoude Amerikanen die elke dag weer haar eiland overspoelen.

Het vliegtuig van Cayman Airways dat ons van Havana naar Cayman bracht
Zicht op de Cruise schepen vanuit de haven van George Town
De Mastic Trail, een laatste stukje wildernis op Grand cayman
Het Ugland gebouw: het centrum van massale belastingontduiking?

Een maaltijd van het dinerbuffet van de Kirkland supermarkt

© copyright - Babakoto.eu / 2015